Onze smaakpapillen reguleren hoeveel we eten, blijkt uit een nieuw onderzoek. Dat onze maag en darmen een rol spelen om te bepalen wanneer we genoeg gegeten hebben, wisten we al. Die sturen op enig moment een signaal van verzadiging naar de hersenstam. Maar de 'eetlustcellen' in de hersenstam blijken al eerder een signaal te krijgen, van de smaakpapillen in de mond. En dat is een verrassing.
In het experiment dienden de onderzoekers een groep muizen rechtstreeks voedsel toe in de maag door middel van een katheter. Op die manier konden de muizen niet proeven wat ze aten. Een andere groep muizen kreeg normaal te eten. Zij konden hun voedsel wel proeven. Met een nieuwe techniek konden de onderzoekers van de UC San Francisco de activiteit van de 'eetlustcellen' in de hersenstam observeren terwijl de dieren aten. Bij de kathetermuizen gebeurde er een hele poos niets in de hersenstam, tot de darmen signaleerden: genoeg.
Bij de muizen die gewoon konden eten, ging er vrijwel direct een signaal van de smaakpapillen naar de hersenstam. Door dat eerste (smaak)signaal gingen de muizen langzamer eten. Opvallend genoeg speelt dat smaakproces zich af in de hersenstam, volledig onbewust dus. Dat lijkt contra-intuïtief. Pas (een hele tijd) later komt er een signaal uit de darm naar de hersenstam dat er genoeg gegeten is, legt onderzoeker Zachary Knight uit op Scientias.
Hét antwoord op de vraag 'wat zorgt ervoor dat we stoppen met eten' hebben de onderzoekers nog niet gevonden. Wel is duidelijk geworden dat ook smaak signalen van verzadiging triggert.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.