De blauwe bes (Vaccinium corymbosum) heet wel zo, maar is niet echt blauw. Denk maar eens aan het sap uit de bes, dat eerder naar donkerrood neigt. Alleen de schil oogt blauw. Onderzoekers hebben nu ontdekt dat ook de schil van de bes geen blauwe kleurstoffen bevat, maar dat de bes een speciale waslaag op zijn schil heeft die de blauwe kleur afgeeft. Dit geldt overigens ook voor pruimen en jeneverbessen.
Zo’n waslaag komt vaker voor bij vruchten. Die laag stoot water af, is zelfreinigend, beschermt tegen vraat en geeft in het geval van de blauwe bessen dus een kleur af. Druiven hebben bijvoorbeeld ook een waslaag tegen vraat, maar bij druiven zitten de kleuren wel in de schil zelf. Die kleurstoffen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de wijnkleur.
Waarom wil die blauwe bes dan zo graag blauw zijn? Dat heeft alles te maken met de manier waarop dieren kleuren zien. Blauw is één van de primaire kleuren. Dat maakt dat dieren die kleuren zien, blauw goed kunnen onderscheiden. De blauwe kleur laat de blauwe bes opvallen. Dat helpt bij de verspreiding van zijn zaden: dieren eten de vruchten en verspreiden de zaden via hun uitwerpselen.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.