"Dingen worden groter gemaakt. omdat slechte intenties worden verondersteld”, zegt Heinekentopman Dolf van den Brink in een interview met het AD.
Hij doelt daarmee zowel op de statiegeldaffaire als Heinekens voortslepende aanwezigheid in Rusland. "Zo’n affaire als met het statiegeld wordt beoordeeld op basis van wantrouwen. Ik heb daar geen waardeoordeel over, maar de situatie is heel wat complexer dan nu wordt voorgedaan." Volgens Van den Brink ging het puur over de logistiek, niet over de intentie: "We hebben die maatregel altijd gesteund. Ook omdat statiegeld ons enorm helpt onze milieu-uitstoot terug te brengen."
En in Rusland ís er een koper, en ligt er een overeenkomst. "Het is teleurstellend dat aan onze intenties wordt getwijfeld. We waren maart vorig jaar een van de eerste multinationals die aankondigde uit Rusland te vertrekken. [..] We dachten dat verkoop wel voor eind 2022 zou lukken. Achteraf bezien zijn we te optimistisch geweest. Omdat het niet lukte, werden we kwetsbaar. Als ik de klok kon terugzetten, zou ik anders doen. Maar dat zou niet betekenen dat het ook sneller zou gaan. [..] Mensen denken: het is sleutels inleveren en vertrekken. Maar de normale spelregels gelden niet in dat land. Er moet goedkeuring komen van de Russische staat."
En dan nog kan die staat besluiten de Heineken-activiteiten te nationaliseren, zoals onlangs gebeurde bij Carlsberg en Danone. Van den Brink: "De timing van een exit ligt buiten onze controle. We werken nu met man en macht om die transactie goedgekeurd te krijgen."