Ze vormen de bekendste plaag van Australië en blijken zich ook nog eens ongekend snel over het Australische continent verspreid te hebben: konijnen. Maar in tegenstelling tot wat tot nu toe werd gedacht, blijkt de echte konijnenexplosie terug te voeren te zijn op één en dezelfde zending konijnen in 1859. Daar zaten namelijk ook wilde konijnen bij, en die hadden de genen om zich zo razendsnel aan te kunnen passen aan de Australische omstandigheden. Tamme konijnen waren daarvoor letterlijk te tam.
De allereerste 5 tamme konijnen kwamen met de Eerste Vloot in 1788 mee naar Australië. Tot 1859 kwamen er nog zeker 90 keer konijnen mee, maar geen van deze populaties werd invasief. Pas vanaf 1859 gingen de konijnen los, om zich binnen 50 jaar, met een snelheid van 100 km per jaar over het hele continent te verspreiden. Het wereldrecord voor de 'snelste kolonisatie door een geïntroduceerd zoogdier ooit geregistreerd', schrijft The Guardian.

Een internationaal team van onderzoekers heeft op basis van historische data en nieuwe genetische gegevens van 187 Europese konijnen, meestal wild gevangen in Australië, Tasmanië, Nieuw-Zeeland, Groot-Brittannië en Frankrijk tussen 1865 en 2018, definitief vast weten te stellen dat de Australische 'konijnenplaag' begon in Barwon Park, het het landgoed van Thomas Austin, dichtbij Geelong in Victoria.

Op 6 oktober 1859 stuurde de broer van Austin, William, een zending wilde konijnen, gevangen op het land van de familie in Baltonsborough in Somerset (Engeland), samen met enkele tamme konijnen, op het schip Lightning. De 24 konijnen (meer dan er op de boot waren gezet) die op eerste kerstdag in Melbourne arriveerden werden naar Barwon Park gestuurd. Daar waren ze binnen 3 jaar in aantal toegenomen tot 'duizenden'.

"We zijn erin geslaagd om de voorouders van de invasieve populatie van Australië te traceren tot in het Zuid-Westen van Engeland, waar Austin's familie de konijnen in 1859 verzamelde", zegt hoofdauteur Joel Alves. "Onze bevindingen tonen aan dat ondanks de talrijke introducties in Australië, het één enkele partij Engelse konijnen was die deze verwoestende biologische invasie veroorzaakte, waarvan de gevolgen vandaag nog steeds merkbaar zijn."

Australië is er ondanks de bouw van konijn-proof hekken, de opzettelijke introductie van het myxoma-virus en andere maatregelen niet in geslaagd de konijneninvasie onder controle te krijgen. De knaagdieren blijven een van de belangrijkste invasieve soorten in Australië die de inheemse flora en fauna bedreigen en de landbouwsector naar schatting $200 miljoen per jaar kosten.

Wat was de doorslaggevende factor die de Austin-konijnen zich wél tot een invasieve plaag liet ontwikkelen? Zes ervan waren 'wildvang'.

De konijnen die vóór 1859 in Australië geïntroduceerd werden, werden vaak beschreven als konijnen met tamheid, mooie vachtkleuren en flaporen, eigenschappen die geassocieerd worden met tamme rassen, maar die normaal niet voorkomen bij wilde dieren. William Austin had zijn uiterste best gedaan om 6 wildvang konijnen te vinden, omdat wilde konijnen in de buurt van Baltonsborough niet voorkwamen. Hij vulde de zending aan met 7 grijze konijnen die hij kocht van de dorpelingen. Alves en zijn team ontdekten dat de konijnen die van Austin's importen afstammen een 'substantieel element van tamme voorouders' bevatten. De konijnen hadden zich tijdens hun 80-daagse reis voortgeplant, wat verklaart dat er meer konijnen aankwamen dan er verzonden werden.

"Deze bevindingen zijn belangrijk omdat biologische invasies een grote bedreiging voor de biodiversiteit in de wereld zijn en als je ze wilt voorkomen moet je begrijpen wat ze tot een succes maakt. [..] Het was de genetische samenstelling van een kleine groep wilde konijnen die een van de meest iconische biologische invasies aller tijden ontketende," aldus Alves. "Dit herinnert ons eraan dat de acties van slechts één persoon, of een paar mensen, een verwoestend effect kunnen hebben op het milieu."