Nog geen half mensenleven geleden was uit eten gaan een bijzondere gebeurtenis. Sinds het begin van deze eeuw is uit eten gaan in hoog tempo 'gedemocratiseerd'. Het is een 'recht' geworden om voor je lunch een luxe broodje te kunnen kopen, een drankje te doen na je werk of een pizza te bestellen als je geen zin hebt om te koken. In Groot-Brittannië betaal je inmiddels £400 voor een maaltijd voor twee met een alleen maar redelijke fles wijn. Tim Hawyard, food-journalist voor de Financial Times, reflecteert op de nieuwe werkelijkheid.
Als je weet wat een maaltijd in een gemiddeld restaurant kost en je weet wat het restaurantpersoneel betaald krijgt, kun je er vergif op innemen dat de persoon die je maaltijd heeft bereid of naar je tafel heeft gebracht het zich niet kan veroorloven om dat er zelf te eten
Onlangs ging Tim Hayward uit eten in een gewoon Londens restaurant, zonder Michelinster. De rekening bedroeg bijna £400 (€468). Bijna niet voor te stellen voor menige Brit die eraan gewend was vaak buiten de deur te eten. De prijzen in de Britse horeca nu vallen hen koud op hun dak. En dat terwijl diezelfde horeca ternauwernood het hoofd boven water kan houden. Hayward beschrijft in de Financial Times hoe dit komt.

Om te beginnen is er de torenhoge inflatie in Groot-Brittannië. Tot en met maart dit jaar bedroeg de algemene inflatie in Groot-Brittannië 10,1%. De voedselinflatie liep nog hoger op, tot 19,2%. En de restaurantprijzen stijgen nóg sneller, met als gevolg dat klanten verbijsterd naar hun rekening kijken. "Lekker", zei de lichtelijk verbouwereerde Duitse journalist met wie Hayward onlangs lunchte. "Maar niet zó lekker dat het £95 waard is." De twee aten een pie, een hartige taart. "Een pie is uiteindelijk gewoon een pie."

Britten waren gewend - of misschien wel verwend - geraakt aan lage prijzen in de horeca. Ze betaalden niet genoeg voor voedsel of service: procentueel besteden ze minder van hun inkomen aan eten dan vergelijkbare landen. Misschien nog wel belangrijker is de mediabelangstelling voor 'food' die zich sinds de eeuwwisseling voordeed. Gordon, Jamie, Nigella, Hugh en Rick maakten hun entree. Een generatie van Britse 'foodies' deed zijn intrede en de Britten gingen massaal uit eten.

Het bood een kans voor beroemde chefkoks en horecaketens - en thuisbezorgers - én voor investeerders. Er ontstond een miljardensector, een "ontologie van uit eten gaan" zegt Hayward. Met daarbij de impliciete acceptatie dat dit een 'eenrichtingsbeweging' zal zijn, dat de ingezette groei zich zal voortzetten, zonder dat er sprake is van enige worteling in de Britse cultuur. Een reus op lemen voeten dus.

Maar toen kwam de brexit. En de coronapandemie. En de inflatie. En de energiecrisis. En de doorstijgende huren. En de TikTok 'foodhacks' die je geen recepten meer mag noemen. En de omvallende bars en restaurants: tot maart 2023 sloten er 12 horecagelegenheden met drankvergunning per dag.

Waar restauranthouders gewoon waren hun prijzen op de achterkant van een bierviltje uit te rekenen, met 30% ingrediënten, 30% personeel, 30% overhead en 10% winst, is dat in de huidige situatie niet meer bij te benen zonder de kosten te verhogen. "Als je weet wat een maaltijd in een gemiddeld restaurant kost en je weet wat het restaurantpersoneel betaald krijgt, kun je er vergif op innemen dat de persoon die je maaltijd heeft bereid of naar je tafel heeft gebracht het zich niet kan veroorloven om dat er zelf te eten," schrijft Hayward.

Gaan de Britse restaurantprijzen door het dak? Jazeker, schrijft Hayward. Jaagt dat klanten weg? Dat zou niet moeten. "Misschien moeten we ons er ons allemaal van bewust zijn dat voedsel iets is dat we kopen als grondstof en zelf bereiden, en dat iemand betalen om voor ons te koken of het naar ons toe te brengen nooit iets anders dan een luxe zou moeten zijn."