De eetstoornis ARFID is in opmars. De Britse liefdadigheidsorganisatie Beat vindt het zorgwekkend en luidt de noodklok. De laatste vijf jaar zag de organisatie een explosieve groei in hulpaanvragen voor ARFID, met een verzevenvoudiging van het aantal gevallen.
Deze eetstoornis, voluit Avoidant Restrictive Food Intake Disorder, maakt mensen zo kieskeurig dat hun gezondheid eronder lijdt. Niet omdat ze obsessief bezig zijn met hun gewicht of figuur, zoals bij anorexia of boulimia, maar omdat ze bepaalde texturen, smaken of voedselervaringen mijden.
Voorbeelden van ARFID-lijders zijn mensen die alleen maar beige eten, of alleen superfijne appelmoes willen. De stoornis is pas in 2013 medisch erkend en kan mensen van alle leeftijden treffen, maar het begint meestal in de kindertijd. In Nederland toont 20% tot 40% van de jonge kinderen kenmerken van ARFID, 2% tot 4% behoudt de klachten tot de volwassen leeftijd.
Meer mensen zoeken nu dus hulp bij ARFID. Maar die hulp is niet altijd beschikbaar, stelt Beat. Dat komt omdat er relatief weinig aandacht is voor ARFID in verhouding met andere eetstoornissen. Hulp is wel belangrijk, want hoe langer je met de stoornis rondloopt, hoe moeilijker je afwijking te behandelen is. Beat hoopt de aandacht nu wel te vestigen op ARFID, zodat er meer hulp beschikbaar komt.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.