De inflatiecijfers vliegen ons om de oren en de prijzen van huizen, benzine én boodschappen rijzen de pan uit. In augustus liet marktonderzoeksbureau GfK zien dat de Nederlandse consument gemiddeld 18,5% meer kwijt was aan boodschappen dan een jaar eerder. Vooral brood, pasta en keukenpapier werden duurder, terwijl bananen, chocola en schoonmaakartikelen nauwelijks duurder werden. Spaarplatform Raisin zet de prijsverhogingen in een ander perspectief. Hoe erg zijn de prijzen eigenlijk gestegen als we 20 jaar terug in de tijd gaan? Was vroeger alles goedkoper? Nee dus. Boodschappen zijn de afgelopen 20 jaar relatief juist goedkoper geworden.
Om erachter te komen hoeveel slechter - of beter - we eraan toe zijn dan 20 jaar geleden, onderzocht spaarplatform Raisin.nl in hoeverre de kosten van levensonderhoud nu echt gestegen (of gedaald) zijn in de afgelopen twintig jaar aan de hand van onze koopkracht.

Het onderzoek spitste zich toe op een aantal specifieke producten: een mandje boodschappen, een biertje, een kop koffie, brandstof, een retourtje Gran Canaria, een bezoek aan de dameskapper, een rijles van een uur, een bioscoopkaartje en de entree van de Efteling. Simpel gesteld legde Raisin de kassabon van 2002 naast die van 2022.

Een paar dagelijkse boodschappen kostten in 2002 €17,57. In 2022 betaal je voor datzelfde mandje €21,69, ofwel een stijging van 23,5% (zonder inflatiecorrectie). Verreweg de grootste stijger was margarine (+236%), aardappelen (+117%) en melk (+79%) volgen op wat meer afstand. Er blijken ook producten juist goedkoper te zijn geworden in die 20 jaar: zo daalde witte rijst -34% in prijs, gevolgd door bananen (-14,4%) en komkommers (-6,6%).

Het leven bestaat uit meer dan boodschappen alleen, en daarom keek Raisin ook naar hele gewone uitgaven zoals een biertje of kop koffie buiten de deur. Dat biertje kostte 20 jaar geleden €1,54 en in 2022 gemiddeld €2,77. Een stijging van 80%. Een kopje koffie werd 91,5% duurder, van €1,41 naar gemiddeld €2,70. Een vliegreis (naar Gran Canaria) of binnenlands uitje (naar de Efteling) werd respectievelijk 29,7% en 98,4% duurder. Ook naar de dameskapper gaan werd 30,7% duurder ten opzichte van wat je in 2002 betaalde: €37,78 nu, €28,90 toen.

De grote vraag is natuurlijk of alles echt duurder is geworden. We zijn immers ook meer gaan verdienen. "Het leven voelt misschien wel veel duurder dan vroeger, als we naar de cijfers uit dit onderzoek kijken en inflatiecorrectie toepassen, is dit niet altijd het geval, zoals bij bijvoorbeeld de boodschappen. De afgelopen twintig jaar zijn de salarissen omhooggegaan en ook is de euro meer waard geworden, waardoor onze koopkracht is gestegen," zegt Eelco Habets, algemeen directeur van Raisin dan ook. In 2022 is het gemiddeld bruto-uurloon €24,42; in 2002 was dit gemiddeld €17,24. Een stijging van 41,6%.

Bekijk je vanuit deze invalshoek, dan zijn mensen die regelmatig naar een café of restaurant gaan, een dagje uit willen en automobilisten (want diesel en benzine zijn sowieso fors duurder geworden, respectievelijk €0,91 (+79,6%) en €1,27 (+160,9%) in 2022 een stuk slechter af dan in 2002. Maar de kapper, een vliegreisje naar Gran Canaria en de dagelijkse boodschappen zijn relatief goedkoper geworden. Relatief gezien, dat wil zeggen als je corrigeert voor de stijging van het inkomen, zijn de dagelijkse boodschappen nu 13% goedkoper dan 20 jaar geleden.