In 1991 was klimaatverandering of smeltende gletsjers nog niet het eerste waar je aan dacht bij een archeologische vondst op de rand van de eeuwige sneeuw. Inmiddels is dat wel anders. Klimaatverandering blijkt zowel een uitkomst als een ramp voor archeologen wereldwijd.
Op de kop af 32 jaar geleden ontdekte het Duitse echtpaar Simon een lichaam aan de rand van een gletsjer in de Ötztaler Alpen. Na flink wat gesteggel - en zelfs €175.000 'vindersloon' - kreeg de inmiddels wereldberoemde ijsmummie Ötzi een definitieve plek in het Museo Archeologico dell'Alto Adige in Bolzano. Ötzi bleek één meter op Italiaans grondgebied gelegen te hebben.

De afgelopen jaren zijn er wel meer sensationele archeologische vondsten gedaan, die toegeschreven kunnen worden aan klimaatverandering. Net als Ötzi waren ze eeuwenlang door ijs en sneeuw beschermd tegen nieuwsgierige blikken, vernieling of plundering, schrijft Deutsche Welle. Voorbeelden zijn Inca-mummie 'Juanita', die in 1995 als een bevroren bundel gevonden werd op een hoogte van meer dan 6.000 meter op de Ampato Vulkaan in het zuiden van Peru. Zij was door smeltend ijs en erosie van een nog hoger gelegen Inca-site in de vulkaankrater gevallen. In de Alpen en in Scandinavië komen regelmatig wapens, sleeën en kleding aan het licht uit de Romeinse tijd of de Middeleeuwen. In Alaska ontdekken archeologen talloze oude nederzettingen. In Siberië zijn meer dan 3 miljoen jaar oude mummies ontdekt en in Canada vonden onderzoekers vorig jaar een perfect bewaarde gemummificeerde babymammoet.

Hoogtijdagen voor de archeologie. Maar tegelijkertijd een race tegen de klok. Want waar de permafrost nu nog organische materiaal in uitzonderlijke staat conserveert, kunnen daar met een paar jaar alleen nog wat gekleurde strepen op de grond van resteren. Smeltende gletsjers, warmere seizoenen, hevige regenval en een stijgende zeespiegel vormen allemaal nieuwe uitdagingen voor de archeologie.

Vlak verder ook droogte niet uit. Klimaatverandering is niet alleen verantwoordelijk voor smeltend ijs en overstromingen maar veroorzaakt ook verwoestende droogte. Een ramp voor ecosystemen en inwoners in het gebied waar die droogte toeslaat, maar een ongeëvenaarde kans voor archeologen om meer te weten te komen over de mensen en culturen van vroeger. Zoals we nu precies weten wat Ötzi als laatste at en dat hij kalend was en een donkere huidskleur had.

Dus was er werk aan de winkel voor archeologen toen deze zomer in Irak het voormalige machtscentrum van het Mittani-rijk, een 3400 jaar oude stad uit de Bronstijd, ineens opdook uit een door extreme droogte drooggevallen stuwmeer. En bij de 'Dolmen van Guadalperal', een 7000 jaar oud megalithisch bouwwerk bestaande uit 150 staande stenen blokken, die droogviel bij de West-Spaanse stad Caceres. Maar ook in Brazilië, in het Amazonegebied. Daar kwamen op rotsen in de Rio Negro - die deze week het laagste debiet bereikte in 121 jaar - bij de stad Manaus prehistorische gravures aan het licht. De naar schatting 2000 jaar oude gravures tonen een "verscheidenheid aan gezichtsuitdrukkingen, van glimlachen tot griezelige blikken, en doen vaag denken aan onze hedendaagse emoji's," aldus Deutsche Welle.