Tijdens het debat 'Food & Trust' dat Foodlog en WUR in november vorig jaar organiseerden, kwam een heikele en actuele kwestie aan bod. Professor Louise Fresco, bestuursvoorzitter van WUR en non-executive director bij Unilever, had een column geschreven in de NRC waarover veel te doen was.
'Tijd voor eerherstel: suiker is niet giftig,' luidde de kop. Die was er vermoedelijk door een eindredacteur boven gezet, maar dekte toch goed de lading. Die kop bevatte meteen twee flinke statements. Fresco schrijft in haar bekende bedachtzame stijl over tal van aspecten van suiker, maar legt niet uit waarom suiker niet zo toxisch is als beweerd wordt. Niettemin moet suiker gerehabiliteerd worden, vindt zij:

    Suiker is dodelijk noch giftig, en behoort, in kleine hoeveelheden, in een normaal voedselpatroon. Misschien wordt het tijd voor een rehabilitatie: authentieke suiker, in kleinschalige suikerfabriekjes, verpakt in snoezige geruite baaltjes of goudkleurige kuipjes, een luxe product voor speciale gelegenheden. Net als vroeger.

Er woedt in het onderzoek over suiker een heuse richtingenstrijd. In de twee kampen wordt verschillend gedacht over de effecten van suiker op de gezondheid. Maar nergens zal je een oproep tot knusheid lezen zoals deze.
De stand van zaken in de wetenschap over suiker is grofweg als volgt. Er zijn onderzoekers die ervan overtuigd zijn dat geen van de meest genuttigde vormen van suiker, noch de samenstellende delen fructose, glucose en galactose (in melksuiker), van zichzelf specifiek ziekmakende, toxische eigenschappen hebben. Een normaal mens kan een normale portie suiker normaal verwerken. Zo wordt er door de suikerverwerkende industrie ook over gedacht en die boodschap wordt dan ook voortdurend uitgedragen.
Het probleem met suiker is in deze optiek precies hetzelfde als dat van andere voedingsstoffen: als je er teveel van eet, word je dik. Suiker levert gemakkelijk overbodige calorieën en verder geen voedingsstoffen. Dat op zich is niet kwalijk. Maar wie dik wordt, loopt een groter risico op zogenoemde niet-besmettelijke chronische ziekten, zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten, leververvetting, neurodegeneratieve ziekten (zoals alzheimer) en bepaalde vormen van kanker. Dus moet je matigen met de inname van calorierijk voedsel, waaronder suiker.
Recent verschenen weer twee grondige literatuurstudies die deze opvatting ondersteunden, met als belangrijkste auteurs de Amerikaan James Rippe respectievelijk de Canadees John Sievenpiper. Sievenpiper heeft veel onderzoek naar fructose gedaan en geldt als een consciëntieuze wetenschapper. Hij heeft het niet gemakkelijk met zijn grondig onderzochte opvattingen dat suiker weinig kwaad kan. In de populaire documentaire That Sugar Film wordt hij in enkele korte scènes weggezet als een vazal van Coca Cola. Weg vertrouwen.
Met Rippe ligt het anders. Zelfs in zijn korte Wikipedia-bio staat dat hij miljoenen dollars van de zoetstoffenindustrie heeft ontvangen.

