Deze week had Nestlé een primeur. Het fast moving consumer goods-concern liet bij de presentatie van de jaarcijfers zien hoe gezond de producten die het wereldwijd verkoopt zijn. Niet helemaal vrijwillig; er ging flinke druk door actiegroepen aan vooraf. De transparantie wordt positief ontvangen, maar wat betekent die nou eigenlijk?
Het Britse retailvakblad The Grocer reageert scherp: "omdat overheden niets doen, kon een onwaarschijnlijke speler claimen als eerste bedrijf transparant te zijn over hoe gezond zijn producten zijn."

Dat verdient een beetje uitleg. Nestlé is natuurlijk bekend van z'n chocoladerepen, ontbijtgranen (onlangs kwam er nog een KitKat ontbijtgranenproduct op de markt) en ijsjes. Niet direct gezonde producten. Maar omdat de Britse overheid maar blijft talmen met een gezond voedingsbeleid en omdat actiegroepen als ShareAction druk blijven uitoefenen, verdient de stap van Nestlé volgens The Grocer applaus.

Een pluim dus voor Nestlé, voor het inzicht in de gezondheidsimplicaties en voedingswaarden van zijn portefeuille.

Maar wat kún je daar mee, als consument? Zolang er geen algemeen geldende rapportagenorm is, dreigt ieder bedrijf dat met de billen bloot gaat de consument verder in verwarring te brengen. Zo gebruikt Nestlé de oorspronkelijk Australische Health Star Rating. Dat systeem telt 57% van zijn producten wereldwijd als niet-'HFSS' is (high fat sugar salt). Maar in die 57% van de producten telt diervoeding niet en gespecialiseerde kindervoeding en medische voeding wel mee. Haal je de gespecialiseerde kinder- en medische voeding eruit, dan daalt het percentage gezonde producten naar 37%.

Houd je de Nestlé-portefeuille naast de meetlat van het Britse model voor voedingsprofielen, in plaats van naast de HSR, dan is 42% van Nestlé' producten niet-HFSS en 27% HFSS. Maar die 42% is inclusief gespecialiseerde voeding en andere producten zoals koffiezetapparaten. Kijk je alleen naar dagelijkse voeding, dan valt bijna 40% in de HFSS-categorie. Let op, om het nog even extra verwarrend te maken voor die arme Britse consument, de HFSS-definitie verschilt drastisch van het stoplichtsysteem op de voorkant van de verpakking.

En dan is "Nestlé's systeem een fluitje van een cent vergeleken met dat van concurrent Unilever," aldus The Grocer.

Unilever maakte in oktober zijn eigen "baanbrekende" transparantiecijfers bekend. Daarbij schreef het voedingsconcern: "In deze compenserende aanpak wordt de algemene gezondheid van een product bepaald door een algoritme dat de consumptie van meer gezonde voedingsstoffen stimuleert, omdat deze helpen om de aanwezigheid van 'te beperken voedingsstoffen' in de eindscore van het product te 'compenseren."

Met andere woorden, de meetlat waarmee Unilever zijn portefeuille op gezondheid doorlichtte, was een eigengemaakte cocktail van verschillende scoresystemen: een "binaire 'HFSS'- of 'niet-HFSS'-classificatie", de in 7 Europese landen al ingevoerde Nutri-Score - het in de EU gehanteerde A-E-systeem - de eerder genoemde HSR en het in Singapore gebruikte Healthy Choice Symbol.

Probeer daar nog maar eens chocola van te maken. The Grocer eindigt met een heldere boodschap: als we willen dat transparante verslaglegging een (gezondheids)revolutie teweeg brengt, hebben we een 'universele taxonomie' nodig. Gemeenschappelijke maatstaven die doordringen tot de consument en waar je geen wiskunde voor gestudeerd hoeft te hebben om ze te begrijpen.