Nederland lijkt goed op weg om de EU-doelen rondom hernieuwbare energie te halen. Vorig jaar is het aandeel duurzame energie toegenomen naar 15% van het totale energieverbruik ten opzichte van 13% een jaar eerder, meldt het CBS. Als die stijging doorzet, is onze energievoorziening in 2030 voor 27% fossielvrij, zoals vastgelegd in de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie.

Tegelijkertijd is er een daling van 7% te zien in het totale energieverbruik vergeleken met 2021. Dankzij een sterke daling van het aardgasverbruik komt het totale energieverbruik uit op het laagste niveau sinds 1990.

Industrie, huishoudens, diensten, landbouw en vervoer gebruiken 6% meer hernieuwbare energie, voornamelijk uit zon en wind. Niet gek, gezien de plaatsing van nieuwe zonnepanelen en windmolens. Met dank aan een bijzonder zonnig jaar, is de capaciteit van zonnepanelen flink gestegen (28%).

Onder hernieuwbare energie vallen niet alleen zonne- en windenergie, maar ook warmte uit de aarde en bodem, de buitenlucht en oppervlaktewater, waterkracht en energie uit de oceanen, biomassa, stortgas, gas van rioolwaterzuiveringsinstallaties en biogassen.

Het verbruik uit biomassa is iets gedaald. Desondanks wordt de grootste bijdrage aan hernieuwbare energie nog steeds geleverd door biomassa (40%). Op weg naar een fossielvrije toekomst past biomassa wellicht in het plaatje, maar niet op weg naar een duurzame toekomst: het stoot meer CO2 uit dan fossiele brandstoffen.
  • Deel
Druk af