De discussie over de 'degrowth'-economie, zoals voorgesteld door Kate Raworth in haar boek Doughnut Economics, roept vragen op over de haalbaarheid en wenselijkheid ervan, zegt oud-ABN Amro-econoom Han de Jong in zijn BNR-column.
De Jong deed enkele jaren geleden mee aan een paneldiscussie over de economische gedachten van Raworth. De zaal was overwegend positief. Hij vond het maar niks en dat werd hem niet in dank afgenomen.

De Jong zegt te snappen dat een groeiende economie ongunstig uitpakt voor het milieu en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, maar vraagt zich tevens af of Raworth's utopische visie realistisch is. Historisch zijn dergelijke utopische visies volgens hem vaak mislukt. Hij vraagt zich bovendien af of er binnen zo'n gemeenschap voldoende motivatie is om actief deel te nemen aan de samenleving.

Inmiddels is de 'degrowth'-beweging, die Raworth en haar ideeën omarmt, gegroeid. Jason Hickel, een van de pleitbezorgers van degrowth, sprak zelfs voor de Tweede Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat en kreeg veel media-aandacht.

De Jong denkt dat degrowth intuïtief aantrekkelijk is voor mensen die economische groei associëren met materialisme en die zelfkastijding als een oplossing zien. Bij ons welvaartsniveau ziet hij economische groei juist als meer keuze en comfort, mits die gepaard met milieubehoud en verantwoord gebruik van hulpbronnen.

De Jong vindt het opvallend dat we al onbedoeld op weg zijn naar degrowth door toenemende regelgeving en capaciteitsproblemen. De onvrede in de samenleving ziet hij toenemen omdat er geen groei is, vooral niet onder jongeren.

De Jong ziet degrowth als een herhaling van het communisme in Oost-Europa dat leidde tot degrowth en beperkte vrijheid. Het verbod op particulier eigendom bleek de enige manier om economische groei te voorkomen. Daarom concludeert hij dat degrowth kan leiden tot onvrijheid en "een herhaling van catastrofale fouten uit het verleden".

Dat we moeite hebben om niet te groeien, rijker te worden en comfortabeler te leven, is evident. De vraag die rest, is vermoedelijk of er ook groei kan zitten in niet-materiële welvaart, zoals de al weer wat oudere notie van Bruto Nationaal Geluk die zich realiseert in onder meer heel betrokken transition towns die zich richten op hun eigen idee van samenleving.