28 maart in de Media

  • Deel dit artikel:
Het nieuws van het weekend, uit de (inter)nationale media. Zie jij nieuws wat hier nog niet staat? Zet het erbij!
De redactie selecteert dagelijks een groot aantal berichten uit de (inter)nationale pers die de moeite waard zijn. We presenteren daaruit maximaal 12 artikelen in 'in de Media'. De lijst vult zich in de loop van het weekend.

Ook jij kunt als lezer zelf het nieuws mee helpen maken. Hoe? Dat lees je hier, of ga direct naar het Lezersnieuws-formulier!

Reageren kan per bericht. Gebruik daarvoor de reageerknop onder ieder berichtje of de dropdown boven het reageervak.

Fotocredits: 'french tourists', Ron Porter

Uit een studie onder 1.250 Engelse baby’s blijkt dat sommige kinderen al vanaf de leeftijd van 5 maanden suikerrijke en vette voeding krijgen. Vooral kinderen van jonge, laagopgeleide moeders zijn soms al gewend aan vette en zoete voeding nog voordat ze kunnen kauwen.

In de Born in Bradford study keken onderzoekers naar het eetpatroon van kinderen van 12 tot 18 maanden oud. Onderzoekersleider Pinki Sahota, hoogleraar aan de Leeds Beckett University: “Sommige tienermoeders geven hun kind van 5 maanden al patat, chips en frisdrank. Dit legt de basis voor een levenslang slecht eetpatroon.” Iets oudere, hoogopgeleide ouders hechten meer belang aan groente en fruit.

Volgens Sahota is het slechte voedingspatroon bij de kinderen vooral te wijten aan het feit dat de ouders niet weten hoe ze het beter moeten doen. “Veel van de moeders weten niet hoe ze een goede maaltijd moeten bereiden. Ouders geven de kinderen junkfood omdat ze dat zelf ook eten. Veel tienermoeders geven hun kind 7 dagen per week chips of patat tegen de tijd dat ze anderhalf jaar oud zijn.” Sahota pleit voor een gezamenlijke aanpak om de moeders beter op te leiden. “Scholen, verloskundigen en lokale autoriteiten spelen allemaal een rol hier in, maar ook de voedingsindustrie moet zijn producten aanpassen en er minder vet en suiker in stoppen.”

Temperatuur bepaalt het moment van de wijnoogst. Door de opwarming van het klimaat vervroegt de wijnoogst. Dat zorgt ervoor dat de wijnbouw voor forse veranderingen staat.

In de afgelopen 30 jaar is overal ter wereld, van Australië via Europa tot Zuid-Amerika, de wijnoogst structureel vroeger begonnen. Dat schrijven Amerikaanse wetenschappers in Nature Climate Change. De onderzoekers analyseerden informatie over temperatuur, neerslag, bodemvochtigheid en oogsten in wijngebieden.

Door de klimaatverandering is het in de Franse wijngaarden bijvoorbeeld de laatste jaren gemiddeld 1,5 graad warmer geworden. Iedere graad opwarming resulteert in 6 tot 7 dagen eerdere oogst, doordat de druiven eerder rijpen. In Frankrijk, waar de archieven 400 jaar teruggaan, is het oogstmoment sinds 1980 2 weken vervroegd ten opzichte van het gemiddelde van de 400 jaar daarvoor.

De wetenschappers konden ook vaststellen dat in de relatief koele wijnlanden Frankrijk en Zwitserland, extreem goede wijnjaren het resultaat zijn van een combinatie van een vroege oogst die volgt op een natte lente, een hete zomer én een droge nazomer. Uit de historische data bleek dat hete zomers in West-Europa alleen maar vroege oogsten opleverden als er daarnaast ook sprake was van droogte. Tijdens een droogteperiode verdampt er minder vocht uit de bodem, waardoor de temperatuur in de wijngaard stijgt. Normaal zorgt verdamping uit de bodem voor een koelend effect, wat de rijping van de druiven juist vertraagt.