In het andere kamp is er wel de overtuiging dat suiker schadelijk is, anders dan alleen via de tweetrapsraket van de overmaat aan lege calorieën en een toenemend lichaamsgewicht. Suiker, en dan vooral de fructose daarin, heeft wel degelijk toxische eigenschappen. De belangrijkste aanname is dat het leververvetting veroorzaakt, Non Alcoholic Fatty Liver Disease, NAFLD. Dat kan het begin van ernstige leverziekten zijn.
Bij laboratoriummuizen wordt de fructose inderdaad direct omgezet in vet, bij de mens gaat dat vooral via de tussenstap van de omzetting naar glucose. Bij een gezond persoon wordt hooguit één procent van de fructose direct in de lever omgezet in vet, maar bij een heel zwaarlijvig persoon kan dat al vijf procent zijn. Via welk pad ook, uiteindelijk wordt het merendeel van de overbodige suiker omgezet in vet.
De bekendste representant van de richting die suiker een gif noemt, is de Amerikaanse arts Robert Lustig, die ook bij Humberto Tan aan tafel heeft gezeten. Hij schreef het boek Fat Chance: The bitter truth about sugar. Lustig zegt ook: 'Wil je bewijs? Kijk op straat'. Zijn grootste zorg en object van studie is het gigantisch toenemen van obesitas en leververvetting bij kinderen. Hij wijdt dat voornamelijk aan frisdrank.
Een andere enthousiaste vertolker van de boodschap dat fructose giftig is, is de Australische acteur en filmmaker Damon Gameau. Zijn succesvolle documentaire That Sugar Film is echter zeer tendentieus. De veronderstelling waarvan hij uitgaat, is dat fructose in elke dosis schadelijk is. Maar dat is onjuist, daarover is geen discussie. Het lichaam is prima in staat een hoeveelheid fructose te verwerken, daarvoor zijn speciale eiwitten aanwezig (van de GLUT-familie). We eten de hele evolutie lang al zonder problemen fruit met suiker erin en dat is niet voor niets fructose genoemd.

Maar er zijn nog allerlei andere verdenkingen tegen suiker. Veel ervan zijn onbewezen, enkele zijn regelrechte kletskoek, een groot aantal geeft aanleiding tot nader onderzoek, dat daarom al op grote schaal plaatsvindt.
Dit zijn de belangrijkste aanklachten, hier ongesorteerd opgesomd: Kinderen worden hyper van suiker. Suikervertering verbruikt te veel vitaminen. Suiker veroorzaakt insulineongevoeligheid. Suiker is verslavend zoals elke drug. Suiker zorgt voor schimmels. De zoete smaak van suiker verpest het verzadigingsgevoel. Suiker voedt sommige soorten kankercellen. Suiker versnelt het ontstaan van alzheimer, ook wel diabetes type 3 genaamd. Suiker verlaagt je energieniveau. Suiker verhoogt de bloeddruk sterker dan zout. Suiker verstoort de biodiversiteit van de darmflora. Suiker verergert ontstekingen. Suiker veroorzaakt diabetes. Suiker is de oorzaak van glycatie, 'versuikering' van eiwitten tot AGE's, en dat versnelt de veroudering.

Wekelijks verschijnt er in de internationale wetenschappelijke vakpers wel een artikel of onderzoeksverslag over een van de vermeende bijwerkingen van suiker. Waarom zou dat zijn? Omdat suiker zo onschuldig is als Fresco beweert, met in haar kielzog de verzamelde Nederlandse koolhydratenexperts? Of omdat er hysterie heerst onder de anti-suikergoeroes?
Een mogelijke verklaring voor Fresco's voorstel om suiker te absolveren is dat koolhydraten na een periode van ernstige verguizing voorzichtig gerehabiliteerd worden. De grootste low carb rage is wel zo'n beetje voorbij. Als bijproduct van de omslag in het denken over vet werden koolhydraten als de kwalijke macronutriënt aangewezen. De auteur van het boek Good Calories, Bad Calories Gary Taubes en vele andere voedingswetenschappers en dieetgoeroes hebben ervoor gezorgd dat bewuste consumenten gingen minderen met koolhydraten uit brood, pasta en aardappelen. Het is al vele jaren het meest gevolgde soort dieet. Het achterliggende idee is dat van de insuline-vethypothese.
Die komt hierop neer: de grote hoeveelheid glucose die in het spijsverteringskanaal uit het koolhydraatrijke eten wordt vrijgemaakt zorgt voor een stijging in de aanmaak (door de alvleesklier) van het hormoon insuline. Eén taak van insuline is alle cellen in het lichaam ontvankelijk maken voor opname van de brandstof glucose. De hoge concentratie insuline in het bloed verhindert echter de verbranding van vet en stimuleert de omzetting van onverbrande glucose in vet, dat opgeslagen wordt waardoor we dikker worden.
Deze dubbele vetsparende werking van insuline kan verlaagd worden door minder koolhydraten te eten, is de theorie. Een mooie theorie, maar in de dagelijkse praktijk van het diëten blijkt het toch niet zo mooi te werken. Low carb diëten werken op de lange duur niet beter dan bijvoorbeeld low fat diëten, waarvan je zo ongeveer juist alleen het tegenovergestelde mag eten. Uiteindelijk is niet het soort overheersende of ontbrekende macronutriënt bepalend voor de effectiviteit van een dieet, maar ouderwets de hoeveelheid calorieën.
Om de daad bij het woord te voegen en in de stellige overtuiging dat hij gelijk had, heeft Gary Taubes in 2013 met een aantal specialisten en geldschieters de onderzoeksgroep NuSi opgezet om zijn eigen theorie te testen. Deelnemers werden onder de meest strikte, controleerbare omstandigheden op koolhydraatrijke en koolhydraatarme diëten gezet.
Maar wat bleek na een tijdje? Low carb diëten lieten lang niet de resultaten in gewichtsverlies en verbetering van bloedwaarden zien die de hypothese voorspelde. Er was wel iets verschil in het voordeel van een laag koolhydraatdieet, maar te weinig om de insuline-vethypothese te kunnen bevestigen. Ander onderzoek liet zien dat de aanmaak van insuline ook sterk door ander voedsel, bijvoorbeeld eiwitten, gestimuleerd kan worden. Bovendien werd duidelijk dat de individuele verschillen zeer groot zijn.
Van dat ene mooie idee van Taubes c.s. bleef weinig over. Zo sportief om zijn ongelijk te erkennen was hij echter tot nu toe niet. Hij noemde de uitkomsten 'interessant' en had zijn pijlen inmiddels op iets anders gericht. Op suiker. Met zijn nieuwe boek The Case Against Sugar vernauwt hij zijn koolhydraatkritiek tot suiker. Hij schaart zich nadrukkelijk in het tweede kamp met zijn hypothese dat suiker insulineresistentie veroorzaakt. Ook is hij van mening dat de menselijke soort door de eeuwen, decennia en jaren heen, waarin de suikerconsumptie explosief toenam, aangepast is aan veel suiker. Maar wel ten koste van vele westerse ziekten.

