Tijdens het avondeten merkt een kind op "ik vind dit niet lekker". Ouders lijken dat op te vatten als een 'ik ga het niet opeten' en reageren direct met "je eet het wel op!". Op een "ik vind het eten lekker" reageren ouders dan vaak weer niet. Onderzoeker Amy van der Heijden ontdekte opvallende 'tafelmanieren' bij het analyseren van video-opnames van avondmaaltijden.
Hoe communiceren gewone mensen in hun dagelijkse leven aan tafel. Zónder onderzoeker die live meekijkt. Amy van der Heijden, onderzoeker bij Strategische Communicatie en Humane Voeding en Gezondheid aan de WUR, vroeg gezinnen in een lage sociaal-economische situatie om 10 avondmaaltijden te filmen. Ze ontving 79 maaltijden op film.

Van der Heijden bekeek onder meer reacties van ouders op de 'voedselevaluaties' van het kind: het wel of niet lekker vinden van het eten. Wat (on)gezond eten is, kwam nauwelijks ter sprake. Net als het inhoudelijk ingaan op wat een kind lekker of vies vind. Als een kind zei eten lekker te vinden, bleef een reactie vaak uit. Vond een kind het niet lekker, dan kregen ze vaak als reactie dat het dat eten wel moesten opeten. "Ze vatten het op als 'ik ga het niet opeten', maar dat is niet wat er gezegd werd", aldus van der Heijden. Een andere optie is dat ze de opmerking van het kind niet serieus nemen. Ouders zouden het juist als een uitnodiging kunnen opvatten om het over smakelijk of gezond eten te hebben. Bijvoorbeeld wat vindt het kind wel lekker, wat zou het de volgende keer graag eten, waarom het gezond zou zijn of hoe het er uit ziet.

Van der Heijden onderzocht speciaal deze groep mensen omdat veel voedingsonderzoek gedaan is onder hoger opgeleiden of mensen met een hoog inkomen. Terwijl mensen met een lagere sociaal-economische situatie relatief ongezonder eten en vaker overgewicht hebben. Dat kan allerlei nadelige gevolgen hebben voor hun gezondheid. Dat verschil ontstaat vaak al in de kindertijd. Uit impliciete associatietesten bleek dat kinderen en ouders gezond eten onbewust wel belangrijk en lekker vinden. Gebrek aan tijd en geld zijn een voorbeeld van barrières waardoor hier niet altijd naar gehandeld wordt. Ook kan een 'ja' tegen een (goedkope) ongezonde snack een manier zijn om verschillende keren ‘nee’ te compenseren, bijvoorbeeld voor dingen waar geen geld voor is. Ongezonde troost dus.