In Europa is de laatste decennia de koppeling tussen hogere temperaturen en droogte verzwakt. De stijgende temperaturen als gevolg van de klimaatverandering zorgen nu voor de vroege oogsten, zonder dat de druiven met droogte te kampen hebben gehad. Een vroege oogst alleen, blijkt geen garantie voor een topwijn. Dat laat het matige wijnjaar 2003 zien, dat gekenmerkt werd door een extreem hete zomer.

De opwarming zal er voor zorgen dat er in 's werelds wijngebieden forse verschuivingen gaan optreden. Niet alleen zullen traditionele wijngebieden wellicht andere druivenrassen moeten gaan telen, ook zullen voorheen voor de wijnbouw ongeschikte regio's juist wel aantrekkelijk worden. De eerste Champagnehuizen hebben zich al in Groot-Brittannië gemeld. "Sommige mensen zijn misschien nog altijd skeptisch over de opwarming van de aarde", zegt wijnprofessor Liz Thach van de Sonoma State University, "maar geen enkele wijnbouwer. Iedereen is er van overtuigd, omdat iedereen het ieder jaar ziet gebeuren - klimaatverandering is echt en gaat niet meer weg."

Geheel tegen de verwachting in zou nieuw Amerikaans onderzoek laten zien dat een ruimere definitie van portiegrootte consumenten ertoe bewegen minder te eten. Ze ontdekken zelf op de ingrediëntendeclaratie dat ze meer calorieën binnenkrijgen.

Wetenschappers van Georgetown University voerden een drietal experimenten uit. In het eerste kregen 208 deelnemers voedingswaarde-etiketten te zien met een normale of een grote portie. Alle grote porties werden als minder gezond beschouwd, maar ook als meer overeenkomstig met de hoeveelheid die mensen normaliter zouden eten. Het tweede experiment liet 347 mensen zelf porties maken. Hoewel alle porties even groot uitvielen, dachten degenen die de etiketten van de grote porties hadden gezien, dat hun porties meer calorieën bevatten. In het derde experiment kregen 198 proefpersonen M&M's voorgezet, met een voedingswaarde-etiket dat of de werkelijke portiegrootte of een grotere portie liet zien. De proefpersonen die het etiket van de grotere portie hadden gezien, aten minder M&M's dan degenen die het normale etiket hadden gezien.

"De resultaten lijken er op te wijzen dat het benoemen van van grotere porties op voedingswaarde-etiketten tot een lagere consumptie van calorierijke voedingsmiddelen kunnen leiden", schrijven de onderzoekers. "De specifieke voedingsinformatie op producten heeft een significante impact op de perceptie van de gezondheid, schuld en geschatte calorie-inname."

In Nederland trok de Consumentenbond recent aan de bel om 'de portie' af te schaffen.

Mensen die in de herfst en winter geboren worden, hebben een grotere kans op eczeem en astma. Onderzoekers van de Universiteit van Southampton ontdekten dat iemands geboorteseizoen jaren later nog effect kan hebben.

De onderzoekers scanden het DNA van 367 18-jarigen die geboren waren op het eiland Wright. Ze stelden vast dat het seizoen waarin iemand geboren was, samenhangt met specifieke epigenetische kenmerken in het DNA. Epigenetische kenmerken zijn door 'omgevingsfactoren' veroorzaakte veranderingen in het DNA die de mate van genexpressie beïnvloeden. De wetenschappers vonden een verband tussen deze kenmerken en allergieziekten als eczeem en astma.

Hoofdauteur Dr. Gabrielle Lockett zegt op Science Daily: “Het klinkt misschien als een horoscoop op basis van seizoenen, maar hebben we nu aanknopingspunten hoe die horoscoop zou kunnen werken. Omdat geboorteseizoenen zoveel dingen beïnvloeden kunnen de epigenetische kenmerken die we in dit onderzoek ontdekt hebben, mogelijk ook het mechanisme zijn achter andere met de seizoenen samenhangende ziekten en eigenschappen, naast allergieën." Om beter te begrijpen hoe en welke seizoensaspecten als bijvoorbeeld temperatuur, zonuren en of voedingspatroon een rol spelen, is meer onderzoek nodig.

