Minstens 20.000 koeien in Indonesië zijn besmet met mond-en-klauwzeer (mkz). De uitbraak werd begin vorige maand vastgesteld. Inmiddels is de besmettelijke ziekte in bijna de helft van de Indonesische provincies geconstateerd. De ziekte werd op Java ontdekt, het dichtstbevolkte eiland van Indonesië. Een week later werd mkz een paar duizend kilometer verderop vastgesteld bij koeien in Atjeh, op Noord-Sumatra.
Dat meldt de NOS vandaag. Het nieuws ging wereldwijd al wat langer rond. In de eerste helft van mei deed het nieuws in zuivelkringen al de ronde. Vermoedelijk is de ziekte het gevolg van illegale vee-importen.

Een aantal provincies heeft de markten waar dieren worden verhandeld gesloten. Vervoersverboden worden matig gehandhaafd, zodat het voor mkz verantwoordelijke virus zich nog steeds verspreidt. Vermoedelijk zijn veel meer dieren ziek dan de 20.000 zieke dieren die het landbouwministerie meldt.

De uitbraak dreigt in de grote moslimgemeenschap van Indonesië een gebrek aan offerkoeien te veroorzaken als volgende maand het offerfeest wordt gevierd. In Nederland roept de mkz-crisis van 2001 nog altijd emotionele beelden op van grijpers met dode dieren; 300.000 grote dieren werden geruimd.

In het dichtbij gelegen Australië maken boeren en overheid zich zorgen over de uitbraak. De Australische vleesindustrie is jaarlijks goed voor €21 miljard. Omdat de ziekte door contact, de lucht maar tevens door besmet schoeisel en besmette kleding kan worden overgedragen, overweegt het land de grenzen te sluiten voor mensen die uit Indonesië komen. Koerijke landen, waaronder Nederland, zouden hetzelfde moeten overwegen.