Meer, meer, meer
Technologie, innovatie en efficiëntie zijn de ultieme oplossingen om de wereld duurzaam te maken, vertelde hij. Met technologie kunnen we de wereld voeden, meer en goedkopere energie opwekken. Het antwoord is meer economie en handel, meer productie en welvaart, meer en slimmere computers die zich op meer manieren in ons leven gaan manifesteren en dat zullen controleren.
Efficiency en innovatie leiden niet tot duurzaamheid
Deze techno-utopische visie druist in tegen wat we als Wageningse wetenschappers al lang weten: onze ecologische footprint moet krimpen. Groei correleert sterk met degradatie van ecosystemen. Efficiency moet daarom een tegenwicht krijgen in de vorm van veerkracht om self-organized criticality te voorkomen. Welvaart is niet hetzelfde als welzijn en oneindige groei op een eindige planeet is fysiek onmogelijk aangezien geen enkel proces 100% efficiënt kan zijn. Historisch gezien is er bovendien geen enkel voorbeeld te noemen van een maatschappij waarin efficiëntie en innovatie tot duurzaamheid leidde. Op Paaseiland was men vast erg efficiënt en innovatief in het gebruiken van alle stukken van de bomen die men omkapte. Een afname in energie-doorvoer, maatschappelijke complexiteit en/of een afname van de omvang van de bevolking is noodzakelijk om binnen ecologische limieten te blijven.
Onbegrip voor het kantelpunt
Bill ziet in zijn werk dagelijks ziet hoe in Afrika de ecosysteemdiensten het massaal af laten weten om een leefbare omgeving te bieden aan haar inwoners. Ik snap niet dat hij niet inziet dat economie een sub-systeem is van de ecologie. Zijn onbegrip voor het kantelpunt waarop we ons begeven kwam goed naar boven toen de werken van Thomas Piketty en Naomi Klein ter sprake kwamen. Hij ziet de ontwrichtende kracht van groei niet en mist daarom de ecologische en sociale uitbuiting die daarmee samenhangen.
Accepteer de consequenties van radicale verandering
Ik had gehoopt dat Bill hierin verder zou zijn en voor een duurzame, inclusieve, democratische en binnen ecologische limieten opererende samenleving zou pleiten. Hij zegt dat een mensenleven overal evenveel waard zou moeten zijn en ik steun hem van harte in het waarmaken van dat voornemen. Maar ik zou hem willen vragen: accepteer alsjeblieft de ecologische, sociale en economische consequenties van de radicale verandering die bij zo'n nastrevenswaardig statement horen.
Erik-Jan van Oosten is onlangs afgestudeerd als landschapsarchitect. Hij was een van 1600 studenten die bij de opnames van College Tour waren en Bill Gates mochten interviewen. Hij werk nu aan een dissertatie. Bovenstaand stuk verscheen in een licht afwijkende versie op Resource. De uitzending met Bill Gates is te zien via Uitzending Gemist.
Fotocredits: Bill Gates, still, NTR
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
@Melchert, #259, ''Wel is het zo dat groei van de reële, fysieke economie niet per definitie een groei van het immateriële welbevinden hoeft te betekenen (het kan er zelfs afbreuk aan doen).'' Dat is een understatement. Ik zou het omdraaien: de praktijk leert dat de reële, fysieke groei van de economie vanaf een bepaald punt neigt naar een afbraak van immateriële waarden en daarmee aan het welbevinden van grote groepen mensen. Juist omdat economische groei slechts in materiële waardestijging wordt uitgedrukt raakt de waarde van het immateriële buiten beeld. Alleen door ingrijpen in (matiging van) groei kunnen wij proberen een balans tussen materiële welvaart en immaterieel welzijn te bereiken, waarbij beiden zo goed mogelijk verdeeld zijn over allen. Het Bhutaanse begrip Bruto Nationaal Geluk is zo gek nog niet ... dat paart economische groei aan geluk en welzijn van zijn inwoners. (Al gaat ook daar niet alles van een leien dakje, natuurlijk.)
Cor #258, vraagje: waarin verschilt het toekennen van waarde aan "mooie stukjes papier met mooie gedachten" met het bieden van 6000 Florijnen (de waarde van een grachtenpand destijds) voor een mooie tulpenbol in de 17e eeuw?
We weten hoe het met de tulpenhandel is afgelopen ...
De economie is gegrond in de fysieke leefomgeving. Zodra we het immateriële gaan verhandelen, of het nu om een klassiek concert gaat, of om een aandeel Uber, zal iedere prijs die we aan het immateriële hangen vroeg of laat in de reële, d.w.z. fysieke economie moeten worden terugverdiend. Dat zijn we in de huidige economie iets te veel uit het oog verloren en nu mogen we op de blaren zitten (kredietcrisis, ecologische crisis). Iets belangrijk vinden, of ergens in geloven, is helaas niet voldoende om iets te laten werken ...
Wel is het zo dat groei van de reële, fysieke economie niet per definitie een groei van het immateriële welbevinden hoeft te betekenen (het kan er zelfs afbreuk aan doen).
Groei in wat :) ?
In 1983 - of daar in de buurt - schreef ik eens een column over economische groei door het toekennen van waarde aan mooie stukjes papier me mooie gedachten en daar dan in en mee handelen. Als mensen het belangrijk vinden en er in geloven, werkt het gewoon.
Uiteraard moet een deel vd economie ook zorgen voor levensbehoeften als eten, onderdak, maar er is daarnaast ruimte genoeg voor andere dingen, die veel leuker zijn dan elkaar de tent uitvechten, de zaak plat bombarderen en dan weer opbouwen ;)
@ Erik-Jan, #256 Hoe reëel is die keuze? Op de een of andere manier weten we allemaal individueel wel wat zou moeten, maar collectief lukt het ons maar niet om daar werkelijk gestalte aan te geven. Groeidrang komt blijkbaar voort uit onze (volgens Dick V. biologisch gegeven) drang om als soort te blijven voortbestaan, maar tegelijkertijd is het ons doodvonnis. Wij zouden er goed aan doen om ons bestaan als soort toch eens wat meer te relativeren, d.w.z. minder antropocentrisch met de aarde om te gaan. Ik denk daarbij aan de indringende laatste boodschap die Wubbo Ockels op de dag van zijn overlijden aan ons heeft meegegeven, waarvan ik zeer onder de indruk ben.
@vera #255. er zit op dit moment 400 ppm. CO2 in de lucht, voorheen corrigeerde natuur dat zelf ruim voordat deze concentratie bereikt was. Deze grafiek laat dat mooi zien . Er zij zo veel positieve en negatieve feedback loops en tipping points dat we eigenlijk geen idee hebben hoe groot onze speelruimte is en of we al in "overshoot" zitten. Wel weten we dat onze kansen ruim groter zijn onder de 2 graden dan boven de 2 graden opwarming. Maar dat is kans, geen zekerheid. We bevinden ons in onbekend vaarwater waarbij het de vraag is of er wel een veilige weg terug is.
Praktisch kunnen we daar niet zo veel mee, het enige voorbeeld dat ik ken waarbij er op een positieve manier met dit gegeven omgegaan wordt is de transition town beweging. Die proberen een langzame maar gestage afbouw van hun impact op de planeet in gang te zetten en daarbij de kwaliteit van leven te verhogen. De keuze is om OF tegen onze groei-drang in te gaan en jaarlijks 6% minder fossiele brandstof te gebruiken (dat is wat nodig is om onder de 2 graden opwarming te blijven, 6% minder olie, kolen en gas per jaar) OF we gaan door met onze groei totdat zo'n abrupte reset optreed.