Of dat ook gaat leiden tot inzichten om allergieën door middel van planning te voorkomen, valt vooralsnog te betwijfelen. John Holloway, hoogleraar Allergy and Respiratory Genetics, zegt: “Hoewel de resultaten klinische implicaties hebben wat betreft het risico op allergieziekten, adviseren we niet je zwangerschapsplanning er op aan te passen."

Na een uitgebreide meta-analyse, denken Britse onderzoekers dat obesitas eerder een gedrags- dan een verslavingsvraagstuk is.

Obesitas wordt dikwijls gezien als het gevolg van 'voedselverslaving' die steeds verder verstrekt zou worden. Wetenschappelijk staat dit mechanisme bekend als het beloningsdeficiëntiesyndroom. Iemand die eraan leidt, beleeft minder plezier aan een bepaalde ervaring of stof - uit voedsel of drugs - zodat hij steeds krachtiger stimuli nodig zijn om het prettige gevoel wel te ervaren. Zonder die extra stimuli ontstaat een sterke drang naar het verlangde middel of ontwenningsverschijnselen.

Bij dit syndroom zou de hoeveelheid dopamine-receptoren (DD2R) afnemen. Britse onderzoekers hebben bij mensen met obesitas onderzocht in hoeverre dit syndroom aanwezig is. Op basis van 33 eerder uitgevoerde onderzoeken, checkten ze of voedselverslaving een verklaring kan zijn voor hun verhoogde lichaamsgewicht. Ze vergeleken de BMI en de aanwezigheid van het A1 allel (een teken dat het aantal dopamine receptoren met 30-40% verminderd is). Ze konden geen verschillen ontdekken tussen mensen met of zonder dat A1 allel.

Om die reden concluderen de Britse onderzoekers dat er onvoldoende bewijs is dat beloningsdeficiëntie de belangrijkste verklaring is voor teveel eten. Ze vermoeden dat de oorzaken eerder gezocht moeten worden in impulsgedrag dat door persoonlijke omstandigheden of de sociale omgeving wordt verklaard. Bekend is bijvoorbeeld dat zien eten, doet eten en dat als iedereen om je heen een ijsje eet, jij ook trek krijgt. Ook het zogenaamde emotionele eten, kan een verklaring vormen.

"Ik ben geschrokken dat ze het zo negatief framen." Dat zegt professor Kees de Graaf, voorzitter van de wetenschappelijke commissie van het Vinkje, in reactie op de 'weg met het Vinkje'-campagne die de Consumentenbond afgelopen week startte.

In Resource, het huisblad van Wageningen Universiteit, zegt de Graaf dat het Vinkje zou moeten blijven bestaan omdat "het al tien jaar bestaat en goed werkt." Bovendien zou het draagvlak onder grote partijen een goed argument voor voortzetting en waar nodig aanpassing zijn.
De Graaf noemt Unilever, FrieslandCampina, de grote supermarkten, het Voedingscentrum en de Nederlandse Vereniging van Diëtisten.

De Graaf zegt voorts: De Consumentenbond wil het Vinkje vervangen door het Britse stoplichtensysteem. Waar ik me aan stoor is dat ze dat doen door te zeggen: ‘Weg met het Vinkje’, hef de boel maar op. Het Vinkje heeft twee achilleshielen en juist die kwetsbare punten licht de Consumentenbond eruit. Ze framen het zo alsof er niks van het Vinkje zou deugen. Dat is natuurlijk niet waar. Alle logo’s hebben voor- en nadelen en er is altijd discussie over. Als je overstapt op een nieuw systeem dan moet je afwachten of dat weer zo goed gedragen wordt.

