Zeewier en algen zijn 'hot'. Zeewier ís voedzaam, het is lokaal, het is gezond en het is duurzaam. Niet voor niets zijn er 'zeewierderijen' en grootschalige projecten om algen te ontginnen. Met een tikje jaloezie kijken we naar de Japanners die van zeewier een delicatesse hebben gemaakt. Jaloezie? Nergens voor nodig. Onze Europese voorouders aten duizenden jaren geleden al zeewier.
Er zijn ongeveer 10.000 verschillende soorten zeewier in de wereld, maar slechts 145 soorten worden tegenwoordig gegeten, voornamelijk in Azië. Voor de hippe mens van nu heeft zeewier de reputatie van superfood, vanwege de gezondheidsvoordelen en duurzaamheid.

Maar nog niet zo lang geleden - in de 18e eeuw - was zeewier iets dat Europeanen alleen in tijden van hongersnood aten en als veevoer gebruikten. Als onderzoekers al algen of zeewier aantroffen op archeologische vindplaatsen, gingen ze er eigenlijk altijd vanuit dat dat was voor niet-eetbare toepassingen, zoals brandstof, (voedsel)verpakkingen of meststoffen.

Mis! Een team van Britse archeologen heeft 'definitief' bewijs gevonden dat zeewier en andere lokale zoetwaterplanten regelmatig werden gegeten in Europa in het mesolithicum (8.000 jaar geleden), maar ook tijdens de neolithische overgang naar de landbouw (waarbij meestal wordt aangenomen dat andere voedselbronnen, zoals mariene bronnen werden opgegeven) en zelfs in de vroege middeleeuwen (tot en met de 11e eeuw). Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Communications.

Het team onderzocht de zogeheten 'biomarkers' in het tandsteen van 74 individuen van 28 archeologische vindplaatsen in Europa, van Noord-Schotland tot Zuid-Spanje, die "direct bewijs voor wijdverspreide consumptie van zeewier en onderwater- en zoetwaterplanten" onthulden. In totaal bleken 37 monsters van 33 van deze mensen biomarkers te bevatten die te herleiden waren naar wat zij gegeten hadden. Bij 26 monsters wezen de 'verklikkerchemicaliën' op de consumptie van zeewier en fonteinkruid. "Deze biomarkers zaten in het tandsteen. Het is dus ondubbelzinnig," zegt onderzoeksleider Karen Hardy, hoogleraar Prehistorische Archeologie aan de Universiteit van Glasgow, in New Scientist. "Ze kunnen er niet alleen maar op gekauwd hebben."

Opvallend was nog dat bij degenen die dichter bij de kust begraven waren, meer chemische sporen van zeewier in hun plaque hadden, terwijl degenen die in het binnenland begraven waren eerder zoetwaterplanten aten. Hoe belangrijk zeewier als voedsel was, is uit de resultaten niet af te leiden. Maar volgens de onderzoekers zou zeewier regelmatig geoogst kunnen zijn, vergelijkbaar met de manier waarop vandaag de dag paddenstoelen en schelpdieren nog steeds verzameld worden als aanvulling op andere voedselbronnen.

"Het is erg opwindend om definitief te kunnen aantonen dat zeewier en andere lokale zoetwaterplanten gedurende een lange periode in ons Europese verleden werden gegeten," gniffelt coauteur Stephen Buckley een beetje in ScienceDaily. "Het biomoleculaire bewijs in deze studie is meer dan drieduizend jaar eerder dan historisch bewijs in het Verre Oosten."