image

Van oermens tot moderne mens volgen we voor wat betreft onze voedingsgezondheid een onmiskenbaar patroon van degeneratie. Zoals een artikel bij dit plaatje uit een Economist van december 2003 (13-19 december) het zei: nooit eerder in de geschiedenis was de rijke elite dun en de volkse massa moddervet.
Gisteravond zag ik op RTL5 de uitzending van Jamie Oliver’s poging tot verbetering van het eten dat kinderen op een Engelse middelbare school krijgen voorgezet. Ik ben geschrokken en begreep het. In Nederland staat bij iedere school een snackbar om de hoek, maar komt er van thuis een broodtrommeltje mee. In de UK eet je in het schoolrestaurant .... snackbar eten: friet, hamburgers, sponsbroodjes, geperste worstjes van meel, snij-afval en smaakversterkers. Vet, zout en arm aan alle vitaminen, vetzuren en mineralen die mensen nu eenmaal nodig hebben. En je kunt er vrijwel niets anders krijgen!

De meest recente cijfers van het Britse ministerie van Volkgezondheid laten zien dat in 2003 59% van de mannen en 66% van de vrouwen te dik was. De gezondheidskosten die hieruit de komende decennia resulteren, zijn astronomisch. Tijd dus voor beleid, vindt men daar. In Nederland zijn we begonnen met het opgooien van de eerste balletjes. Hoogstwaarschijnlijk zijn we op dezelfde weg.

Gisteren kwam de Engelse site Foodnavigator met het nieuws dat Cadbury (onlangs flink aangepakt door Oliver!) en Masterfoods met zg. ‘treatwise’ (verstandig snoepen) informatie op hun verpakkingen komen. Ook worden speciale websites ingezet. De reden is duidelijk: voorkomen dat de overheid dit soort labelling oplegt.

Inmiddels gaat het onderzoek naar de invloed van fabrikanten en retailers op obesitas overdroten door. In Stoke-on-Trent (Staffordshire) wordt begonnen met een onderzoek naar de invloed van de nabijheid van snackshops op het gewicht van mensen. Het is niet ondenkbaar dat de uitkomsten daarvan ooit zullen worden gebruikt voor juridische claims wegens het aanzetten tot gezondheidsrisico's.

In de Verenigde Staten is inmiddels een dergelijke case aan de orde. Vorige maand werd bekend dat daar een rechtzaak wordt voorbereid wegens aanzet tot obesitas tegen frisdrankproducenten.
In Engeland voelt de industrie aan dat de maat vol is.

Binnen Europa loopt het land voorop in aan overgewicht gerelateerde ziekten. De andere lijken zekere volgers. Cijfers tonen aan dat zelfs Frankrijk, hét land van het gezonde genieten, ondanks de ‘French paradox’ en zijn mediterrane dieet verontrustend snel op weg is naar een obesitas-gerelateerde gezondheidsbeeld. Frisdrankautomaten in Franse scholen zijn inmiddels verboden.

Toch ben ik bang dat het een ingewikkelde strijd wordt.

Kan een overheid maatregelen nemen om mensen te dwingen gezonder te eten? Of om hen via informatie-labels op voedingsverpakkingen dagelijks uit te laten rekenen wat ze binnen moeten krijgen (en wat niet)?

Eerlijk gezegd geloof ik daar niets van.

Natuurlijk, je kunt junkfood uit de handel nemen en iedereen dwingen zelf van aardappels, pasta, groenten, fruit en een stukje vis zijn eigen potje te koken. Maar dat is uiteraard ondenkbaar.

Voedingslabels zijn te ingewikkeld. Mensen gaan niet met een calculator alle gegevens van die labels optellen.
De meest praktische oplossing om het probleem snel te keren is waarschijnlijk niets te doen aan wat mensen eten, maar die ‘slechte’ producten en voeding die mensen wel eten ‘goed’ en 'beter' te maken. Voor zo'n beleid wordt waarschijnlijk partieel gekozen, ook in Nederland.

Wil je echt veranderen wat mensen eten, dan moet je ingesleten patronen veranderen. Door de toenemende tijdsdruk op ouders – die zelf het koken al verleerd waren – hebben zij die educatie de afgelopen 30-40 jaar overgedragen aan voedingsconcerns. Die streven ernaar – zakelijk gezien volstrekt begrijpelijk – om tegen steeds lagere kosten steeds meer voeding te produceren. Getuige het volgende staatje dat ik terugvond in de al eerder genoemde Economist is m.n. voeding een gebied waarop de prijs spectaculair omlaag kon:

image


Hierdoor heeft zich een hele machinerie ontwikkeld die zijn eigen economische logica volgt. De produkten moeten lage inkoopkosten hebben (zodat druk wordt gezet op boeren, die op een steeds grotere schaal moeten werken om steeds efficiënter te kunnen produceren), een hoge smaakacceptatie (dan kopen zoveel mogelijk mensen ze) en de consumptie moet steeds verder worden opgeschroefd zodat er meer van gemaakt kan worden en de prijs per eenheid product daalt
.
Om dat laatste te bereiken zijn uiteindelijk uitgekiende productplacement- en communicatie-strategieën, verpakkingsvarianten (handig, klein en schoon, makkelijk mee te nemen) en distributievormen nodig (zoals bijv. gekoelde automaten in schoolkantines).
Overigens is het imago van de 'grote boze' voedingsindustrie onterecht. Die is wel degelijk op zoek naar gezonde kant-en-klaar maaltijden en nieuwe verpakkingen voor groenten en fruit (denk aan de verpakte partjes appel die op de AH-stationswinkels te koop zijn). Door handling, logsitiek en het verlies die deze maaltijden en snacks met zich meebrengen, zullen ze wel duurder uitvallen dan bij het marktstalletje. Dat is de consequentie van de manier waarop we als samenleving - en dus onbewust - hebben gekozen voor onze omgang met voeding. Nu willen we kennelijk terug.

Ik denk dat daarvoor een bewuste opvoedingsinspanning nodig is. Te beginnen met kinderen, zoals Jamie Oliver dat doet én zoals ons ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid dat voorstaat. Ons idee van 'hoe dingen horen te smaken' wordt immers al heel jong gevormd. Dwingende labelwetgeving kan daar niets meer aan veranderen.

Er blijft nog wel een belangrijk vraagstuk hangen: wat krijgen die kinderen thuis van hun ouders te eten? Pa en ma, en zelfs de jongste generatie oma's en opa's, weten zelf al lang niet meer hoe ze een aardappel moeten schillen. Laat staan hoe ze die op een lekkere manier kunnen bakken!
Dit artikel afdrukken