Gevraagd naar de zwakke punten van het Vinkje, antwoordt De Graaf: Ten eerste heb je een groen vinkje voor basisproducten uit de Schijf van Vijf en een blauw vinkje voor andere voedingsmiddelen, zoals snacks. Per categorie krijgen de beste producten een vinkje. Dat blijkt moeilijk uit te leggen. Het tweede zwakke punt is dat niet alle bedrijven meedoen. Nestlé, Coca Cola, Mars en Kraft doen bijvoorbeeld niet mee. Zo kan het zijn dat op cola light van Albert Heijn een blauw vinkje staat, maar op Coca Cola light niet.

In Londen betoogden boeren tegen de dalende trend in de prijzen voor primaire landbouwproducten. Ze willen dat de Britse regering met maatregelen komt die hen door hun problemen op korte termijn helpt.

De boeren vinden dat supermarkten en de verwerkende industrie hen uitknijpen en voor een neerwaartse prijsspiraal zorgen. “Van de overheid krijgen we soudbites te horen. Ze zeggen dat ze luisteren en dat ze aan een plan werken dat de strategie voor de volgende 25 jaar uitstippelt, terwijl heel wat boeren zich afvragen hoe ze de komende 12 maanden gaan overleven”, zegt David Handley, de voorzitter van Farmers For Action in The Telegraph.

Volgens Handley is het niet ondenkbaar dat in 2016 20% van de boerenbedrijven failleert. “De leegloop van onze sector is ontstellend. In 1995 telden Engeland en Wales nog bijna 30.000 melkveebedrijven, vandaag zijn dat er minder dan 10.000. Hetzelfde geldt voor andere landbouwsectoren. De overheid moet eens goed nadenken welke kant ze op wil met het Britse platteland”, vindt Handley.

Zonder boeren zal er immers een soort plantsoenendienst voor het landschap moeten worden gecreëerd.

Het Britse ministerie van landbouw zegt te werken aan maatregelen die de productiviteit en de concurrentiekracht van de landbouw moeten verhogen. Zonder de lange termijn is er geen korte en zonder de korte geen lange. Het is een eeuwig dilemma waartussen nu eenmaal slachtoffers vallen, lijken de beleidsmakers onuitgesproken te willen zeggen.

Met het ingaan van de lente stelt de Belgische natuurorganisatie Natuurpunt een lijst beschikbaar met praktische tips hoe boeren, bedrijven en lokale overheden kunnen bijdragen aan de bescherming van de bij.

Natuurpunt kiest voor een andere, positievere en oplossingsgerichte toon in de communicatie rondom de achteruitgang van bijenpopulaties, zoals "Het gaat niet goed met onze bijen maar jij kunt helpen", en "Aan de slag voor bijen". Voorheen wees de organisatie veelal met een vinger naar de intensieve landbouwpraktijken.

Eén van de bijbeschermende maatregelen is bijvoorbeeld het stimuleren van nectar- en stuifmeelplanten. "In de kleine hoekjes van een perceel of erf, waar inheemse planten hun gang kunnen gaan zullen gauw bijen en hommels te vinden zijn" vertelt Benno Geertsma van Natuurpunt op Vilt. Omdat meer dan 45% van Vlaanderen landbouwgebied is, kunnen met name boeren een grote bijdrage leveren aan de toekomst van de bij. Veel van de tips hebben dan ook betrekking op waar, wanneer en hoe te spuiten.

Andersom hebben boeren ook baat bij gezonde bijen. Geertsma: "Een verbeterde bestuiving biedt directe voordelen, vooral in de groente-, fruit en zaadteelt in open lucht. Een geïntegreerde gewasbescherming waarbij rekening gehouden worden met natuurlijke vijanden van plaaginsecten en natuurlijke bestuivers kan zelfs kostenbesparend zijn”.

Afgelopen week stemde de milieucommissie van het Europees Parlement over het voorstel om licht bewerkte producten van dierlijke herkomst verplicht van een herkomstaanduiding te voorzien. Dat maakt voor consumenten onder meer zichtbaar dat ze producten van hun eigen boeren kopen.

