Triest, Frank Eric, zo'n teloorgang van vlinders in de stad.
Ik ben net als jij opgegroeid in Amsterdam-Zuid, maar eerlijk gezegd herinner ik me die vlinder-rijkdom die je schetst nauwelijks. Domweg omdat ik niet met vlinders bezig was. Ik heb dus eigenlijk geen "baseline" voor vlinders.
Wel voor vogels. Ik heb in 1973 de gierzwaluwen van A'dam-Z geïnventariseerd. In de Pijp krioelde het ervan, vandaag zijn er nog maar weinig over. Maar Remco Daalder, die een mooi boek over de gierzwaluw heeft geschreven en elders in Amsterdam woonde, wist het niet. Hij ging altijd vogelen buiten de stad. Toen ik het hem vertelde waren er al 8 drukken van zijn boek uit en heeft hij de tekst in de 9e aangepast. Hij had dus een andere "baseline" dan ik, zijn medevogelaar-stadgenoot.
Daar moet ik bij zeggen: in de nieuwere wijken broedden destijds nauwelijks gierzwaluwen, nu heel wat meer. Mijn baseline voor de nieuwere wijken is dus een andere dan die voor de oudere delen van de Pijp. Ook in de wijk waar Remco Daalder woonde broedden, neem ik aan, weinig gierzwaluwen.
Wat betreft de term "overvloed": die zullen ecologen in geen van deze gevallen gebruiken. Ze gebruiken neutrale termen als "abundantie" of "aantallen individuen".
Voor jouw vlinder-baseline gebruikte ik hierboven de term "rijkdom". Daarmee bedoelde ik zowel het aantal soorten als het aantal individuen per soort die je beide noemde. In het Engels: "species richness and abundance". In "rijkdom" en "richness" zit een waardeoordeel. Een ecoloog die dat wil vermijden kan switchen naar de neutralere termen "species numbers and abundance".
Ach, ik vind het nogal krampachtig om waarde-oordelen te vermijden. In "rijkdom" zit een positief waarde-oordeel, maar in "overvloed" kun je ook iets negatiefs lezen: dat er tevéel vlinders of vogels zouden zijn (geweest).
@Redactie, ik zou "overvloed" dus in ieder geval nooit gebruiken voor soorten die sterk achteruit zijn gegaan, ook niet als de vertaalmachine dat wel doet. Beter: aantal soorten en individuen.
Voorbeeld: het zou dwaas zijn om te spreken over de "overvloed" aan kemphanen in Nederland, want de soort broedt hier nauwelijks meer. Vijftig jaar geleden waren het er veel meer, maar geen "overvloed".