Zijn alle andere koolhydraten dan suiker gepardonneerd? Zeker niet. De wereldwijde consensus onder voedingsdeskundigen is dat ultra-processed food, geraffineerde, snel verteerbare koolhydraten, zoals meelproducten die ontdaan zijn van hun natuurlijke vezels, witte rijst en verwerkte aardappels (puree, patat), ongezonde kost zijn als ze een te groot deel van het menu uitmaken. Ze behoren tot de voedingsmiddelen die veel calorieën leveren, maar geen voedingswaarde hebben en weinig verzadigen. Omdat ze vaak in smakelijke etenswaren voorkomen, zoals snacks, fast food en bakkersproducten, wordt er gauw te veel van gegeten. 'Gefrituurde suikers' noemt de internist en schrijver Dr. Frank van Berkum ze. Die vinden wij het allerlekkerst. Ook suiker behoort tot die soort geraffineerde koolhydraten.
Fresco heeft het in haar gewraakte column echter niet over deze zogenaamde 'snelle' koolhydraten, maar alleen over suiker.
Het verschil in de ideeën over hoe schadelijk suiker an sich is, dus los van de calorieën, is groot. In Nederland is vooral het eerste kamp goed vertegenwoordigd, van de Gezondheidsraad tot de Hartstichting. Hier heerst de consensus dat suiker eigenlijk geen kwaad kan en een koolhydraat is zoals alle koolhydraten.

Die boodschap wordt met verve uitgedragen door het Kenniscentrum Suiker en Voeding. Op de website van het KSV staat emeritus hoogleraar Innovatie Gezonde Voeding Fred Brouns uit Maastricht in een vrolijk filmpje uit te leggen dat we helemaal niet bang hoeven te zijn voor suiker. De wetenschappelijke studiegroep van het KSV staat onder leiding van emeritus hoogleraar Voeding en Gezondheid Frans Kok, voormalig hoofd van de afdeling Humane Voeding van de WUR. In een interview met de Volkskrant zegt hij daarover:

    Ik kies daar bewust voor, omdat ik vind dat het mijn maatschappelijke taak is om in tijden van enorme voedselverwarring een wetenschappelijk verstandig verhaal naar buiten te brengen. Suiker zit ten onrechte in het verdomhoekje, het is geen gif. Het makkelijkste is om ver weg te blijven van alle banden met de industrie, maar dan zit je dus thuis niets te doen terwijl allerhande goeroes onzin kunnen verkondigen over brood, melk of suiker.

