De druk op Europese pastaproducenten om de prijzen te verlagen, neemt hand over hand toe. Want ondanks de dalende inflatie en prijzen van grondstoffen, stijgen de pastaprijzen maar door.
In Italië hebben consumentengroepen de mededingingsautoriteiten gevraagd om te onderzoeken of er wellicht - verboden - prijsafspraken zijn gemaakt. Ook roepen ze consumenten op tot een 'pastastaking'. In Frankrijk dreigt de regering voedselproducenten met financiële sancties als ze hun prijzen niet verlagen. In verschillende Europese landen overstijgt de pastaprijs-inflatie de 'gewone' inflatie en blijft deze aanhouden ondanks dat de tarwe die gebruikt wordt om de pasta te maken inmiddels flink in prijs gedaald is.

Pastafabrikanten, waaronder Barilla, De Cecco en La Molisana in Italië en Panzani in Frankrijk, houden vol dat hun pasta eerlijk geprijsd is.

Toch worden ze beschuldigd van 'graaiflatie', omdat klanten zich afvragen waarom ze nog steeds zoveel moeten betalen. Ook in Frankrijk zei Michel-Edouard Leclerc, baas van de Franse supermarktketen Leclerc, dat de prijsstijgingen voor pasta onverklaarbaar zijn, aldus Financial Times. Hij beschuldigde de deegwarenproducenten van een gebrek aan transparantie en van "zich verschuilen achter de oorlog in Oekraïne".

Maar voor een keertje hebben de hoge prijzen niet direct te maken met de Russische inval in Oekraïne. De pasta die in Europa wordt geconsumeerd, wordt namelijk voornamelijk gemaakt van Canadese harde tarwe. In Canada leidden extreme hitte en droogte in 2021 tot een scherpe productiedaling en dus prijsstijging, die piekte in december 2021. Sindsdien is de prijs van Canadese durum weliswaar met meer dan 40% gedaald, maar het prijspeil ligt nog altijd 18,8% hoger dan in juni 2021, vóór de prijspiek. "De prijzen zijn nog steeds hoog omdat bedrijven nog steeds de voorraden tarwe opmaken die ze tegen piekprijzen hebben gekocht", zegt Giuseppe Ferro, directeur van La Molisana, de op drie na grootste pastamaker van Italië. "Als dat over drie of vier maanden op is, zullen de prijzen dalen."

In de tussentijd hebben de pastamakers nog altijd te maken met de hogere energie-, logistiek- en verpakkingskosten die omhoog schoten na de Russische invasie in Oekraïne. Die kosten zitten nog wel degelijk in hun voorraad.

Voedselprijzen hebben de neiging om te blijven 'hangen', het na-ijleffect noemden we dat eerder op Foodlog, omdat niet alleen de basisingrediënten duurder worden maar ook die andere kosten. "[Voedselprijzen] stijgen heel snel als er een schok is en dan duurt het langer om te dalen," zei David Ortega, voedseleconoom en universitair hoofddocent aan de Michigan State University. "We zien de prijs van grondstoffen zoals tarwe aanzienlijk dalen. Maar de lonen stijgen nog steeds en sommige grondstoffen voor verpakking en andere zijn nog steeds hoog."

De 'discrepantie' tussen de kostprijs van tarwe en de uiteindelijke prijssticker op een pak pasta schuurt overal in Europa, maar het hardst bij de Italianen. Zij zijn 's werelds grootste pasta-eters met zo'n 23 kilo pasta per jaar. "Voor Italiaanse gezinnen is het een existentiële crisis", zegt Clive Black, analist bij Shore Capital. Want hoewel de inflatie de afgelopen maanden is gedaald, was de prijs van een kilo pasta in Italië in mei nog steeds 14% hoger op jaarbasis, en in april en maart was dat respectievelijk 15,7% en 17,5%. Ter vergelijking: in Frankrijk bedroeg de prijsinflatie voor pasta 21,4%, in Nederland iets meer dan in Italië met circa 16% en in Groot-Brittannië zelfs 27,6%.

In Italië heeft consumentenorganisatie Assoutenti voor volgende week een 'pastastaking' uitgeroepen. Een kopersstaking dus. Wat moeten de Italianen dan in die tijd? Gewoon, zelf thuis pasta maken. Dat kan wel goedkoper.