Er is genoeg draagvlak onder Nederlanders voor een ‘stille eiwittransitie’, oftewel het vervangen van dierlijke ingrediënten door plantaardige ingrediënten. Dat laat een enquête onder 9.000 Nederlanders die werd uitgevoerd in opdracht van ProVeg zien.
Meer dan de helft (61%) is voorstander van het vervangen van dierlijke ingrediënten door plantaardige ingrediënten. Er is vooral veel draagvlak voor het vervangen van boter, room en andere zuivel en ei in bakkerijproducten en sauzen (65-79%). Twee derde is voor het gedeeltelijk vervangen van vlees, zoals in hybride producten.
Volledige vervanging van vlees, vis en kaas in snacks ligt gevoeliger, 57% staat daar positief tegenover. Van 61% mogen dierlijke en plantaardige producten in hetzelfde schap worden aangeboden.
De gewenste eiwitverhouding is 43,5% dierlijk en 56,5% plantaardig. Dat is het omgekeerde van wat we nu consumeren en ook meer dan waar de overheid naar streeft: 50/50 in 2030. De meeste supermarkten zijn ambitieuzer dan de overheid en willen in 2030 een verhouding van 60/40 zien.
Nederlanders vinden dat de producenten, supermarkten en horeca meer verantwoordelijkheid moeten dragen in eiwittransitie (22,9%), meer dan de overheid (17,1%). Maar de grootste verantwoordelijkheid legt de consument nog steeds bij zichzelf (26,5%).
Help de schrijver de juiste toon te vinden waarop je naar hem of haar wilt luisteren.
Klik op de naam van de schrijver en gebruik het "Stuur een mail" veld op zijn of haar profiel om je bericht te versturen.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.