Het is voor een goed begrip van de bijbaantjes van de gepensioneerde Brouns en Kok van belang te weten dat het Kenniscentrum voor Suiker en Voeding (voorheen Suikerstichting) volledig wordt bekostigd door Suiker Unie, een van de vijf grootste suikerproducenten van Europa (levert volgens de website 'kristalsuiker in vrijwel elke gewenste korrelgrootte').
'Kenniscentrum' is een van de eufemismen die dergelijke 100% lobbyclubs hanteren om zich de schijn van objectiviteit en wetenschappelijke ernst aan te meten. Deze door de industrie opgerichte en betaalde organisaties hebben geen ander doel dan de (wetenschappelijke) consensus over en het imago van de producten van hun broodheer op te vijzelen.
Een paar gepensioneerde zwaargewichten inhuren is een van de strategieën. Een ander is met regelmaat mooi verzorgd drukwerk met wetenschappelijk onderzoek rondsturen aan belangstellenden. Als geen ander weten Brouns en Kok dat het heel goed te doen is uit de berg wetenschappelijk onderzoeken de beste te kiezen om het eigen standpunt te staven. Daar heb je ze weer, 'cherry picking' en 'bias'.

Het KSV publiceert geregeld 'position papers' waarvoor onder meer medewerkers van WUR onderzoeksmateriaal aanleveren, zoals bijvoorbeeld cijfers waarin het suikergebruik uitgesplitst is uit de VCP's, de Voedselconsumptiepeilingen van het RIVM. Die cijfers zijn in orde, het gaat erom hoe er daarna mee gerekend wordt.

De berekeningen zijn uitgevoerd onder leiding van Hoogleraar Voeding en Gezondheid in de Levenscyclus prof.dr.ir. Edith Feskens van WUR. Zij legt in een filmpje op de website van KSV dat dateert uit 2015 uit dat het niet de schuld van suiker is dat we dik en ziek worden:

    Want wat is overgewicht? Het komt doordat je te veel calorieën binnenkrijgt, te veel energie, en te weinig calorieën verbrandt. Dus er gaat te weinig energie uit je lichaam. En dat is ook meteen de manier waarop je er wat aan kan doen. Je kunt kleinere porties nemen, dus minder calorieën binnenkrijgen en tegelijkertijd ook meer bewegen zodat je meer verbrandt. Op die manier kom je gemakkelijker op een gezond gewicht. (…) Suiker heeft de naam een dikmaker te zijn, maar dat is niet helemaal terecht. (…) Neem dus eens wat vaker de trap dan de lift, schep kleinere porties op, en pas vooral op met suikerhoudende dranken, want daar neem je snel te veel van.

Wat Feskens hier beweert, is old school voedingsleer. Onderzoek en praktijk zijn allang voorbij deze voorstelling van zaken van de energiebalans. Zo zit het lichaam niet in elkaar. De zogeheten calorie-in-is-calorie-uit opvatting staat al geruime tijd ter discussie en houdt veel onderzoekers bezig, onder wie Kevin D. Hall, een vooraanstaande onderzoeker van de energiebalans, die betrokken was bij het onderzoek van NuSi.
Wat Feskens hier beweert, is een achterhaalde simplificatie. Alsof afvallen het tegenovergestelde is van aankomen. Iedereen met overgewicht en ervaringen met diëten moet heel hard lachen om deze karikatuur. Van bewegen valt alleen een topsporter af.

Een onthulling van The New York Times van vorig jaar gaat precies over deze gesponsorde bagatellisering van het probleem. Coca Cola betaalt in Amerika voedingswetenschappers voor het verspreiden van het foutieve idee dat je de extra calorieën van suiker gemakkelijk kan kwijtraken door meer te sporten. Maar dat eenvoudige model gaat in de werkelijkheid van de gecompliceerde stofwisselingsystemen in het lichaam niet op. Zoveel is wel duidelijk geworden na decennia van obesitasonderzoek. Feskens geeft het signaal af dat als iemand de schuld moet krijgen van je overgewicht, jij het toch echt zelf bent en zeker niet de suikerverwerkende industrie.

