Het Europees Hof van Justitie geeft Denemarken ongelijk in de decennialange strijd om fetakaas. Denemarken schendt zijn Europese verplichting door producenten kaas te laten exporteren onder de noemer 'fetakaas'. Feta staat sinds 2005 op de zogenoemde lijst 'Beschermde Oorsprongsbenamingen' (BOB) van de Europese Commissie. Een lijst met producten waarvan de naam specifiek verbonden is aan het land of de regio van productie. Alleen in Griekenland gemaakte kaas van schapen- en geitenmelk mag feta heten.
Met de export buiten de EU dachten Deense fabrikanten juist een mooie maas in de wet te hebben gevonden. In de richtlijn staat niks over export. Het hof oordeelt dus anders en vindt dat de Deense overheid moet ingrijpen. Slimme bijna-gelijke namen - als Feti en Feto - zijn evenmin toegestaan, blijkt uit eerdere uitspraken van het hof.
Het getouwtrek of feta iets typisch Grieks is, ontstond eigenlijk al eerder. De Europese Commissie stond voor het eerst de bescherming van feta toe in 1996. Denemarken, Duitsland en Frankrijk beargumenteerden toen succesvol dat feta al sinds de jaren '30 buiten Griekenland wordt gemaakt. Tot de Commissie vanaf 2002 zijn huiswerk opnieuw deed.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.