Dat ontdekt De Limburger. Stadslandbouw beperkt zich niet tot de Randstad; ook in Limburg bestaan al tientallen stadslandbouwinitiatieven.
Stadslandbouw is een 'containerbegrip' voor allerlei veelal innovatieve en kleinschalige vormen van landbouw in en rondom de stad. "Variërend van balkon- of dakmoestuinen in het hartje van de stad, volkstuincomplexen tot professionele stedelijke voedselproductie en voedselverwerking aan de rand van de stad (denk aan LOCOtuinen in Maastricht)". In Nederland is stadslandbouw met een sterke opmars bezig, in veel gevallen gedreven door mensen die vanuit een ideologie en zonder achtergrond in land- en tuinbouw aan de slag gaan, constateert de krant.
"Kijkend naar de branche is de groei geweldig hard gegaan", zegt Jan-Eelco Jansma van de WUR, die zich met stad-landrelaties bezig houdt. Maar economisch gezien is de groei van stadslandbouw 'marginaal'. De stad kan nooit voor 100% in zijn eigen voedsel voorzien. "Stadslandbouw is een mooie aanvulling op de reguliere land- en tuinbouw. Die twee kunnen van elkaar leren. Het is ook niet de intentie van stadslandbouw-initiatieven om steden volledig van voeding te voorzien. Het is de combinatie dat het ons fysiek, maar ook mentaal voedt en dat je werkt aan een groenere, duurzamere omgeving. Dat inspireert en zorgt voor groei.”
Limburger - Voedsel uit (stads)tuin in opkomst
Stadslandbouw is een 'containerbegrip' voor allerlei veelal innovatieve en kleinschalige vormen van landbouw in en rondom de stad. "Variërend van balkon- of dakmoestuinen in het hartje van de stad, volkstuincomplexen tot professionele stedelijke voedselproductie en voedselverwerking aan de rand van de stad (denk aan LOCOtuinen in Maastricht)". In Nederland is stadslandbouw met een sterke opmars bezig, in veel gevallen gedreven door mensen die vanuit een ideologie en zonder achtergrond in land- en tuinbouw aan de slag gaan, constateert de krant.
"Kijkend naar de branche is de groei geweldig hard gegaan", zegt Jan-Eelco Jansma van de WUR, die zich met stad-landrelaties bezig houdt. Maar economisch gezien is de groei van stadslandbouw 'marginaal'. De stad kan nooit voor 100% in zijn eigen voedsel voorzien. "Stadslandbouw is een mooie aanvulling op de reguliere land- en tuinbouw. Die twee kunnen van elkaar leren. Het is ook niet de intentie van stadslandbouw-initiatieven om steden volledig van voeding te voorzien. Het is de combinatie dat het ons fysiek, maar ook mentaal voedt en dat je werkt aan een groenere, duurzamere omgeving. Dat inspireert en zorgt voor groei.”
Het kan idd geld kosten ipv opbrengen, vorig jaar heb ik in mijn tuintje niet echt veel oogst gehad door al die regen, maar daarom is het nog wel leuk om te doen, maar wat ontzettend jammer dat het hele mentale aspect die zegt dat stadstuinbouw goed voor de geest is weer afgekrakt wordt in artikel 12, alsof we niet zelf peultjes en sla zouden mogen proberen op te laten groeien en met een betje mazzel ook nog opeten. Beetje tegenstrijdige berichten zo vlak onder elkaar
Stadslandbouw moet de burger weer dichter bij het basisproduct brengen. De burger moet weer ontdekken wat een verse groente is en gaan beseffen dat dat product geld moet kosten en geen stuntartikel in de supermarkt moet zijn. Dan gaat de burger eindelijk weer eens een gezonde prijs voor de groenten en fruit betalen waardoor de primaire sector weer gezonder wordt. Dan kunnen die innovaties die de sector nodig heeft uitgevoerd worden en kan de burger weer genieten van een gezond voedselproduct geproduceerd onder verantwoorde omstandigheden (organic biologisch of gewoon geïntegreerd met zo weinig mogelijk chemie)