Het zou kunnen. Combineren doet begeren. Een schep zout door chocola of door karamel (fudge) is groot succes in de snoephandel.
Maar al dat hoogculinaire combineren heeft een keerzijde. Je kijkt vreemd op als je in een restaurant van stand eens niet een compositie van heel uiteenlopende dingetjes en nattigheid op je bordje treft.
Voorbeeld van het heilige moeten, van dit bij dat en nog wat.
Het was op een donkere dag voor het feest van het licht. Chefs en journalisten worden uitgenodigd om van een vis te komen proeven. Gekweekte tarbot uit Spanje.
De proeverij is in een gerenommeerd visrestaurant. De vis wordt een aantal keren opgediend, telkens bereid op andere wijze. Ook rauw.
Maar telkens, zoals dat nu eenmaal moet in een toprestaurant, als een prachtig gerechtje met kleur en geur. En sauzen van jewelste. Met Nouilly Prat bijvoorbeeld en truffel.
Het was de organisator van de proeverij er om te doen, de chefs er van te overtuigen dat zijn kweektarbot (minstens) zo goed smaakt als wilde.
Maar in elk geval één van de proevers vroeg zich pas na het feest opeens af: hoe smaakte die tarbot eigenlijk?