Acht rijpe en zoete watermeloenen oogstten de leden van de 68e Antarctische Expeditie. Op de Zuidpool dus. Met een smaak en aroma die vergelijkbaar zijn met de watermeloenen van thuis.
Dat is bijzonder, want de meloenen zijn geteeld bij -72 graden Celsius, in het Antarctische station Vostok. Uitgerust met een speciaal door het Agrofysisch Instituut voor het Vostok-station ontwikkeld 'fytotechnisch complex' (grondvrije 'panoponics'-technologie, voedingsoplossingen en speciaal geselecteerde belichting) sloegen de poolreizigers begin april aan het planten. Voor het experiment werden 2 vroegrijpende watermeloenrassen geselecteerd, op smaak en het vermogen zich aan te passen aan lage atmosferische druk en zuurstofgebrek. Eind mei konden de Russen de planten handmatig bestuiven - bij gebrek aan bestuivers die op de Zuidpool nu eenmaal zeldzaam zijn. Na 103 dagen leverden de 6 planten 8 rijpe watermeloenen op met een diameter tot 13 centimeter en een gewicht tot 1 kilo.
De bemanning van het poolstation was opgetogen over de zoete zomersmaak van de meloenen. Zelfs het kijken naar de groeiende planten en vruchten bleek al positieve emoties met zich mee te brengen, schrijft AGF. Na de meloenen verwachten de poolreizigers 'een niet minder indrukwekkende oogst' aan komkommers. Op termijn hopen ze bramen, blauwe bessen en aardbeien te telen op de koudste plek op aarde.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.