Als de klimaatverandering onveranderd doorzet, krijgen arme landen rond het einde van de eeuw te maken met 30% minder belangrijke voedingsstoffen uit zeedieren. Dat berekenden onderzoekers van de Universiteit van British Columbia. Weten we de opwarming binnen de 1,5 tot 2° Celsius te houden, conform de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs, dan blijft de afname beperkt tot ongeveer 10%.
"Landen met een laag inkomen op het zuidelijk halfrond, waar vis en zeevruchten een centrale plaats innemen in het dieet en het potentieel hebben om ondervoeding tegen te gaan, worden het hardst getroffen door de gevolgen van klimaatverandering", zegt eerste auteur William Cheung van het UBC Institute for the Oceans and Fisheries (IOF) in Phys.org.

Cheung en zijn team namen historische databases over visserij en de kweek van zeevruchten onder de loep om de hoeveelheden voedingsstoffen te achterhalen die in het verleden beschikbaar kwamen voor zulke landen. Met voorspellende klimaatmodellen projecteerden ze die volumes op de toekomst. Ze richtten zich op vier belangrijke nutriënten die overvloedig aanwezig zijn in vis, schaal- en schelpdieren en belangrijk zijn voor de menselijke gezondheid: calcium, ijzer, eiwit en omega-3 vetzuren - die laatste zijn niet gemakkelijk beschikbaar te maken uit andere voedselbronnen.

"Kleine pelagische vissen [uit de diepzee, red] zijn erg rijk aan calcium, dus in gebieden in de wereld waar mensen geen melk verdragen of waar andere dierlijke voedingsmiddelen, zoals vlees en zuivel, veel duurder zijn, is vis echt essentieel voor het dieet van mensen," aldus hoofdonderzoeker Christina Hicks (Lancaster University). "In veel delen van de wereld, met name in landen met lage inkomens in de tropen, levert vis voedingsstoffen die ontbreken in het dieet van mensen." Een aandachtspunt bij de beschikbaarheid van nutriënten is dan ook dat bepaalde pelagische vissen, zoals haring en ansjovis, veelal gebruikt worden voor vismeel en visolie, en niet om mensen te voeden.

Dit onderzoek benadrukt de impact van elke graad opwarming. Hoe meer we de opwarming kunnen beperken, hoe minder risico's er zijn voor het leven in zee en voor de mens
De onderzoekers constateerden dat de beschikbaarheid van deze 4 voedingsstoffen piekte in de jaren 1990 en daarna stagneerde tot in de jaren 2010, ondanks de toename door de kweek van vis, schaal- en schelpdieren en door de garnalen- en oestervangst. Voor de toekomst voorzien ze een afname van de beschikbaarheid van alle 4 de nutriënten. Calcium wordt het zwaarst getroffen met een verwachte afname van ongeveer 15 tot 40% tegen 2100 (in respectievelijk een scenario met lage en hoge emissies), omega-3 het minst met ongeveer 5 tot 25%. Dat hangt met name samen met een afname van de hoeveelheid pelagische vis die beschikbaar is om te vangen.

De situatie wordt verergerd doordat de beschikbaarheid van de nutriënten in tropische wateren van landen met over het algemeen lage inkomens, zoals Indonesië, de Salomonseilanden en Sierra Leone, sterker terugloopt dan die in niet-tropische wateren waar rijke landen in vissen zoals Canada, de VS en het Verenigd Koninkrijk. Gemiddeld, voorspellen de onderzoekers, neemt de beschikbaarheid van nutriënten uit zeevruchten af met ongeveer 4-7% per graad Celsius opwarming. Maar voor landen met lagere inkomens in de tropen, waaronder Nigeria, Sierra Leone en de Salomonseilanden, was de verwachte afname twee tot drie keer zo groot, bijna 10 tot 12% per eenheid opwarming.

"Dit onderzoek benadrukt de impact van elke graad opwarming," aldus Cheung. "Hoe meer we de opwarming kunnen beperken, hoe minder risico's er zijn voor het leven in zee en voor de mens."