Zes theelepels
En dan komt ook nog Louise Fresco, nummertje 22 op de lijst van invloedrijkste Nederlanders volgens de Volkskrant, to the rescue van het slechte imago van suiker. Zij schrijft in haar column, evenals Brouns en Kok gedurig herhalen, dat suiker helemaal geen kwaad kan als je er niet te veel van eet.
Dat zal best. Maar de feiten zijn dat in Nederland wel te veel suiker wordt geconsumeerd. Afhankelijk van welke aanbeveling je volgt, is dat per persoon twee tot vier keer zoveel als gezond wordt geacht. Dat betekent dat sommigen, vooral kinderen, een kwart tot een derde van hun dagelijkse energie uit suiker halen. Die suiker is van nature aanwezig in fruit en zuivel, maar vooral toegevoegd bij de bereiding van snoep, koek, frisdrank en vele andere etenswaren.

Weten Fresco, Brouns, Kok en Feskens het beter dan de rest van de wereld? Even een kleine bloemlezing uit de recente internationale ontwikkelingen op suikergebied.

De WHO, de hoogste autoriteit op het gebied van gezondheid, heeft in 2015 weer een dringende oproep gedaan maatregelen te nemen om de suikerinname door volwassenen en kinderen te verminderen. Aan het rapport Guideline:// Sugars intake for adults and children werkten gerenommeerde onderzoekers als Lise Te Morenga en Jim Mann mee. Het gaat hier om een sterke aanbeveling tot vermindering van ‘free sugars’, dat zijn bij de bereiding toegevoegde suikers.
Aanbevolen is in ieder geval een vermindering tot 10% van de totale energie-inname. In veel landen, waaronder Nederland, komt dat ongeveer neer op een halvering. Ideaal is volgens de WHO een vermindering tot 5%, zes theelepels per dag. In aanbevelingen van de suikerindustrie wordt 25% meestal als veilig beschouwd.
Deze richtlijn van de WHO wordt overigens lang niet overal voor zoete koek geslikt. Het feit dat vooral gegevens over cariës de basis ervan vormden en zoals eerder opgemerkt hard bewijs ontbreekt, stuitte onder meer bij het Deutschen Gesellschaft für Ernährung op scepsis. Het Kommentare was niet mals.

De American Heart Association, dat niet bekend staat als een organisatie die voor de troepen uitloopt, adviseert al sinds 2009 ‘niet meer dan 6 theelepels of 100 kilocalorieën per dag voor de meeste vrouwen en niet meer dan 9 theelepels of 150 kilocalorieën voor de meeste mannen’ aan toegevoegde suiker te consumeren. Dat advies is anno 2017 nog onveranderd.
De Heart and Stroke Foundation of Canada adviseert ook die 10% en 5% aan te houden. Waarom minder suiker? Omdat ‘overmatig gebruik van suiker in verband wordt gebracht met ongunstige effecten op de gezondheid, waaronder hartziekten, beroerte en zwaarlijvigheid’. 10% 'added sugars' komt per dag neer op 48 gram of 12 theelepels. Een blikje frisdrank levert dan al 85% van het dagelijks geadviseerde totaal.
Hierbij mag ter vergelijking worden opgemerkt dat het woord suiker op de hele website van de Nederlandse Hartstichting niet voorkomt, ook niet onder het kopje Gezond Eten.
In Groot-Brittannië lukte het Jamie Oliver, met steun van vooraanstaande artsen die verenigd zijn in de Action on Sugar-beweging, een accijns op dranken met suiker af te dwingen bij de tegenstribbelende liberaal Cameron. De ‘sugartax’ wordt volgend jaar door de regering May ingevoerd in het Verenigd Koninkrijk.
In Mexico, Finland, Frankrijk, Hongarije en Ierland worden soms al sinds vele jaren extra accijnzen geheven op suikerhoudende dranken. Frisdrank is een grote leverancier van toegevoegde suiker en behalve een zinvol ook een gemakkelijk doelwit voor regulering. In alle landen levert de suikertaks wel veel geld op, maar een geringe daling in de verkoop van frisdrank. Toch concludeert de WHO dat een collectief prijsbeleid voor voedsel beïnvloedt wat consumenten kopen. Daarmee kan een verschuiving naar gezondere eetgewoonten worden bereikt. Met de opbrengsten van de accijnzen kunnen volksgezondheidsprogramma's gefinancierd worden.

