In Nederland overlijden elk jaar minstens 5.800 mensen doordat zij niet bewegen of sporten. Ze krijgen kanker, dementie, verstopte vaten en hartaanvallen. En dat in een land waar de overheid al lang geleden zei de inwoners gezonder te willen maken door ze meer te laten bewegen. Uit een reconstructie door de NRC rijst een beeld op van een land waar versnipperd beleid, niet accurate meetmethoden en een landsbestuur dat keer op keer waarschuwingen van de eigen ambtenaren naast zich neerlegt tot een 'stille pandemie' hebben geleid.
Oud-bewindsvrouw en voormalig Olympisch zwemster Erica Terpstra (VVD) maakte als staatssecretaris van VWS (1994-1998) hoogstpersoonlijk "een einde aan decennia waarin de overheid zich nauwelijks bemoeide met bewegen en sporten", aldus de NRC. Het was Terpstra die de S van Sport toevoegde aan de naam van ministerie, ondanks de weerzin van premier Wim -"moet dat echt?"- Kok. Terpstra zette topsporters in het zonnetje als rolmodellen.

Volgens Terpstra en haar opvolger Margo Vliegenthart is sporten veel meer dan een hobby, zoals de overheid tot dan toe uitgedragen had. Er komt, in 2001, een nota die het belang van meer bewegen en een daardoor gezondere bevolking onomwonden duidelijk maakt. "Een tekort aan lichamelijke activiteit is een onafhankelijke risicofactor voor een groot aantal chronische ziekten”, staat er, "waarbij moet worden bedacht dat de meeste van deze ouderdoms- en welvaartsziekten in de toekomst alleen maar zullen toenemen.” Het RIVM berekende later dat bij geslaagd beleid in 20 jaar bijna 50.000 doden, 30.000 hartinfarcten, 28.000 beroertes, 27.000 gevallen van diabetes type 2 en 4.000 gevallen van dikkedarmkanker voorkomen kunnen worden.

Het RIVM berekende dat bij geslaagd beleid in 20 jaar bijna 50.000 doden, 30.000 hartinfarcten, 28.000 beroertes, 27.000 gevallen van diabetes type 2 en 4.000 gevallen van dikkedarmkanker voorkomen kunnen worden
Voorloper Nederland
Op dat moment liep Nederland nog voor. Tien jaar later, in 2012, wezen zowel de Wereldgezondheidsorganisatie WHO als het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift The Lancet op de gezondheidsproblemen van beweegarmoede. Op dat moment gingen wereldwijd jaarlijks 5,3 miljoen mensen voortijdig dood door te weinig beweging. Maar Nederland heeft er al die jaren niets aan gedaan. "Een stille ramp”, zegt hoogleraar neuropsychologie en fervent promotor van bewegen Erik Scherder van de Vrije Universiteit Amsterdam, "waar nauwelijks maatschappelijk debat over is."

Opvallend, want in de afgelopen 20 jaar is er van alles gedaan om mensen meer te laten bewegen. Er kwam een grootschalige bewegingscampagne met de naam "FLASH!" (Fietsen, Lopen, Actiemomenten, Sporten en Huishoudelijke klussen), gesponsord door onder meer (!) Coca-Cola en McDonald's. Duizenden beweegcoaches trokken de wijken in. Gemeenten en scholen gingen aan de slag. Maar liefst 14 verschillende ministeries maakten afzonderlijk beleid en projecten, waarvoor miljoenen euro's ter beschikking kwamen.

Onjuiste cijfers
In 2015 informeert minister Edith Schippers de Tweede Kamer over 15 jaar 'beweeggedrag', geanalyseerd door onderzoeksinstituut TNO. Schippers is de derde bewindspersoon die vooruitgang meldt. In eerste instantie bewoog nog minder dan de helft van de Nederlanders voldoende. Het aandeel steeg naar 68% om in 2015 uit te komen op 75%. Maar die cijfers kloppen niet. "En dat wéét het ministerie," schrijft de NRC. De meetmethode van TNO is niet accuraat, iets waar TNO niet geheimzinnig over doet. Als Schippers 'haar' 75% meldt, is er ook al een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau, dat wel accurate cijfers heeft. Daarin staat dat hooguit 63% van de Nederlandse bevolking voldoende beweegt. Hoewel het cijfer openbaar was, leidt het niet tot enig maatschappelijk debat.

De ministeries besluiten te gaan samenwerken. Dat dit al 20 jaar geprobeerd is, komt niet aan de orde
Wanneer in 2017 de beweegrichtlijnen verder worden aangescherpt, gaat het RIVM terugrekenen. Hoeveel mensen bewegen inmiddels voldoende vergeleken met 2001 toen de politiek 'meer bewegen' belangrijk vond? Het antwoord is ontluisterend. In 2001 voldeed net geen 40% van de Nederlanders aan die aangescherpte beweegrichtlijnen. In 2022, bij de laatste meting, was dat 43,1%. "Als je met de kennis en meetmethode van nu naar de hele bevolking kijkt, heeft nooit meer dan de helft van de mensen voldoende bewogen,” zegt RIVM-onderzoeker Wanda Wendel-Vos. Laat staan de 75% van Schippers.

Versnippering
Hoe dát kon gebeuren weet de NRC ook te vertellen. De overheid raakte verstrikt in een veelheid aan maatregelen. Al in 2002 krijgt ambtenaar Loek Jorritsma groen licht voor een Breed Interdepartementaal Sportberaad. Dat moet voorkomen dat al die 14 ministeries "allemaal zelfstandig potjes geld gaan verdelen", waardoor er heel veel beleid komt maar ziekte en dood niet worden voorkomen. Maar kort daarna komt er een nieuw kabinet en een nieuwe staatssecretaris. Het Sportberaad gaat als een nachtkaars uit. Jorritsma's memo verdwijnt in een la. Zonder een 'Sportwet' - die ook bij wisselingen van coalitie en regering van kracht blijft - krijgt het door Terpstra zo voortvarend ingezette beweegbeleid geen kans.

Uit pure frustratie schrijft Eric Scherder, die al jaren ijvert voor meer bewegen, in 2020, als bij de coronapandemie blijkt dat overgewicht een risicofactor is, samen met beroemdheden uit de sportwereld een open brief: 'Bewegen het Nieuwe Normaal'. In no time zitten ze bij waarnemend minister Martin van Rijn aan tafel. Ook minister Arie Slob (Onderwijs), staatssecretarissen Paul Blokhuis (VWS) en Tamara van Ark (Sociale Zaken) schuiven aan, net als 5 topambtenaren. Daarna gaat een werkgroep aan de slag. Vol enthousiasme. Het beleid is 'lange tijd "te versnipperd" geweest, en zo gaan de beweegdoelen nooit gehaald worden. Ze gaan nu "met verschillende ministeries samenwerken en grote ambities formuleren." Dat dit al 20 jaar geprobeerd is, komt niet aan de orde.

"U gaat weer een hele generatie opofferen,” zegt Scherder onomwonden tegen de groep.