3
Fotocredits: ‘Zwerm spreeuwen’, Donald Macauley, via Flickr

Flash PerspectiefBio-overvloed net zo belangrijk als biodiversiteit

De afname van bio-overvloed op aarde blijft onopgemerkt en wordt overschaduwd door de aandacht over biodiversiteit.

Penny Sarchet spoort ons in The New Scientist aan om anders naar de natuur te kijken. Vestig de aandacht eens niet alleen op het aantal soorten, maar ook op het aantal individuele organismen op onze planeet.

Terwijl we doorgaans de gezondheid van ecosystemen meten aan de hand van de diversiteit aan soorten, benadrukt Sarchet dat het aantal individuen binnen die soorten net zo belangrijk is. Zo is het aantal spreeuwen in het Verenigd Koninkrijk tussen 1995 en 2020 met 53% gedaald. De wereldwijde populaties van wilde vogels, vissen, amfibieën en reptielen zijn tussen 1970 en 2018 met 69% afgenomen.

Bio-overvloed en biodiversiteit zijn met elkaar verbonden. Logisch, want hoe minder individuen er van een soort zijn, hoe sneller die soort uitsterft.

Tijdens de VN biodiversiteitstop COP15 zijn verschillende doelstellingen opgesteld, om zowel het uitsterven van soorten als het verlies van individuen tegen te gaan.

Wat je zelf kunt doen? Leg je focus bij bijvoorbeeld het vogelspotten niet alleen op zoveel mogelijk verschillende soorten vogels zien, maar waardeer ook de hoeveelheid vogels die je van één soort ziet.

NewScientist - Why bioabundance is just as important as biodiversity, 6 feb 2024
  • Waardeer dit artikel door het te delen:
Laden...
Wouter v.d. Weijden
Wouter v.d. Weijden Strategie duurzame landbouw
  • #3
  • 11 feb '24
  • 6:50

Triest, Frank Eric, zo'n teloorgang van vlinders in de stad.

Ik ben net als jij opgegroeid in Amsterdam-Zuid, maar eerlijk gezegd herinner ik me die vlinder-rijkdom die je schetst nauwelijks. Domweg omdat ik niet met vlinders bezig was. Ik heb dus eigenlijk geen "baseline" voor vlinders.

Wel voor vogels. Ik heb in 1973 de gierzwaluwen van A'dam-Z geïnventariseerd. In de Pijp krioelde het ervan, vandaag zijn er nog maar weinig over. Maar Remco Daalder, die een mooi boek over de gierzwaluw heeft geschreven en elders in Amsterdam woonde, wist het niet. Hij ging altijd vogelen buiten de stad. Toen ik het hem vertelde waren er al 8 drukken van zijn boek uit en heeft hij de tekst in de 9e aangepast. Hij had dus een andere "baseline" dan ik, zijn medevogelaar-stadgenoot.

Daar moet ik bij zeggen: in de nieuwere wijken broedden destijds nauwelijks gierzwaluwen, nu heel wat meer. Mijn baseline voor de nieuwere wijken is dus een andere dan die voor de oudere delen van de Pijp. Ook in de wijk waar Remco Daalder woonde broedden, neem ik aan, weinig gierzwaluwen.

Wat betreft de term "overvloed": die zullen ecologen in geen van deze gevallen gebruiken. Ze gebruiken neutrale termen als "abundantie" of "aantallen individuen".

Voor jouw vlinder-baseline gebruikte ik hierboven de term "rijkdom". Daarmee bedoelde ik zowel het aantal soorten als het aantal individuen per soort die je beide noemde. In het Engels: "species richness and abundance". In "rijkdom" en "richness" zit een waardeoordeel. Een ecoloog die dat wil vermijden kan switchen naar de neutralere termen "species numbers and abundance".

Ach, ik vind het nogal krampachtig om waarde-oordelen te vermijden. In "rijkdom" zit een positief waarde-oordeel, maar in "overvloed" kun je ook iets negatiefs lezen: dat er tevéel vlinders of vogels zouden zijn (geweest).

@Redactie, ik zou "overvloed" dus in ieder geval nooit gebruiken voor soorten die sterk achteruit zijn gegaan, ook niet als de vertaalmachine dat wel doet. Beter: aantal soorten en individuen.
Voorbeeld: het zou dwaas zijn om te spreken over de "overvloed" aan kemphanen in Nederland, want de soort broedt hier nauwelijks meer. Vijftig jaar geleden waren het er veel meer, maar geen "overvloed".

Frank Eric van der Meer
Frank Eric van der Meer tuinman met biodiversiteit
  • #2
  • 10 feb '24
  • 22:05

#1 Wouter, 'shifting baseline', wat noem je overvloed? In de jaren '70 vorige eeuw ving ik veel vlinders (en liet ze los) op budleya's (vlinderstruik) in parkjes, Amsterdam-Zuid: atalanta's, kleine vos, koolwitjes (groot en klein), dagpauwoog, gehakkelde aurelia, en nog wat soorten. De laatste jaren amper niks, een koolwitje of dagpauwoog. Ook verder nergens echt wat te vinden. Je kan dat laatste okido noemen, oftewel shifting baseline?

Wouter v.d. Weijden
Wouter v.d. Weijden Strategie duurzame landbouw
  • #1
  • 8 feb '24
  • 10:43

Goed signaal!

Heb alleen bezwaar tegen het woord "overvloed": alsof er teveel vogels of vlinders zijn.
Het is een vertaling van "abundance". Maar dat kan ook neutraler betekenen: veelheid van individuen. Ecologen gebruiken de term voor zowel talrijke als zeldzame soorten.
Ze vertalen het vaak als "abundantie" en dat is dan bedoeld als een neutrale term.

Ik vind een reactie niet ok

Help de schrijver de juiste toon te vinden waarop je naar hem of haar wilt luisteren.
Klik op de naam van de schrijver en gebruik het "Stuur een mail" veld op zijn of haar profiel om je bericht te versturen.

sluit

Log in om te reageren en duimen uit te delen. Nog geen account? Meld je nu aan!

Lees alles over reageren in de gespreksregels.