Afgelopen weekend ging de preventieve ruiming van 5 pluimveebedrijven in Lunteren niet door. Pluimveehouders stapten naar de rechter. Ook het gebrek aan CO2-gas, een Poetin-effect, om de dieren te doden speelde een rol. Een "nieuwe en nog niet eerder voorgekomen situatie", schreef landbouwminister Piet Adema in een Kamerbrief. Nog niet eerder voorgekomen, omdat voorheen de vogelgriep niet jaarrond in ons land rondwaarde. Al evenmin werden ooit eerder in een jaar in totaal 6 miljoen dieren geruimd. En niet eerder besloot de rechter tot uitstel van ruiming omdat er te weinig capaciteit in mensen én gas was om dieren tijdig te ruimen.
"Gezonde dieren die vergast worden, dat wil niemand", zegt Bart-Jan Oplaat van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders over het huidige ruimingsbeleid. "Die boer ziet gewoon gezonde dieren in zijn stal en moet daar plotseling afscheid van nemen. Bovendien: nodeloos ruimen moet je sowieso altijd voorkomen". Bij de constatering van een vogelgriepbesmetting wordt het betreffende bedrijf geruimd en pluimveebedrijven in een straal van 1 kilometer ook.

Rechter
Tegen dat principe maakten vorige week 5 pluimveehouders uit Lunteren (Gelderland) bezwaar bij de rechter. Zij dwongen een voorlopige voorziening af waardoor de rechter eerst uitspraak moest doen voor tot ruiming overgegaan zou kunnen worden. De rechter gaf vrijdag weliswaar het ministerie gelijk (de ruiming was terecht, maar moest dan vóór zaterdagavond afgerond zijn) maar de minister besloot de ruiming niet door te zetten. De belangrijkste reden: donderdag was er opnieuw een vogelgriepuitbraak geconstateerd in het Brabantse Neerkant. Door het inzetten van de capaciteit van de NVWA (die de ruimingen uitvoert) en het beschikbare CO2-verdelgingsgas dáár, zou er onvoldoende capaciteit zijn om de Lunterse ruimingen op tijd af te ronden. De besmetting in Lunteren was inmiddels 9 dagen oud - als er dan op de nabijgelegen bedrijven nog geen besmettingen waren, zouden de dieren hoogstwaarschijnlijk niet ziek zijn en ruiming dus geen zin hebben.

Monitoren
Volgens Oplaat is preventief ruimen een aanpak die dateert van 20 jaar geleden. Dat zei hij in het AD. Toentertijd was de angst "dat vogelgriep zich verspreidde van bedrijf naar bedrijf via bijvoorbeeld de veearts." Maar inmiddels, na een jaar vogelgriep, is de gedachte dat vogelgriep een bedrijf binnenkomt via wilde vogels. Zijn voorstel: monitor de bedrijven in de directe omgeving van een besmettingshaard, neem uitstrijkjes van dode vogels en ga alleen tot preventieve ruiming over bij een positieve uitslag.

Vaccineren
In Nieuwe Oogst pleiten de beroepsvereniging voor dierenartsen (KNMvD) en het Collectief Praktiserende Dierenartsen (CPD) voor snelle vaccinatie tegen vogelgriep. "Alle beschikbare kennis in Nederland en andere Europese landen moet worden benut om zo snel mogelijk en op een verantwoorde manier te kunnen starten met vaccineren", aldus beide organisaties. In de huidige situatie, met een hoge infectiedruk en onvoldoende resultaat van aangescherpte bioveiligheidsmaatregelen, is de bestaande aanpak "niet langer houdbaar." Op dit moment werkt de Europese Unie al aan aangepaste wetgeving die vaccinatie tegen vogelgriep toestaat. Om handelsbelemmeringen te voorkomen (veel landen willen geen producten van gevaccineerde dieren) is het essentieel dat er onderscheid gemaakt moet kunnen worden tussen gevaccineerde dieren en besmette dieren.