Onderzoekers van de Universiteit van Michigan volgden 300 ouder-kind-koppels gedurende 5 jaar. De deelnemende gezinnen zaten op of onder het armoedeniveau zoals de Amerikaanse overheid dat definieert: een inkomen van maximaal $25.000 per jaar om een gezin van 4 personen mee te onderhouden. De deelnemende ouders vulden een vragenlijst in over de mate van kieskeurigheid van het kind en hoe zij daarmee omgingen. Ze deden dat 4 keer: toen het kind 4, 5, 8 en 9 jaar oud was.
Van de deelnemende kinderen viel 15% in de groep 'zeer kieskeurige eters'. Zij weigerden groenten te eten en werden zenuwachtig als er iets nieuws op tafel werd gezet. De minst kieskeurige eters bleken te worden opgevoed door ouders die niet moeilijk deden over eten en er weinig regeltjes aan verbonden.
Een dwingende sfeer met veel beperkingen lijkt tot kieskeurigere eters te leiden. Kinderen associëren eten dan met negatieve ervaringen. Juist goedbedoelde uitspraken als ‘wanneer je je groente opeet, mag je een toetje’ kunnen een averechts effect hebben. Dan kan zelfs het spelen van vliegtuigspelletjes niet meer helpen.
Jaren geleden (woonde nog in Frankrijk) stond ik voor het baby-hapjes schap (om het af-en-toe potje te kopen voor onze jongste zoon). Naast mij hoorde ik een jong stel (dame zichtbaar zwanger): "hier (op een potje kijkende) een potje met vis!". Antwoord van man: "nee, vis!, dat zal ie wel niet lusten! we nemen iets anders". En zo begon 't ....... Baby was nog niet eens geboren.
Thuis hebben we de regel: je proeft alles, maar je hoeft het niet op te eten.
De oudste (bijna 9) eet bijna alles, behalve bij het ontbijt. De middelste (bijna 6) lust 's avonds niet zoveel, maar die is ook meer een ontbijter/luncher.
De jongste (bijna 2) is een kliko..
Ik en hun moeder eten nagenoeg alles.
Als ouders dagelijks vers koken komen die potjes er helemaal niet aan te pas.
Wij kregen er eens een paar die overgebleven waren van vrienden. Dit bleek het eerste voedsel dat er dus echt niet in ging! We hebben het zelf nog geproefd, vonden het weeïg en onbestemd. Alle begrip voor de kleine dus.
Ik ben er van overtuigd dat dit zo blijft. De rest van het leven. Vers koken vergt nu eenmaal jaren van oefening, warenkennis, leren shoppen zonder super, smaak, een brede open blik en een forse dosis doorzettingsvermogen en overtuiging. Het is een soort geloof. En net als bij andere soorten geloof (waar de aarde minder baat bij heeft overigens) geldt: Als je daarvan niet het grootste gedeelte van huis uit mee hebt gekregen is de kans dat je het je nog eigen maakt heel gering.
De sleutel in dit verhaal blijkt de dagindeling. Ofwel "prioritijd". De gelovigen van de verskerk zijn bereid gemiddeld 40 minuten te besteden aan maaltijdbereiding. De rest, platgeslagen, niet.
Over alle nuances en wat er tussenin zit en groepen en doelgroepen is al zoveel geschreven. Ook door mij.
Het komt, puntje paaltje, echter altijd weer terug bij bovenstaand onderscheid, namelijk of je er tijd voor wilt maken.
Een lichtpuntje is dat door de toegenomen kennis en zorg over de toekomst van de planeet er steeds meer mensen zijn die zich interesseren voor de herkomst van hun voedsel. Sommigen daarvan beschikken ook over een greep uit de eerder genoemde voorwaarden om lid van de verskerk te worden.
Foodlog zou samen met dekrat.nl en de initiatieven van provincies, LNV, VWS en bijvoorbeeld Odin kunnen proberen om deze groep te helpen bij het opbouwen van een prefabvoervrij leven.
Uit alles wat we unmiddels weten blijkt namelijk dat kinderen van verskerk ouders blije eters zijn die alles lusten en bovendien meer kennis hebben van ecologie en biologie.
Wij hadden met onze kinderen eigenlijk maar twee 'richtlijnen': opvoeden deed ik niet tijdens het eten (want sfeerverpestend) en niet 's nachts (want nachtrustverpestend). Meestal maakte ik het eten voor de peuters zelf (deel van ons eigen eten staafmixeren), kostte nauwelijks extra tijd. Ze aten toen en eten nu vrijwel alles.
Ik heb altijd dezelfde lijn gevolgd als Sander in #2 . Ik heb een tweeling van inmiddels 16, waarvan de één alles eet en de ander kieskeurig is. De één eet al vanaf haar tweede jaar alle soorten fruit die ze kan vinden, de ander laat het links liggen. Het ligt volgens mij niet alleen aan de opvoeding.