De discussie over de paarden van Wakker Dier bracht me terug bij mijn eigen gevoel ten aanzien van het eten van dieren. Ik constateerde dat ik kennelijk ooit nog net genoeg binding met 'het land' heb meegekregen om geen wroeging te hebben bij het eten van goed behandelde dieren.
Ik moest er goed over nadenken, want tot dat ongemak leidt zo'n discussie.
Daar heeft de moderne stedeling die ons land bewoont ook last van. En die krijgt dan in meerderheid wél wroeging. Van de weeromstuit (en om er gauw vanaf te zijn?) spreekt hij zijn sympathie uit voor de PvdD of Wakker Dier.
Ik ben regelmatig voor langere tijd in Frankrijk. Leef dan in een dorp dat nog volledig bewoond wordt door mensen die leven van en met het land en die in ieder geval niet in onze 'urban' 21e eeuw leven (op 3 los-van-de-motor' 'estrangers' na - het oude woord waarin je ontdekt dat het Engelse 'stranger' en het Franse 'étranger' precies dezelfde oorsprong hebben).
Ze hebben een heel ander levensgevoel.
In Nederland spreek ik regelmatig kwaliteitsbewust en integer werkende boeren. Hun houding ten aanzien van dieren is zowel respectvol als gericht op economisch nut. Ook zij leven niet in 'onze' 21e eeuw. Ook zij hebben een heel ander levensgevoel. Een drama, want het publiek verstaat het niet meer.
Waarom heeft Wakker Dier het met hen aan de stok? Waarom krijgen de boeren hun levensgevoel niet meer over 'onze' bühne?
Waarom keert onze consumentenmaag om als we beelden zien van zelfs de netst mogelijke bio-industrie (ja die is er, dankzij onze eetlust én het besef dat het dan maar wat beter, maar wel industrieel moet) en de geautomatiseerde massale slachtsystemen, maar gaan we gewoon door met het eten van vlees? We draaien nl. gewoon ons hoofd even weg en kopen de volgende dag weer een kiloknaller gehakt of die goedkope schnitzel van dat intelligente varkensdier. Uit de slechte bio-industrie nota bene.
Hoe maak je 'moderne mensen' die van hun honden en katten houden alsof het hun kinderen zijn (ik hoor er zelf toe), weer duidelijk dat zij, Wakker Dier en de PvdD 'urban' zijn? Ze zijn 'los geraakt' van onze voedingsrealiteit en naarstig op zoek naar hun idee hoe die zou moeten zijn. 'Zou moeten zijn', niet hoe die is of was.
Ik heb een hypothese. Het romantische idee klopt niet. Netzomin als de natuur van het blad Landleven klopt met de natuur die ons stormen en overstromingen bezorgt. Dáárom gebruiken de organisaties die dat romantische gevoel een stem geven propaganda. Om te overschreeuwen dat ze geen coherent standpunt hebben.
Ik wist vaag dat er een tekst van Michael Pollan is over het eten van vlees, met respect voor het dier. Het oorspronkelijk in de NYT verschenen artikel bleek makkelijk te vinden. Het is een enorme lap tekst om online te lezen. Maar uiterst boeiend en coherent. Graag leen ik Pollan's poging om het weer duidelijk te maken: eten betekent doden. Van dieren. Zelfs als we alleen planten eten. Ook eten is niet zoiets als lekker wegdromen in Landleven.
Let wel, de dieren die de uiterst beschaafde Pollan zou eten, zijn gemakkelijk 4 tot 8 maal zo duur als het vlees dat we nu in de supermarkt kopen. Da's duurder dan Wakker Dier doet voorkomen. Duurder dan een abonnementje op Landleven. Het is serieus.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
De opvatting dat we ergens van zijn 'losgeraakt' is zelf ook romantisch. Het is meer dan alleen het droombeeld van de plattelandsmens die op een routinematige manier met leven en dood omgaat. Erop geprojecteerd is een riddermoraal: een mens moet zichzelf recht in de spiegel durven kijken. Wie vlees eet, moet beseffen dat daarvoor gedood is.
Ik heb zelf ook minofmeer die opvatting, maar je kunt hem niet absoluut maken. Er is geen stap van 'is' naar 'ought' hier. Het is slechts een therapeutische waarheid: door meer bewust te leven lijdt je een gelukkiger leven.
We zijn Hare Krishna's op de Dam.
Riddermoraal of realiteitsbesef? We zijn erin geslaagd van ons eten geen probleem meer te hoeven maken. Als we niet oppassen vliegen de gebraden duiven zo onze mond in.
In die zin is historisch gezien een feitelijk te constateren afstand tussen de oorsprong van ons eten en onszelf ontstaan.
'Losraken' heb ik hier niet bedoeld als een heimwee-woord of idee van een 'betere' (wat natuurlijk niet zo is) tijd. Wel als een woord dat de scheiding tussen twee contexten aangeeft: eentje waarin het verzamelen en telen van eten nog een probleem is, en eentje waar zelfs de gedachte aan dat probleem al uit verdwenen is.
Hoe het zit in de koppen van de mensen weet ik niet. Wel hoe het moet dat het goed komt te zitten.
Iedereen moet ooit in zijn leven, liefst zo jong mogelijk, helemaal zelf drie kilo sperziebonen produceren, op een stukje grond, hoogstam of lage. Zoek maar uit hoe je het doet, maar als je eind augustus niet met drie kilo zelf geteelde sperziebonen thuis komt gaan we volgend jaar ook niet op vakantie!
Iedereen moet ooit een brood bakken en dat zelf opeten.
Iedereen moet een vis vangen, dood maken, strippen en fileren of in moten hakken en bereiden. En zelf opeten.
Iedereen moet ooit in haar leven twee biggetjes groot brengen met afval van de mensen, ja huur maar een bakfiets en elke dag even langs de achterdeuren van de eethuizen, Sylvia, het is afzien, maar het is goed voor je opvoeding.
En appels plukken. Duizend kilo en die verkopen in de stad. Niet vaak, maar in ieder geval een keer in je leven.
Als dat allemaal zo vanzelfsprekend wordt als een zwemdiploma, hoeft niemand zich meer af te vragen waar en hoe het mis ging, want dan gaat het goed.
Maar dat gebeurd dus niet. (behalve dan misschien een enkeling) Dan moet je het dus min of meer verplichten. Riddermoraal of realiteitsbesef?
Realiteitsbesef. Goed dan. Alle columnisten van Nederland maken zich vrolijk om het weeralarm van woensdag, het zou donderdag vreselijk worden. Omdat het niet vreselijk werd maken ze scherpe pret. Maar niemand wijst er op dat een aankondiging dat het gaat sneeuwen niet meer voldoende is. Zo'n aankondiging wordt door burgers niet meer op waarde geschat. Ze willen het fijne weten, kunnen we nog rijden of hoe zit dat. In Nederland knallen doorgaans driehonderd auto's op elkaar als het sneeuwt. Dat wordt beschouwd als een maatschappelijk probleem, niet individueel, en instanties krijgen de schuld. Omdat God niet waarschuwt voor kettingbotsingen moeten de instanties dat maar doen, plaatsvervangend.
Wat moet dit nou op deze plek?
In onze moderne rijke samenleving is het precies zo als het om voedsel gaat. Sneeuw is van het KNMI en Albert Heijn zorgt voor het eten.
Dick Veerman, hierboven, mijmert in heimwee, wat ging er mis.
Nou, dat zowat de hele burgermaatschappij in couveuse voor het leven is komen te liggen. Hup, je moet er uit, verwend nest, prei zaaien!