Als er in Nederland een vogelgriepuitbraak vastgesteld wordt, zoals vandaag in het Friese Tzum, is de overheid er als de kippen bij om de dieren te ruimen en beschermende maatregelen te nemen, zoals een vervoersverbod en ophokplicht. Miljoenen kippen en eenden werden dit vogelgriepseizoen al geruimd. Maar wat te doen als de vogelgriep geen seizoensziekte meer blijkt, maar het hele jaar door de kop op blijft steken? En bovendien net zo dodelijk toe blijkt te slaan bij wilde watervogels als in de intensieve pluimveehouderij? Aan de kusten van de Noordzee ontrolt zich een drama.
Sinds enkele weken komen er berichten binnen dat langs de Belgische kusten veel dode vogels worden aangetroffen. Het Belgische Gezondheidsinstituut Sciensano heeft ondertussen vastgesteld dat het om vogelgriep gaat, H5N1, een hoogpathogene variant. Vogels die in kolonies broeden, zoals meeuwen, sterns en aalscholvers worden met tientallen dode dieren aangetroffen.

Ook langs de Nederlandse kust slaat de vogelgriep ongenadig toe. Zowel op Texel als in Zeeuws-Vlaanderen vinden momenteel forse uitbraken plaats, met duizenden dode sterns tot gevolg. Natuurbeheerders in beschermende witte pakken rapen de dode vogels op. "Het lijkt erop dat de grootste kolonie op Texel van ongeveer 3.300 broedparen volledig is weggevaagd door deze extreme uitbarsting van de vogelgriep”, aldus Natuurmonumenten.

Volgens het Agentschap Natuur en Bos en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek is de massale sterfte het gevolg van een erg dodelijke mutatie van het vogelgriepvirus. Eind 2021 dook deze variant al op in Frankrijk, waar sinds december al 16 miljoen stuks pluimvee zijn geruimd. Maar nu wordt voor het eerst geconstateerd dat de vogelgriep ook in de broedperiode bij wilde watervogels heerst. Dat lijkt erop dat de ziekte endemisch is geworden. Behalve grote sterns worden populaties van andere watervogels getroffen. Onder Jan-van-Genten (10% van de Schotse populatie is volgens de berichten dood gegaan), grote jagers, kokmeeuwen, zeekoeten, visdieven en papegaaiduikers worden zieke en dode vogels gemeld.

Voor de grote stern kan de huidige uitbraak dramatisch uitpakken. De vogels overwinteren in Afrika en broeden bij ons. Ze kunnen wel 30 jaar oud worden en brengen slechts een klein aantal jongen groot tijdens hun leven. Doordat ze in kolonies broeden - met vaak maar enkele tientallen centimeters tussen de nesten - liggen de kolonies vol uitwerpselen met daarin besmettelijk virus. Het kan vele tientallen jaren duren voor de populatie zich van deze massale sterfte zal kunnen herstellen.