Juist onder water blijkt de menselijke geluidsoverlast voor dieren nog erger. “Het akoestisch landschap gaat drastisch veranderen en daar moeten heel veel dieren onder water zich aan aanpassen," zegt Lennart de Nooijer, oceanograaf bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) in Trouw. "Als ze dat ten minste kunnen".
Dat komt doordat in zuur water geluid verder draagt. En onze uitstoot van CO2 maakt het oceaanwater steeds zuurder, constateerde een Nederlandse groep oceanografen in het wetenschappelijk tijdschrift PeerJ. Het geluidsniveau in de noordelijke Atlantische Oceaan loopt tegen het eind van deze eeuw op met 7 decibel. Onder water betekent dat 5 keer meer geluid dan nu.
Daar komt nog bij dat extra zoet smeltwater vanaf Groenland en de Noordpool gescheiden temperatuurlagen gaat creëren in de oceaan. Die werken als tunnels, waardoor geluid veel verder kan dragen. Op de diepte waar walvissen zwemmen kan dit ertoe leiden dat walvissen elkaar dan 'als de buurman' horen, terwijl ze in werkelijkheid veel verder van elkaar verwijderd zijn. "Misschien is dit wel veel te vermoeiend voor ze", zegt De Nooijer.
Ook de larven van vissen, schelpdieren, kreeftachtigen en zelfs koraal kunnen het slachtoffer worden van geluidsvervuiling. Dat zijn namelijk een soort 'drijvende oortjes', die zich op basis van akoestische signalen op de voor hun geschikte bodem vestigen. Of dat nog lukt bij een veranderd geluidslandschap is nog maar de vraag.