Meer inzicht in gezondheidsrisico's door 'nieuwe stoffen'in drinkwater

KWR-onderzoeker Merijn Schriks heeft van veertig zogeheten 'nieuwe stoffen' waarvoor in Nederland nog geen drinkwaternormen bestaan, in kaart gebracht in welke concentratie ze voorkomen. Bovendien heeft hij voorlopige drinkwaternormen geformuleerd. Schriks publiceert zijn onderzoek in het internationale wetenschappelijke tijdschrift 'Water Research'. Het is online al beschikbaar.

Hoe beter je meet, hoe meer je vindt
In watersystemen over de hele wereld komen duizenden chemische stoffen voor. Door steeds betere chemisch-analytische technieken worden er steeds meer 'nieuwe stoffen' (emerging compounds) in grond-, oppervlakte- en/of drinkwater opgespoord. Dat gaat tegenwoordig zo snel, dat er nog niet voor alle stoffen officiele gezondheidskundige drinkwaternormen bestaan. Toch is het belangrijk om te weten of dat soort stoffen een gevaar voor de gezondheid opleveren, zodat waterbedrijven eventueel bijtijds maatregelen kunnen nemen of beleid kan worden bijgesteld.

Rijndelta
Onderzoeker dr. Merijn Schriks (KWR Watercycle Research Institute, Kennisgroep Waterkwaliteit en Gezondheid) onderzocht vijftig stoffen die aangetroffen zijn in grondwater, drinkwater en/of oppervlaktewatwr. Het gaat om stoffen als geneesmiddelen, benzineadditieven, gewasbestrijdingsmiddelen en rontgencontrastmiddelen. Voor tien van die stoffen bestonden al wel drinkwaternormen (van de WHO), maar voor de rest niet. Voor die stoffen heeft Schriks nu een voorlopige of indicatieve gezondheidsskundige drinkwaternorm afgeleid op basis van toxicologische literatuur zoals de Tolerable Daily Intake(TDI).
Verder verzamelde Schriks literatuurgegevens over de hoogste gemeten concentraties van de bewuste stoffen in drinkwater en in oppervlakte- en grondwater in de Rijndelta, met de nadruk op Nederland. Deze concentraties werden vergeleken met de indicatieve drinkwaternorm om een indruk te krijgen over de veiligheidsmarge.

Schriks stelde een flinke veiligheidsmarge vast bij de meeste door hem onderzochte stoffen. Anders gezegd: de meeste stoffen komen in te lage concentraties in het water voor om gezondheidseffecten te kunnen veroorzaken. Bij drinkwater zijn die veiligheidsmarges zelfs nog groter dan voor oppervlaktewater en grondwater.
Wel constateerde hij dat het zaak is een paar stoffen (1,4-dioxane, benzeen, NDMA carbamezepine en twee perfluorverbindingen)in de gaten te houden, omdat ze relatief lage indicatieve drinkwaternormen hebben en dus snel kunnen worden overschreden. Ook zijn niet van alle onderzochte stoffen de concentraties in drinkwater bekend. Bij het huidige onderzoek is geen rekening gehouden met eventuele interacties tussen stoffen, omdat daarvoor nog geen eenduidig geaccepteerde methodologie bestaat. Onderzoek daarnaar is inmiddels opgestart binnen het Bedrijfstakonderzoek (BTO) van de Nederlandse drinkwaterbedrijven.

Het artikel 'Toxicological relevance of emerging contaminants for drinking water quality'wordt gepubliceerd in 'Water Research'. Het is online al beschikbaar via:
http://dx.doi.org/10.1016/j.watres.2009.08.023
De auteurs zijn: Merijn Schriks, Minne B. Heringa, Margaretha M.E. van der Kooi, Pim de Voogt en Annemarie van Wezel - allen verbonden aan KWR Watercycle Research Institute in Nieuwegein.

Bron: persbericht KWR 12 oktober 2009
Dit artikel afdrukken