"Technisch is het mogelijk om Nederland te beschermen tegen een zeespiegelstijging tot aan 3 meter," maakte de Rijksoverheid vandaag bekend. Dat is opgelucht ademhalen voor de komende decennia, omdat er nu nog geen dramatische besluiten genomen hoeven te worden over opgeven van polders of bouwen van een totaal nieuwe kustverdediging. Hét probleem dat op korte termijn wel aandacht verdient, is zoetwaterschaarste.
"De zeespiegel stijgt en gaat in de toekomst nog sneller stijgen. Tegelijkertijd ligt ons hele Koninkrijk aan zee. Dat maakt het voor mij cruciaal om boven op de laatste kennis te zitten," zegt minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) bij de presentatie van het 'Kennisprogramma Zeespiegelstijging'. Dat is de publicatie van een reeks technische onderzoeken die het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris hebben laten uitvoeren.

Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging bouwt voort op de vorige maand gepresenteerde nieuwe klimaatscenario's van het KNMI, aldus de NOS. In die klimaatscenario's zitten veel onzekerheden die samenhangen met de snelheid waarmee de wereld de uitstoot van broeikasgassen weet te beperken maar ook de snelheid waarmee het ijs op Antarctica of Groenland smelt. In het slechtste geval is eind deze eeuw de 3 meter stijging al bereikt, in het beste is dat nog niet het geval in 2300.

'Ruimtelijke schuifpuzzel'
Nederland beschermt zich tegen het stijgende zeewater door zand aan te voeren om de kustlijn op zijn plek te houden en de duinen te verstevigen. En we hebben dijken, dammen, stormvloedkeringen en sluizen gebouwd om het zeewater buiten te houden. Die aanpak volstaat de komende tijd, al is er wel vier keer zoveel veel zand uit de Noordzee nodig als nu (waarvoor voorzieningen getroffen moeten worden) en moet er ruimte worden vrijgehouden voor de dijkversterking van de bijna 2.000 kilometer duinen en dijken in ons land. "In de ruimtelijke schuifpuzzel die het land toch al is, zal dat de komende jaren ongetwijfeld ‘tot discussie en spanning leiden’," schrijft Maarten Keulemans in de Volkskrant. "Nederland zit immers ook al met de stikstof- en natuurdoelstellingen, de energietransitie, de wooncrisis en de hervorming van de landbouw."

Zoetwatertekorten
Het directe probleem waar we mee te maken krijgen, is verzilting. Als de zeespiegel stijgt, komt er ook meer zout water ons land binnen. Via het grondwater, maar ook via de zeesluizen en de Nieuwe Waterweg. "Vroeger was er voldoende rivierwater en regenwater om het zout weg te spoelen," schrijft de overheid. Nu zijn maatregelen nodig om het beschikbare zoete water zo goed mogelijk te beschermen, "bijvoorbeeld door bij sluizen instroming van zout water tegen te gaan. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om water beter vast te houden en naar zuiniger gebruik van het zoete water, bijvoorbeeld door andere manieren van landgebruik."

Volgens Keulemans gaat er langs de kust en in de polders van Zeeland en de Waddeneilanden een strook van naar schatting 10 tot 20 kilometer breed ontstaan waar de verzilting niet meer tegen is te gaan. "Goed nadenken dus wat voor landbouw je er bedrijft, en of je er nog wel woonwijken of industrie wilt bouwen."

Grootse toekomstvisies
En op de langere termijn dan, als de zeespiegel blijft stijgen? Er zijn vier opties: afsluiten van de riviermonden en verhogen van de dijken, of doorgaan zoals nu met vrij uitstromende rivieren en steeds nieuwe aanpassingen. Ingrijpender is 'meebewegen': leren leven met verzilting en wateroverlast en gaan wonen op terpen en 'vernuftige vernieuwingen' als drijvende steden. Of de vlucht naar voren: de Nederlandse kustlijn uitbouwen en een meer creëren tussen een zeedijk en de huidige kust.

Het moment om knopen door te hakken "nadert sneller dan de zee stijgt," aldus de NOS, doordat de ene strategie haaks kan staan op de andere. "Belangrijke investeringen van honderden miljarden in woningbouw en infrastructuur doen we voor honderd jaar of meer", zegt staflid Jos van Alphen van de deltacommissaris. "We moeten dus nu al nadenken of we dat wel op de juiste plek doen." Begin volgend jaar moet duidelijk worden wat de vier verschillende grootse toekomstvisies ongeveer gaan kosten.