De vier vissers die nog op spiering mochten vissen in de Waddenzee, moeten daar mee stoppen. De rechtbank Midden-Nederland bepaalde dat de door de minister van LNV afgegeven vergunningen in strijd zijn met het voorzorgsbeginsel uit de natuurwetgeving en haalde een streep door de vergunningen.
Nederland telt nog 4 spieringvissers, die in 8 afgebakende gebieden in de Waddenzee onbeperkt met sleepnetten op spiering mochten vissen. Die gebieden waren bijvoorbeeld de spuikommen bij Kornwerderzand en Den Oever, waar de spiering zich massaal verzamelt om naar het IJsselmeer te trekken, schrijft NatureToday. In het IJsselmeer is de spieringvisserij al sinds 2013 verboden, maar in de Waddenzee mocht het nog wel.

Vogelbescherming Nederland spande een aantal jaren geleden een rechtszaak aan tegen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit omdat onvoldoende vast zou staan dat de spieringvisserij niet nadelig zou zijn voor het voedselaanbod voor visetende vogelsoorten zoals de aalscholver, fuut, grote zaagbek, middelste zaagbek, nonnetje, dwergmeeuw, visdief en zwarte stern. Vogelsoorten waar het in veel gevallen niet goed mee gaat, onder meer door voedselgebrek.

De oproep aan het ministerie is duidelijk: bij twijfel geen vergunning verlenen voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor de natuur
Het ministerie van LNV vroeg Wageningen Marine Research uit te zoeken of 'ecologische risicoanalyses' (ERA) bruikbaar zouden kunnen zijn om tot een afgewogen besluit te komen voor de spieringvisserij. "Over spiering weten we een paar dingen heel zeker, waaronder dat het een ongelooflijk belangrijke voedselbron is voor zowel visetende vogels als voor roofvissen, zoals de snoekbaars," zegt Joep de Leeuw, een van de auteurs van het rapport, in Resource. "Maar wat de visserij precies betekent voor de spieringstand, en daarmee deze voedselbron, is niet met zekerheid vast te stellen."

Spiering (Osmerus eperlanus) is een vis met een razendsnelle levenscyclus: binnen een half jaar is de vis geslachtsrijp. In gunstige omstandigheden neemt de populatie razendsnel toe, maar er doen zich ook regelmatig grote afnames voor. "Bij een populatie met zo’n hoge dynamiek is de precieze impact van visserij heel lastig te isoleren en te kwantificeren. Dat krijg je wetenschappelijk amper dichtgetimmerd," aldus De Leeuw. Er zijn wel aanwijzingen dat de visserij op spiering het voedselaanbod voor vogels en roofvissen vermindert. Maar in welke mate is onduidelijk.

Voldoende onduidelijk voor de rechtbank om te oordelen dat significante effecten op de visetende vogels in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en IJsselmeer niet met de wettelijk vereiste zekerheid zijn uitgesloten. De vergunningen hadden daarom niet verleend mogen worden.

Het vonnis raakt maar vier vissers, maar vergroot de onzekerheid binnen de visserijsector. "De directe impact van deze rechterlijke beslissing is relatief klein, maar de symbolische en contextuele impact is groot," aldus Marloes Kraan, die de Nederlandse visserijgemeenschappen in kaart bracht vanuit Wageningen Economic Research.

In NatureToday onderstreept Vogelbescherming Nederland de noodzaak voor het ministerie van LNV om zorgvuldiger te toetsen op ecologische effecten, waarbij het natuurbelang voorop staat en het voorzorgsbeginsel correct wordt toegepast. De oproep aan het ministerie is duidelijk: bij twijfel geen vergunning verlenen voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor de natuur.