Stadslandbouw wordt daarom vaak geassocieerd met een ‘foodelite’ van rijke, blanke hipsters. Stadslandbouw moet een bredere maatschappelijke groep gaan aanspreken om te kunnen bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem. Dat schrijft The Guardian.

Betaalbare stadsgroenten
“Betaalbare stadsgroenten produceren is een echte uitdaging” vertelt Kate Hofman, CEO van het Britse GrowUp Urban Farms aan The Guardian. Om rond te komen produceert GrowUp producten met een grotere marge zoals kiemgroenten voor de consument die meer te besteden heeft. Hofman wil in de toekomst meer betaalbare producten zoals gemengde salades via supermarkten gaan aanbieden. Om dit te realiseren, wil Hofman eerst exclusieve groenten aan sterrenrestaurants aanbieden. De geldstroom die dat oplevert, moet de uitbreiding naar betaalbare producten vervolgens subsidiëren.

Dat kostprijzen van stadsteelt erg hoog zijn, liet ook het Rotterdamse “Uit je eigen stad” stadslandbouwproject zien. Een deel van het project, het aquaponics teeltsysteem, werd onlangs failliet verklaard. De kosten van het teeltsysteem waren hoog en de vermarkting van de hoogwaardige verse tilapia bleek moeilijk omdat consumenten tilapia vooral als een laagwaardig bulkproduct zien.

Stadslandbouw heeft het potentieel om de samen-leefbaarheid en tweedeling van de maatschappij te doorbreken. Om dat waar te maken, moet de hipster delen en zijn cultuur breed maatschappelijk inbedden
Erez Galonska van Infarm, een Duits bedrijf dat hydroponics systemen aanbiedt, vertelt The Guardian dat technische productiesystemen voor stadslandbouw toegankelijk moeten zijn voor de hele maatschappij. Winkels, restaurants, ziekenhuizen moeten allemaal in staat zijn betaalbaar voedsel van hoge kwaliteit te produceren. Op dit moment heeft Infarm al hydroponic-systemen geïnstalleerd in de Berlijnse Metro Cash & Carry supermarkt. De oogst daarvan (o.a. kruiden, radijsjes en sla) is te koop voor prijzen die vergelijkbaar zijn met reguliere supermarktprijzen.

Diversiteit workforce
Naast betaalbaarheid van de stadsgroenten maakt Tycho Vermeulen van de Universiteit Wageningen zich zorgen over de beperkte diversiteit van mensen die in de stadslandbouw werken. Het zou voornamelijk gaan om (jonge) blanke mensen uit welstandige milieus, een kleine elite dus.

Ook het Britse GrowUp Urban farms wil meer diverse maatschappelijke groepen aanspreken. Daarom biedt het bedrijf jongeren met weinig perspectief op de arbeidsmarkt een opleiding tot aquaponics-technicus.

Rijke hipsterbeweging relevant voor de maatschappij?
Volgens Patrick Holden van Sustainable Food Trust heeft stadslandbouw uiteindelijk de maatschappelijke taak om iedereen toegang te bieden tot gezond voedsel. Hij zegt dat, hoewel mensen met meer kennis en hogere inkomens zorgen voor veranderingen in de voedselketen en 'voedselrevoluties' ontketenen, het resultaat van hun werk dienstbaar moet zijn voor de hele maatschappij.

Eerder verscheen op Foodlog een artikel over de zelfvoorzieningsgraad van de Amerikaanse stad Seattle door middel van stadslandbouw. Rekenaars concludeerden dat als alle beschikbare achtertuinen en al het openbaar groen voor stadslandbouw ingezet zouden worden maar 4% van de bevolking gevoed kan worden door middel van stadslandbouw. De onderzoekers concludeerden dat een stad genoeg verse groenten kan produceren, maar geen eiwit- en vetrijke (dierlijke) producten.

De betaalbaarheid van stadsgroenten blijkt een sociaal-maatschappelijke uitdaging: wil de blanke elite de beperkte bijdrage van stadslandbouw aan onze voeding delen of slechts zijn eigen voedselvoorziening monopoliseren? Stadslandbouw heeft het potentieel om de samen-leefbaarheid van steden te verbeteren en de groeiende tweedeling in de maatschappij te doorbreken. Om dat waar te maken, moet de hipster delen en zijn cultuur breed maatschappelijk inbedden. Getuige de anti-hipster rellen in Londen, is er een flinke cultural divide te overwinnen.

Fotocredits: Stadsboeren
Dit artikel afdrukken