Licht prijsherstel
Heel langzaam lijken de marktprijzen van groenten en fruit zich iets te herstellen, maar dat is slechts een doekje voor het bloeden. Een komkommerteler verzucht dat de prijzen wel langzaam omhoog kruipen, maar bij de minste geringste onrust met sneltreinvaart naar beneden duiken. Gemiddeld zijn ze wel iets beter dan vorig jaar, maar het houdt niet over.
Directievoorzitter Fred van Heyingen, die van Foodlog de geuzennaam ‘Kapitein van het Westland’ kreeg – zijn collega’s hebben hem er flink mee gepest - heeft vorig jaar de afdeling Bijzonder Beheer van de bank flink moeten uitbreiden vanwege de nijpende balans van zijn klanten. Half juni constateren zijn medewerkers dat de ‘gaten iets minder diep’ zijn geworden. Van herstel is geen sprake, want zodra de telersprijzen een pietsie dalen is het weer bal aan dek van de Titanic. Structureel is er nog niet veel veranderd aan het afzetprobleem. Anders gezegd, onze jongens bulken nog van de productie. De toekomst van de glasgroentetelers hangt dus nog steeds aan een zijden draadje.
Waar eigenlijk iedereen bang voor is - een massale saneringsgolf - blijft nog uit. Als dat gebeurt zal de waarde van het onroerend goed kelderen en enorme kapitaalsvernietiging bij de bank plaatsvinden. Misschien gebeurt het daarom wel niet. Tot het niet meer kan natuurlijk. De oceaan is rimpelloos. Niemand wil weten wat er onder de oppervlakte gebeurt. De telers niet, de bank niet en zelfs ons nationale ministerie van Landbouw niet. Het is mooi weer. Het is zomer. We kijken wel ‘WK’.
Visie
De dramatische situatie in de glastuinbouw was voor banken en organisaties aanleiding om met spoed nieuwe visies te schrijven. Gerda Verburg reageerde daar streng op door één visie van de sector te eisen. Op dit moment wordt daar aan gewerkt door LTO Glaskracht (telers), Frugi Venta (handel), DPA (telersverenigingen) The Greenery en Rabobank. Onder leiding van een adviesbureau, Rijnconsult, moet daar op korte termijn één lijn uit worden geperst. Dat bureau schrijft op wat iedereen vindt en maakt daar een gemiddelde van waar iedereen het gemiddeld mee eens zal zijn. Zo krijg je echte akkoorden, maar geen dingen die de wereld veranderen. Geen wonder dat ik in de wandelgangen hoor dat die visie er best gaat komen en dat iedereen er na wat gesteggel over en weer wel mee akkoord zal gaan.
Twintig kikkers
Terwijl de retail zich verregaand heeft geconcentreerd is de gezamenlijke afzet in de tuinbouw niet goed op gang gekomen. Op dit moment zijn er een twintigtal telersverenigingen, al dan niet verbonden aan handelshuizen, die de afzet regelen. Dat zijn er veel te veel, vindt Rabobank in de dit voorjaar verschenen visie ‘Beter met minder’. Ook demissionair minister Gerda Verburg verkondigt die mening, evenals bijna iedere organisatie die de sector kent. Er zijn de afgelopen jaren al veel pogingen gedaan om dat aantal terug te brengen, maar dat wil maar niet lukken. Stop twintig kikkers in een emmer en ze springen direct alle kanten uit. Het is tenenkrommend om iedere poging te zien stranden, terwijl bundeling zo broodnodig is om juist de retail op haar wenken te bedienen. We zoeken liever naar een ‘akkoord’.
Informateur
De tuinbouw heeft een goede informateur nodig die neutraal te werk kan gaan en die onverstoorbaar partijen tot elkaar kan brengen. De roep om een goede kapitein lijkt me in dit geval niet relevant, een stuurman wel.
Individualisme
Naast de discussie over bundeling van afzet speelt ook het verder voortschrijdende individualisme van ondernemers, die hun eigen imperium bouwen. Sommige telers, die denken dat ze met hun moderne en duurzame aanpak de crisis zullen overleven zijn helemaal niet zo coöperatief ingesteld. Zij nemen de verliezen van dit moment en wachten af hoe bedrijven om hen heen vanzelf afvallen. Koude sanering, met een mooi woord. Ik legde het voor aan Van Heyningen, want hoe kijkt nu de Rabobank aan tegen deze ondernemers?
Uiteraard reageert Van Heyningen voorzichtig, want Rabobank is tenslotte de bank die veel grote klanten heeft. “Laten we wel zijn”, begint hij, “dit zijn hele belangrijke klanten voor ons. Dergelijke bedrijven zijn heel interessant en ook voor ons als bankmensen leerzame cases.” Maar als de hele sector zou afstevenen op concentratie in een paar productiebedrijven voorziet hij een groot probleem. “Survival of de fittest is niet de weg”, meent hij. “Het zou veel beter zijn als de iets minder sterke bedrijven zouden bundelen, want met een paar grote bedrijven kunnen we echt niet al die producten telen die in de toekomst nodig zijn. Bovendien zijn kleinere bedrijven veel flexibeler dan grote.”
