Eetstoornissen in de topsport zijn een groot probleem. NOC-NSF, de sportorganisatie voor de Nederlandse topsport, lanceert een campagne om sporters, coaches en sportbonden te wijzen op ongezond eetgedrag. Het taboe om het daarover te hebben moet de wereld uit.
Topsporters hebben zelfs soms niet eens door dat hun eetgedrag verstoord is, omdat het heel normaal is om bezig te zijn met je gewicht en voeding
Marieke Keizer stopte na het behalen van haar bronzen medaille op de Olympische Spelen van Tokio met roeien. Het was het einde van een heel moeilijke periode. Dat kwam omdat ze in de lichtgewicht klasse roeide. Een vrouw mag in die gewichtsklasse maximaal 57 kg wegen. Voor de podcastmicrofoon vertelt ze op NRC Vandaag haar verhaal. “Als ik 100 gram in de ochtend zwaarder was dan de dag ervoor, dan was mijn hele dag verpest. Ik was helemaal niet meer bezig met de beste atleet zijn en het beste uit mezelf halen, maar ik was gewoon bezig met afvallen, afvallen, afvallen.”

Gewichtsklassen en sporten voor lichte mensen
Verstoord eetgedrag komt vaak voor in de topsport, meer dan daarbuiten. Binnen de topsport komt het vaker voor bij vrouwen (1 op de 5), maar ook mannen (1 op de 12) kunnen er last van hebben. Met name in de sporten met gewichtsklassen, zoals judo, boxen en dus roeien, en in sporten waar licht zijn een voordeel is, zoals wielrennen en langeafstandslopen komt een verstoord eetgedrag vaak voor. Ook in esthetische sporten, zoals turnen, spelen eetstoornissen een rol.

Voeding is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden in de sport. Foodlog sprak eerder met de chef-kok van de wielerploeg Jumbo Visma. Zij vertelde dat alle renners inmiddels een persoonlijk voedingsadvies kregen, elke dag en tot op de gram nauwkeurig. Voorheen beperkte dit advies zich slechts tot de kopmannen en gebeurde het enkele momenten in het jaar.

'Iedereen doet het'
Om af te vallen vlak voor een wedstrijddag kunnen topsporters zout- en vezelloos eten. In de praktijk komt dit neer op een hele dag pannenkoeken eten. Waarschijnlijk niet het beste ‘krachtvoer’ voor een wedstrijd. Andere sporters slaan bijvoorbeeld hun ontbijt over, geven over na het eten, of trainen stiekem naast hun trainingsprogramma. De obsessie met voeding gaat de sport zelf overschaduwen.

Het grote probleem is dat iedereen het doet. Topsporters hebben zelfs soms niet eens door dat hun eetgedrag verstoord is, omdat het heel normaal is om bezig te zijn met je gewicht en voeding. Bovendien kan groepsdruk een rol spelen. Rondom een verstoord eetgedrag zit veel schaamte en ontkenning. Topsporters willen niet zwak overkomen; dat past niet bij het beeld van een topsporter. Daarnaast spelen de karaktereigenschappen van sporters een rol, de discipline en het perfectionisme die helpen in de sport, werken door in hun voedingspatroon.

Depressie
De gevolgen van een verstoord eetpatroon zijn groot. De menstruatie kan uitblijven, wat een negatief effect heeft op botdichtheid. Het immuunsysteem gaat achteruit en de sporter kan last krijgen van chronische diarree of juist obstipatie. Ook mentaal kan een verstoord eetpatroon grote gevolgen hebben. Op korte termijn worden de sporters chagrijnig. Op langere termijn ligt een depressie op de loer.

De nieuwe campagne van NOC-NSF wil de eetproblematiek in de topsport bespreekbaar maken. Goed taalgebruik van artsen en coaches is cruciaal. “Als sportcoach kan je misschien beter zeggen ‘je hebt teveel spiermassa’ in plaats van ‘je bent te dik’”, zegt Eefje Raedts, hoofdexpert prestatiegedrag en mentale gezondheid bij NOC-NSF. “Taalgebruik kan een negatief effect hebben, zonder dat daar de intentie voor is. Het is belangrijk om daar bewust van te worden" Daarnaast is het belangrijk dat de sporter weet bij wie hij of zij terecht kan als het niet goed gaat.