image Negen van de tien mensen eten te veel verzadigd vet. Circa 20% van de inname komt van verzadigde vetten uit vlees. Voor een groot deel zijn dat bewerkte vleesproducten, zoals vleeswaren en worst. Door de samenstelling hiervan te verbeteren, valt er nog veel gezondheidswinst te behalen. De mogelijkheden hiervoor stonden centraal op het symposium ‘Gezonde vleesinnovaties: vet!’, op 23 mei in Den Bosch. Het symposium was een initiatief van het Voedingscentrum en de Nederlandse Hartstichting, in samenwerking met de NVVL en HAS Den Bosch. Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed en vergroot daarmee de kans op hart- en vaatziekten. Door de consumptie hiervan terug te dringen, valt nog veel gezondheidswinst te behalen. Van de dagelijks geconsumeerde calorieën van de Nederlanders bestaat zo'n 14% uit verzadigd vet. De overheid wil dat in 2010 hebben teruggedrongen tot onder de 10%. Dat zal duizend doden en 4.300 hart- en vaatpatiënten per jaar schelen.

Werken aan totale product
Als eerste spreker benadrukte Ria Westendorp, van het ministerie van VWS, dat de innovatie op alle gezondheidsaspecten gericht moet zijn; naast verzadigd vet bijvoorbeeld ook op calorieën en zout. "Het totale product moet gezonder zijn. Het heeft geen zin verzadigd vet te vervangen door iets anders wat ook niet goed is."

Vet is mede bepalend voor de smaak
Verschillende sprekers uit de industrie wezen op de mogelijkheden en moeilijkheden bij het verlagen van het gehalte verzadigd vet. Vet is van wezenlijk belang voor de smaak, het mondgevoel en de houdbaarheid. Minder vet betekent zoeken naar alternatieven om dit te compenseren. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van zetmeel, vezels of pectine. Op de dag werd regelmatig een vergelijking getrokken met de zuivelsector, waar het aantal innovaties beduidend hoger ligt. De versnippering in de vleessector, lage marges, groeiende internationale concurrentie en bezuinigingen op kennistechnologie spelen hierbij een rol.

Platform
Dagvoorzitter Jaap Seidell, hoogleraar Gezondheidswetenschappen, wees erop dat er weinig prikkels zijn voor innovatie, vanuit de overheid en de afnemers zoals de retail. Het ontbreekt aan regie en samenhangend beleid. Om te komen tot een meer integrale aanpak, zou het een goede zaak zijn als de vleesindustrie zich zou verenigen in een platform, waarbij ontwikkelingen ook in Europees verband worden bekeken. Met het oog op wetgeving en schaalgrootte valt daar nog veel te winnen.

bron: Voedingscentrum
Dit artikel afdrukken