Een duidelijke meerderheid van 44 stemmen voor en 18 tegen vindt dat op vlees en melk moet worden aangegeven waar het vandaan komt. In april wordt het voorstel om wetgeving vóór herkomstetikettering te maken in het voltallige parlement ter stemming gebracht. De Nederlandse parlementariërs Jan Huitema (VVD) en Annie Schreijer-Pierik (CDA) bleken tegen te hebben gestemd. Volgens Schreijer is "etikettering onhaalbaar en onbetaalbaar". Bovendien zou het voorstel juridisch onvoldoende onderbouwd. Huitema motiveert zijn stem door erop te wijzen dat herkomstfraude en -suggesties niet kunnen worden bestreden met een etiketteringswetgeving. Dat meldt Boerderij.

Het is echter logisch te veronderstellen dat de tegenstemmen van beide parlementariërs vooral worden ingegeven door de Nederlandse exportbelangen. Nederland exporteert circa driekwart van zijn dierlijke productie. Die wordt overal in Europa verwerkt in 'lokale' producten en zou dus als een vreemde eend in de bijt zichtbaar worden. Het Franse worstmerk Cochonou en Lidl (voor specifieke producten) gaan inmiddels zover Nederlands en Duits varkensvlees uit hun vleeswaren te weren.

In Italië gingen woensdag boeren de straat om op vóór strenge herkomstetikettering te pleiten. In Bari, in het Zuiden van het land, gingen 4.000 agrariërs met 300 trekkers de straat op om niet alleen dierlijke maar ook plantaardige buitenlandse producten te beschermen tegen goedkopere alternatieven door import uit niet-Europese landen.

Een ruime meerderheid van de Nederlandse senioren is voorstander van een alcoholverbod in het verkeer, waarbij bestuurders - ook van scootmobielen en fietsen - helemaal niets mogen drinken. Dat blijkt uit een onderzoek dat seniorenorganisatie KBO verrichtte onder 950 Nederlandse 65-plussers.

"Dat senioren veel drinken, is bekend, ook bij henzelf", schrijft KBO in het persbericht. Ruim 80% zegt regelmatig te drinken, 45% zegt 'behoorlijk veel' te drinken en 30% kent iemand in hun omgeving met een alcoholprobleem. Senioren drinken vooral voor de gezelligheid, en liefst samen: 7 van de 10 partners van drinkende senioren drinken zelf ook. Dat heeft overigens ook een keerzijde: 40% van de senioren geeft aan 'dat drankgebruik thuis de kans op fikse ruzies verhoogt'.

Senioren ergeren zich aan de agressiviteit (32%), onredelijkheid (19%), het ongecontroleerde motorische gedrag (18%) en het lawaai dat mensen met een slok op maken (11%). Dat is reden voor 81% van de ondervraagde senioren om voor een totaal alcoholverbod in het verkeer te zijn. Niet alleen autobestuurders, maar ook fietsers en scootmobielbestuurders zouden helemaal geen alcohol mogen gebruiken. 82% van de deelnemers aan het onderzoek zegt actie te ondernemen als iemand met een glaasje teveel in de auto wil stappen, door de chauffeur tegen te houden, een taxi te bellen of hem zelf naar huis te rijden.

Dit artikel afdrukken
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.

Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog

Nieuws
brief

Ontvang dagelijks of wekelijks het Nieuws binnen de wereld van Foodlog

Log in om te reageren en duimen uit te delen. Nog geen account? Meld je nu aan!

Lees alles over reageren in de gespreksregels.

Most Liked Today

Edwin Heijdra

Agrarisch and More.

Likes vandaag

Theo Jonkhart

Anders zou ik het niet zeggen, want sommige zaken liggen vaak nèt even anders en

Likes vandaag

Piet Hoogland

land- en tuinbouw

Likes vandaag

Cécile Janssen

Eindredacteur / eigenaar, Foodlog

Likes vandaag

Nico Gerrits

Natura2000

Likes vandaag

Dennis Zeilstra

Microbioom onderzoek

Likes vandaag