Ook de grote bedrijven met bulkproducten hebben het complete brede productenpakket nodig om hun eigen deel af te zetten. Die massa is nodig voor economische kracht. De een kan dus niet zonder de ander. En er is nog een ander gevoelig aspect: grote bedrijven hebben de kleinere ambachtelijke bedrijven nodig om de sympathie van samenleving en politiek te behouden.
Van Heyingen heeft meerdere malen laten merken dat hij voorstander is van clusters, in tuinbouwkringen ‘Greenports’ genaamd. Hij ziet dat oude, verspreid liggende kassen op termijn moeten verdwijnen en dat de moderne ondernemers het voordeel van samenwerking op gebied van techniek, onderwijs en onderzoek optimaal kunnen benutten. In zo’n constructie heeft de samenleving ook het minst hinder van horizonvervuiling. Binnen die clusters is niet alleen plaats voor grote, maar ook kleine bedrijven.
Antenne
Nog steeds merk ik dat de sector vooral op zoek is naar zijn eigen staart. Het is maar een enkeling die een antenne heeft om geluiden uit de samenleving op te vangen. Geluiden die veel meer richting een echt en eerlijk product gaan. Dat product is er, maar de uitputtingsslag onder tuinders zorgt er voor dat zij niet de energie op kunnen brengen daar meer aandacht aan te besteden. Survivallen, daar gaat nu alle energie in zitten.
Aan Foodlog de vraag of de Nederlandse tuinbouw een Rosenthal nodig heeft. En wie zou die rol als informateur op zich kunnen nemen?
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Een informateur? Ik denk dat die gillend wegloopt. Sectoren zijn niet te redden of te plooien, alleen individuen die zelf wat gaan doen kunnen wat veranderen.
Waarom doen ze dat niet? Kunnen ze het niet? Hoe kan dat? Dat zijn drie simpele vragen. Ik probeerde er laatst een antwoord op te geven.
Tuinbouw is geen politiek bedrijf. Een informateur zorgt ervoor dat een deel de macht krijgt en de rest 4 jaar of korter in de bankjes kritiek gaat zitten hebben. Een informateur die de partijen bij elkaar brengt? Nee dus, slechts een deel.
En een deel van tuinbouwers wil kennelijk niet met de informateur praten, die zijn hun eigen stuurman.
Daar zit - het is al eerder gezegd - m.i. de oplossing (of een aanzet ertoe). Je hebt een EN/EN beleid nodig massa EN diversiteit. De groten gaan voor de massa, de kleintjes zullen moeten innoveren, de roep van maatschappij moeten horen. Die enkeling met een antenne zullen er meer moeten worden. Hoe dat moet weet ik ook niet. Meer pijn? Meer tijd? Meer bijeenkomsten?
Dat laatste lijkt me wel een goed plan: met elkaar in gesprek. Maar de ervaring leert dus dat het zonder goede "begeleiding" niet lukt om dat voldoende lang vol te houden. Daar zal dus naar gekeken moeten worden. Ook door de Rabobank.
Nou, Harold, ik zou niet graag in de schoenen van de bankier staan. Die moet nl. een politiek oordeel vellen: welke bedrijven laat ik doorgaan en welke niet? In essentie staan ze er nl. allemaal even goed - zo je wilt: even slecht - voor. Dat besluit hangt af van een oordeel over de toekomst dat de bankier helemaal zelf zal moeten vellen. De sector roep om hulp. Ja, van de politiek dus. De minister - die trots is op haar handelsbalans - doet niets zonder plan van die telers. En er is geen plan waar je een cent op zou zetten. De bankier is dus de beul als hij zijn besluit niet op een andere manier gefaciliteerd krijgt. Noodzakelijk, en hij kan er geen fluit aan doen.
Er ligt dus wel degelijk een zwaar politiek getint besluit voor:
- door met een manier van denken die leidt tot een stuk of vijf megablokken in een paar handen die allemaal hetzelfde maken
- mikken op meer diversiteit zodat je af en toe wat anders op je bord krijgt en er flink geïnnoveerd wordt in meer dan kostprijs verlaging alleen
Het eerste is makkelijk: door op de weg van schaalvergroting en lagere kosten. Het tweede is moeilijk, want de grootverkopers komen het niet zomaar halen als het anders is. Iedereen weet dat je tegen je kop met de muur loopt als je steeds maar doorgroeit, maar niemand weet hoe het anders moet.
Ik sprak laatst anderhalf uur lang met spruitentelers die in hetzelfde schuitje zitten als de glastuinbouwjongens. Ik reed triest weer naar huis. Tuinbouwjournalist Joost Stallen schreef er een stukje over.
Hebben we hier een tweede gevalletje subprime? In dat geval weten we hoe het afloopt. Niet de bankier maar de politiek is aan zet omdat die OF de bank OF de sector moet redden.
In dat geval stel ik voor om de bank even te excommuniceren en te wachten op de politiek. Met de huidige coalitievormingssnelheid gaat dat nog wel 10 jaar duren. Tijd genoeg dus voor de sector om eens goed met elkaar in gesprek en met hun klanten/consumenten.
Inderdaad Harold, de groten en de kleinen hebben elkaar nodig. Het is mijns inziens belangrijk om elkaar eens als gelijke partners te zien. Da's een gevoelig punt.