Met een overgrote meerderheid (65% van de 15.000 uitgebrachte stemmen) is 'graaiflatie' door de Nederlanders uitverkozen tot Woord van het Jaar. Ook in België viel de keus op graaiflatie.
Nederland telt twee grote woord-van-het-jaar-wedstrijden. Je hebt de verkiezing van De Dikke van Dale, waar iedereen mee mag stemmen op een lijstje van 10 nieuwe woorden, en de verkiezing van het genootschap Onze Taal, waar alleen de leden kunnen stemmen op woorden die iets zeggen over het afgelopen jaar. Vandaag was het de beurt aan De Dikke van Dale, tijdens het radioprogramma De Taalstaat op 30 december (NPO Radio 1) maakt Onze Taal zijn woord-van-het-jaar bekend.

Bij de twintigste verkiezing - de eerste was in 2003, toen won 'gamen' - viel de keus van Nederland op 'graaiflatie'. Dat is, volgens Van Dale, ”(de) inflatie die wordt aangewakkerd door ondernemingen die de kostenstijging van grondstoffen, productiemiddelen en arbeid volledig of bovenmatig doorberekenen aan de consument om hun winst op peil te houden of te verhogen.” Ook in Vlaanderen werd 'graaiflatie' gekozen tot woord van het jaar.

Bij ons waren de nummers 2 en 3 respectievelijk 'vreugdebier' (bier dat supporters uit blijdschap op het veld gooien) en 'nepobaby' (iemand die zijn baan te danken zou hebben aan zijn beroemde ouders), aldus de NOS. In België waren het ‘nepobaby’ en ‘pyjamatoerist’.

Spijt Rabobank
Graaiflatie stond dit jaar centraal in de maatschappelijke discussies in ons land. "Graaiflatie is een typisch economisch woord en gaat over bedrijven die hun prijzen méér verhogen dan nodig is om de gestegen kosten te dekken," aldus Van Dale-directeur Ton den Boon in het AD. Het afgelopen voorjaar kwam het woord in zwang toen bleek dat verschillende multinationals over 2022 flinke winsten hadden gemaakt door forse prijsstijgingen door te berekenen aan consumenten. Rabobank zei begin mei dat de prijzen inderdaad meer waren gestegen dan nodig, schrijft de NOS. Reeds eind mei betuigden onderzoekers van de bank hun spijt over het introduceren van de kreet, die ze bij nader inzien niet vonden kloppen.

De Standaard citeert Paul de Grauwe, hoogleraar aan de London School of Economics, die in mei stelde dat “graaiflatie verantwoordelijk is voor twee derde van de prijsstijgingen”. Het is een "in het kapitalistische systeem ingebakken” verschijnsel, omdat bedrijven daarin altijd zo veel mogelijk winst nastreven. Maar in juni concludeerde de Nationale Bank van België dat graaiflatie in Belgie “geen wijdverspreid fenomeen” was. In de meeste bedrijven stegen de winsten juist niet, ook omdat de markt in België gekenmerkt wordt door kleinere bedrijven en die hebben nu eenmaal minder marktmacht.

Zal het wellicht in Nederland en België uiteindelijk wel meegevallen zijn met de graaiflatie, in Groot-Brittannië speelde het verschijnsel wel degelijk een rol, volgens de Britse Competition and Markets Authority (CMA). Het leidt tot de vraag wie nu eigenlijk écht verantwoordelijk is voor de prijsstijgingen: zijn het de fabrikanten, de supermarkten of is het toch gewoon de markt?

ABN Amro is inmiddels verder in haar denken over hoge voedselprijzen en ziet nieuwe schaarste ontstaan.