Niemand van ons is er destijds bij geweest maar mogelijk ging het zo: toen de blauwe vinvis nog tanden had was hij groter dan de orka maar een minder begenadigd jager. Door zijn omvang was hij relatief veilig en kon hij nog een poos onbedreigd doorscharrelen. Een succesvolle jacht op meer en grotere prooien en een verdere groei waren echter niet voor hem weggelegd. Het is trouwens maar de vraag of het aanbod van voldoende grote prooien gezien hun begrensde voortplantingsmogelijkheden en inefficiente voedselconversie anders toereikend was geweest. Dat probleem heeft de plankton-etende kril niet met zijn bliksemsnelle voortplanting en voedselconversiefactor van onder de 1,5. Dat de groei van de getande blauwe vinvis stokte is evident. Ook dat zijn relatieve veiligheid in gevaar kwam. Gelukkig is het voor onze zeereus wat zijn omvang betreft goed gekomeb. We tasten alleen in het duister hóé de genetische variatie en de bron van de selectiedruk precies tewerk zijn gegaan voor zijn evolutionaire transitie van tandwalvis naar baleinwalvis. Vermoedelijk is een eerste geschikte blauwe vinvis eens met lange tanden - bij wijze van bijvangst - aan de kril begonnen en zijn daaruit de baleinen voortgekomen?