Vanaf woensdag 15 juni is de Hollandse Nieuwe weer te koop. Maar de animo voor de typisch Hollandse seizoensspecialiteit taant al jaren. Vergrijzing, onbekendheid met de smaak onder jongeren en nieuwe Nederlanders, afgrijzen bij het idee (semi)rauwe vis te eten, het zijn allemaal factoren die bijdragen aan de verminderde belangstelling. Zelfs Japanners, die toch gewend zijn rauwe vis te eten, bleken niet voor de Hollandse Nieuwe te porren. Des te blijer waren de Nederlandse haringvissers toen Rusland en Oekraïne, de twee grootste visetende landen van Europa, wel geïnteresseerd bleken. Tot dit voorjaar de oorlog uitbrak. Daarmee viel in één keer de export stil. In combinatie met de pijlsnel gestegen brandstofprijzen loont het nu voor haringvissers zelfs niet meer hun haring tot Nieuwe te verwaarden. In het vismeel dan maar met die unieke Hollandse maatjes.
Dertig Noorse en een paar Deense trawlers varen jaarlijks, als de haring vet genoeg is, uit om Noordzeeharing te vangen. Dit jaar mogen Nederland, België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Frankrijk, Zweden en Noorwegen 427.628 ton haring uit de Noordzee vangen. Daarvan is naar schatting nu zo'n 60% van opgevist. Verreweg het grootste deel wordt verwerkt tot rolmops, gemarineerde haring, gerookte haring of gewoon ingevroren en geëxporteerd. Naar Nigeria bijvoorbeeld, waar de 220 miljoen Nigerianen dol zijn op de hele, onbewerkte, diepgevroren Noordzeeharing voor €1 de kilo. Van 25.000 ton wordt Hollandse Nieuwe gemaakt. In totaal 180 miljoen haringen. De helft gaat als maatjesharing naar Duitsland, zelf eten we er 76 miljoen nieuwe haringen van en voor de overige 14 miljoen nieuwe haringen zijn de Belgen te porren.

Maar dit jaar is er dus een probleem. Door de hoge dieselprijzen brengen de trawlers hun haring niet snel genoeg naar de 6 verwerkingslocaties in Denemarken en Noorwegen om er nog Nieuwe van te maken. "Haring voor Hollandse Nieuwe moet vers zijn", zegt Ton van der Plas, de commerciële man van Parlevliet en Van der Plas, een van Nederlands grootste haringhandelaren. "Al na een uur of tien beginnen de enzymen in de ingewanden van een haring te werken en wordt de vis minder geschikt." Dat betekent dat - in normale omstandigheden - de trawlers vaak maar deels gevuld terug naar de havens varen. Een schip dat 2000 ton vis kan bergen, komt dan met bijvoorbeeld zo'n 100 ton al lossen.

De dure diesel steekt een spaak in dat wiel. Schippers geven er de voorkeur aan niet heen en weer te pendelen tussen haven en visgronden, maar op zee te blijven vissen tot de ruimen vol zijn. Nog steeds met haring, maar die is dan niet meer geschikt voor consumptie door mensen. Wel voor verwerking tot vismeel, voor de kweekzalm bijvoorbeeld. Ondanks dat onverwerkte haring vissers €0,80 per kilo opbrengt, en vismeelharing slechts €0,60, blijkt een vismeelreis toch lucratiever.

Gaat de Nederlandse haringhapper hier nog iets van merken? "Mwah", zegt Van der Plas. Behalve de brandstofkosten zijn ook de kosten van het vervoer naar Nederland, de energie voor koeling, het karton van de dozen en de plastic emmertjes duurder geworden. Maar de productiekosten zijn maar een klein deel van de verkoopprijs. Hoe klein? Gemiddeld gaan er 8 maatjes in een kilo. Bij de visboer kosten een nieuwe €2,50 of nog meer. De visboer is dan ook de enige die goed geld verdient aan de haring.