Credit Suisse publiceerde in september 2013 het rapport 'Sugar – Consumption at a crossroads'. In die wereldwijde verkenning van het gestegen suikergebruik en de bijkomende problemen kijken ze verder dan de neus van conservatieve wetenschappers lang is:

    Hoewel medisch onderzoek nog met zekerheid moet vaststellen dat suiker de hoofdoorzaak van obesitas, diabetes type 2 en metabool syndroom zijn, slaat de balans van het medische onderzoek wel in de richting van die conclusie uit. (…) De beroepsgroep van medici heeft vaak gewezen op het verband tussen suiker en de ziekten die we hier noemen. Maar een definitief causaal verband is moeilijk te bewijzen, omdat voor onderzoek veel mensen begeleid moeten worden bij het volgen van een gecontroleerd dieet gedurende maanden of jaren. Toch laat ons eigen onderzoek onder huisartsen in de Verenigde Staten, Europa en Azië zien dat bijna 90% van de deelnemers deze conclusies onderschrijven.

In Nederland is in 2012 zo'n gecontroleerd, gerandomiseerd onderzoek van lange duur gedaan onder schoolkinderen, de DRINK-studie. De onderzoekers Janne de Ruyter, Margreet Olthof, Jaap Seidell en Martijn Katan stelden vast dat kinderen die in achttien maanden tijd dagelijks een blikje frisdrank met een calorieloze zoetstof dronken minder toenamen in lichaamsgewicht dan kinderen die een blikje met gesuikerde frisdrank kregen. Dit onderzoek wordt veel geciteerd in de literatuur, omdat het zo goed was. Maar het keek dus alleen naar lichaamsgewicht, niet naar andere gezondheidsverschijnselen.

In de Verenigde Staten ontstond vorig jaar aanzienlijke ophef in wetenschappelijke kringen na de onthulling door Cristin Kearns, een tandarts die zich had vastgebeten in het doen en laten van de suikerindustrie. In de jaren zestig had een aantal wetenschappers van naam zich laten omkopen door de Sugar Research Foundation, dat geheel door de suikerindustrie bekostigd werd.
In een groot artikel over de oorzaken van hart- en vaatziekten voor het gerenommeerde vakblad New England Journal of Medicine lieten zij bepaalde, voor suiker belastende onderzoeksresultaten weg. Daardoor leek het alsof alleen vet en cholesterol in de voeding slecht waren voor het hart, en suiker niet.
Marion Nestle, de beroemde activistische hoogleraar voedingskunde, schreef over deze 'smoking gun': 'Dit vijftig jaar oude voorval mag dan geschiedenis lijken, het is toch zeer relevant, niet in de laatste plaats omdat het antwoorden geeft die nu belangrijk zijn. Is het echt waar dat voedingsbedrijven opzettelijk onderzoek in hun voordeel beïnvloeden? Ja, het is waar en het gebeurt nog steeds.'

Nestle stelt dat Big Sugar onverminderd actief is met het bewerken van de publieke opinie via de wetenschap. Het is naïef om te veronderstellen dat dit alleen voor de Verenigde Staten zou gelden en niet voor Nederland. In het licht van deze voorbeelden (nogmaals: het is een kleine selectie van wat er internationaal tegen suiker wordt ondernomen) is het op zijn minst vreemd dat Fresco oproept tot een ‘rehabilitatie’ van suiker, dat Brouns het probleem denkt te kunnen bagatelliseren door de lolbroek uit te hangen, dat Kok heel maatschappelijk geëngageerd de belangen van de suikerindustrie bewaakt en dat Feskens met droge ogen beweert dat we van suiker niet dik worden en van traplopen afvallen.
Dat is hoe er door de wetenschap in Nederland over suiker wordt gedacht. Dat is de context van ons vertrouwen.

In deze 5-delige Vertelling over vertrouwen in de voedingswetenschap volgt nog 1 aflevering. De serie kon worden gerealiseerd dankzij financiering van het Fonds bijzondere Journalistieke Projecten
Dit artikel afdrukken