In 2022 maakten grote zorgen zich meester van bazen van supermarktformules. Hun omzet daalde met 7,1%, terwijl de prijzen stegen en ze niet alle hogere inkoopkosten hebben doorberekend aan hun klanten. Hun marges daalden fors. Tegelijk moeten ze investeren in technologie, duurzaamheid en personeel met (digitaal) talent. De rest van dit jaar staat de vraag centraal hoe supermarkten deze uitdagingen het hoofd kunnen bieden.
Aan het woord zijn Kathleen Martens en Nora Ottink van McKinsey in Distrifood. Het bureau interviewt jaarlijks 50 topmanagers in de supermarktsector in combinatie met een consumentenonderzoek.

Een euro omzet om 2 cent te verdienen
Martens en Otting vinden de daling van de operationele winst van supermarktorganisaties zorgwekkend. Omdat het bedrijven zijn met een winst voor belastingen (EBIT) van 2-4% (wat betekent dat ze een euro moeten omzetten om 2 tot 4 cent te verdienen en over die winst moeten ze nog belasting betalen) hebben ze geen dikke reserves om tegenvallers op te vangen. Om de gevolgen van de lage winst te verzachten, hebben veel supermarkten er dan ook voor gekozen om investeringen uit te stellen. Maar de noodzaak om te investeren klopt op de deur.

Niettemin blijft de druk op de marges aanhouden. Dat komt grotendeels vanwege de inflatie die de lonen verhoogt, wat resulteert in hogere personeelskosten. De vraag naar werknemers met digitale vaardigheden groeit; dat leidt tot meer kosten voor talentacquisitie en -behoud. Het aantrekken van gespecialiseerd talent voor nieuwe inkomstenbronnen zoals retailmedia is ook kostbaar maar potentieel winstgevend voor supermarkten.

Het groeiende aandeel kwalitatief uitstekend geworden huismerken (private brands) in onze boodschappentassen is naar verwachting blijven en krikt ook de rentabiliteit op. Deze verschuiving heeft echter ook z'n weerslag. Het aandeel van merkfabrikanten neemt af en geeft supermarkten met sterke private brands een betere onderhandelingspositie, maar verzwakt de bestaande marges van fabrikanten.

Duurzame druk
Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt voor zowel supermarkten als consumenten, en ceo's nemen dit serieus, omdat het leeuwendeel van de CO2-emissies uit de landbouw (50% volgens McKinsey) wordt verkocht via de kassa van supermarkten. Dat verhoogt de druk op supermarktbazen om eisen te stellen. Consumenten zullen naar verwachting blijven aandringen op duurzamere producten en processen.

Om de benodigde investeringen in technologie, duurzaamheid en talent in de komende jaren te kunnen financieren, verwachten de McKinsey-onderzoekers dat schaalvergroting in de supermarktsector zal toenemen, niet alleen nationaal maar vooral ook internationaal. Grootschalige fusies en overnames, zoals die tussen Ahold en Delhaize, zullen waarschijnlijk frequenter voorkomen. Schaalvergrotingen van die omvang maken het mogelijk om te blijven investeren, competitief te blijven en goedkoper te kunnen inkopen.

Kunstmatige intelligentie (AI) belooft de operationele kosten drastisch te verlagen. Hoewel AI nog in de beginfase van toepassing verkeert, geloven experts dat het in de toekomst tot 40% van de winkelactiviteiten kan automatiseren, van klantvragen beantwoorden tot afrekenen. Daar zit de echte muziek, als die tenminste verzilverd kan worden.

Al met al staan supermarkten voor de uitdaging om met een ver gekrompen marge toch te investeren en te verduurzamen. Robotisering (AI) en schaalvergroting zijn de facto de antwoorden om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van politiek en consumenten. Voedsel moet betaalbaar blijven en duurzaam zijn. Dat noopt tot het organiseren van inkoopkracht en zo laag mogelijke operationele kosten. Precies om die reden gaf de Noord-Hollandse supermarktformule DEEN de pijp aan Maarten, gaf de Zuid-Nederlandse formule Jan Linders zijn zelfstandigheid op en besloten recent Boni en Nettorama de samenwerking op te zoeken.

Britse Centrale Bank en Parijs
Pikant bij dit nieuws is dat media en daarom politiek en publiek grotendeels van mening zijn dat het geld bij supermarktbedrijven over de plinten klotst. The Guardian bracht afgelopen weekend een artikel waarin de Britse Centrale Bank constateert dat bedrijven zich via extra hoge prijsverhogingen verrijken over de rug van consumenten. De Franse overheid heeft inmiddels door dat de wereld anders in elkaar zit. De aanpak van Parijs om fabrikanten dan maar hard aan te pakken is echter al evenmin een oplossing voor het echte probleem: consumenten kunnen binnen hun bestaande leefstijl niet meer betalen voor hun boodschappen. En toch gaan bedrijven proberen het wél voor elkaar te krijgen in een wereld die ze zo efficiënt mogelijk proberen te organiseren. Dat betekent verdere schaalvergroting en - straks - het verwijt dat grote bedrijven (veel) te veel macht hebben.

De Financial Times kwam maandag met een uitgebreide en genuanceerd artikel over de ook in Groot-Brittannië logische winnaars Lidl en Aldi in tijden van dure boodschappen. Maar de andere supermarktformules gaan hen de markt niet laten, hoe efficiënt dat ook zou zijn. Ze zetten de achtervolging in. Een ideale efficiënte wereld bestaat niet.

Nederlandse supermarkten lijken zich vooralsnog niets aan te trekken van de beschreven trend naar een efficiënte internationale in- en verkoopstrategie. De grote formule Albert Heijn zet al jaren fors in op inkoop van boerenvers uit Nederland. Verder is in alle formules wel een Hollandse vlaggetje in de schappen te vinden om consumenten duidelijk te maken dat hun eten van om de betrouwbare hoek komt waar je eventueel even langs kunt fietsen om te constateren dat de boer, tuinder of teler echt bestaat. Wel komen ook bij hen grote zorgen op over inkoopzekerheid: wat je van ver haalt, kan soms zomaar niet meer hierheen komen. Die zorg kan mede bepalend zijn voor de keuze van nationaal product voor zover wat supers verkopen in ons land verkrijgbaar is (koffie en sinaasappelen zijn dat bijvoorbeeld niet). Mogelijke verstoringen van toeleveringsketens kunnen zelfs bepalend worden voor wat zij in toekomstige internationale combinaties inkopen en elders uitventen.