De afdeling allergologie van het Erasmus MC krijgt €1 miljoen subsidie van technologiestichting STW voor onderzoek naar koemelkallergie. Universitair docent en projectleider Nicolette de Jong vertelt dat koemelkallergie bij kinderen wordt onderschat. Deze allergie, die steeds vaker voorkomt bij kinderen, leidt tot huidklachten, maar ook tot een verstoorde nachtrust, groei- en ontwikkelingsachterstanden.
Uitgangspunt van het onderzoek is dat volledig weglaten van voedingsmiddelen niet altijd de oplossing voor een koemelkallergie is. Op dit moment is de gangbare aanpak om kinderen met koemelkallergie alleen speciale koemelkvrije producten te geven. Ze groeien uiteindelijk binnen binnen twee à drie jaar over hun allergie heen. Deze periode valt te verkorten door de allergene eiwitten, in bewerkte vorm, toch aan het kind te geven. Daarom werkt De Jong samen met FrieslandCampina aan een additief voor hypo-allergene babymelk. De subsidie maakt het mogelijk in augustus met testen van het product bij kleine kinderen te beginnen. In samenwerking met consultatiebureaus volgt het onderzoeksteam gedurende 2 jaar 300 kinderen van 0 tot 2 jaar.
Wageningen Universiteit is ook betrokken bij het onderzoek. De universiteit onderzoekt welke verwerkingsmethoden van koemelkeiwitten verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de koemelkallergie en welke eiwitten juist zorgen voor een minder heftige reactie op koemelk.
Uitgangspunt van het onderzoek is dat volledig weglaten van voedingsmiddelen niet altijd de oplossing voor een koemelkallergie is. Op dit moment is de gangbare aanpak om kinderen met koemelkallergie alleen speciale koemelkvrije producten te geven. Ze groeien uiteindelijk binnen binnen twee à drie jaar over hun allergie heen. Deze periode valt te verkorten door de allergene eiwitten, in bewerkte vorm, toch aan het kind te geven. Daarom werkt De Jong samen met FrieslandCampina aan een additief voor hypo-allergene babymelk. De subsidie maakt het mogelijk in augustus met testen van het product bij kleine kinderen te beginnen. In samenwerking met consultatiebureaus volgt het onderzoeksteam gedurende 2 jaar 300 kinderen van 0 tot 2 jaar.
Wageningen Universiteit is ook betrokken bij het onderzoek. De universiteit onderzoekt welke verwerkingsmethoden van koemelkeiwitten verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de koemelkallergie en welke eiwitten juist zorgen voor een minder heftige reactie op koemelk.