Johns Hopkins University luidde recent de noodklok. De VS dreigen het last resort antibioticum colistine te verliezen. Wat is de situatie in Nederland? We vroegen het microbioloog Jan Kluytmans.
Paul Auwaerter van Johns Hopkins University liet recent weten dat colistine-resistentie een zaak is waar de VS zich druk over moeten maken. Colistine functioneert als een last resort antibioticum om infecties tegen te gaan waar meer gangbare antibiotica niet meer werken omdat bacteriën er resistent tegen zijn geworden door veelvuldig gebruik.
Een Chinees onderzoek maakte eind 2015 duidelijk dat veterinair gebruik van het middel vermoedelijk heeft gezorgd voor resistentie bij mensen tegen het middel. De ontdekking ging als een schokgolf door de wereld omdat het plasmidale resistentie betreft. ‘Plasmidaal’ betekent dat de resistentie via kleine stukjes DNA tussen verschillende bacteriën kan worden overgedragen. Hoewel nooit aangetoond, is denkbaar dat het middel via mest in het milieu belandt en zich zo verder verspreidt.
Colistine was tot tien jaar geleden een weinig gebruikt antibioticum. Daar is een goede reden voor. Het middel is toxisch als het via de bloedbaan wordt toegediend. In ziekenhuizen was het daarom een middel dat alleen in uiterste gevallen werd gebruikt. In de VS, zegt dr. Paul Auwaerter in een videoblog op de website van Johns Hopkins, is het aantal behandelingen met colistine van 10-15 per jaar inmiddels is gestegen naar ‘verschillende honderden’ in zijn ziekenhuis. Door de snel toenemende resistentie tegen andere middelen zijn we nu dus steeds vaker afhankelijk van dit voorheen nauwelijks gebruikte antibioticum.
Auwaerter luidt de noodklok omdat colistine functioneert als ‘de kanarie in de kolenmijn’. Het feit dat het gebruikt moet worden, laat zien dat andere antibiotica versneld hun effectiviteit verliezen. Als zich echter tegelijkertijd ook resistentie tegen colistine opbouwt, verliezen we ook nog eens een van de belangrijkste last resort middelen.
Ik sprak gistermorgen met de bekende microbioloog Jan Kluytmans die in Nederland jaren geleden al waarschuwde voor het gevaar van resistentie dat werd veroorzaakt door het liberale gebruik van antibiotica in vooral de kippen- en varkenshouderij.
Hoe moeten we vanuit een Nederlands perspectief tegen de dreiging van colistine-resistentie aankijken?
Kluytmans: “Het lijkt er op dat de VS wat laat wakker wordt. Het Chinese onderzoek werd in november 2015 gepubliceerd en zorgde voor een wereldwijde reactie die aan paniek grensde. In Nederland hebben we daarop snel een aantal bestaande collecties van bacteriën nagekeken op de aanwezigheid van dit gen. We hebben zo’n 2.000 bacteriestammen afkomstig van mensen uit een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen in onze database via sequencing heel precies genetisch onderzocht. We hebben daarin niet één geval van deze plasmidale resistentie kunnen vinden. Op basis daarvan concluderen we dat er in Nederland op dit moment geen reden voor paniek is. Wel is extra waakzaamheid geboden.”
Kluytmans vertelt me voorts dat het Chinese onderzoek aanleiding is geweest voor een studie naar het gebruik van colistine in Europa. Het Europese onderzoek is uitgevoerd door de European Medicines Agency (EMA). Spanje en Portugal blijken grote gebruikers van colistine te zijn. Denemarken gebruikt daarentegen vrijwel niets. Nederland heeft een heel laag gebruik. Deze onverklaarbare verschillen moeten aanleiding zijn om het gebruik van colistine bij dieren kritisch onder ogen te nemen.
Kluytmans blijkt bekend met een zeer beperkt aantal humane gevallen waarin colistine-resistentie is vastgesteld in Nederland. Een aantal daarvan werd gevonden in reizigers en hebben vermoedelijk te maken met bacteriële besmettingen die mensen elders in de wereld hadden opgelopen.
Wel heeft Kluytmans colistine-resistentie kunnen vaststellen op drie kipfilets in onderzoeken die hij reeds in 2009 en 2014 heeft gedaan. Die ontdekkingen zijn niet zo eenvoudig te duiden. In Nederland ligt het door de EMA vastgestelde gebruik van colistine in de dierhouderij uiterst laag. Of desondanks een Nederlandse kip toch voor resistentie heeft kunnen zorgen, is onbekend omdat niet duidelijk is uit welk land het betreffende kipmonster afkomstig was. De etiketten in de supermarkt geven daarover onvoldoende informatie.
Kluytmans concludeert dat de colistine-resistentie ook in de Nederlandse voedselketen aanwezig is, maar zich niet op grote schaal onder mensen heeft verspreid. Wat Kluytmans betreft, is er daarom op dit moment geen reden voor grote zorgen. Wel ziet hij aanleiding om deze vorm van resistentie nauwkeurig te bewaken.
Wat moet er gebeuren om colistine niet kwijt te raken als last resort middel?
Kluytmans: “In het zuiden van Europa denken dierenartsen en boeren dat ze colistine nodig hebben. Als het in andere landen met intensieve veehouderij helemaal niet gebruikt wordt, is het zaak om bijvoorbeeld in Italië te vragen om onderbouwing van die vermeende noodzaak. Sowieso zou de dosering al kritisch heroverwogen moeten worden. Mogelijk zal blijken dat het volledig achterwege kan blijven.”
Een aantal experts roept dat er nu acuut een algeheel verbod op het gebruik van colistine moet komen. Kluytmans vindt dat niet verstandig: “In dat geval wordt er waarschijnlijk naar andere middelen gegrepen zodat er mogelijk ook weer negatieve gevolgen optreden. Je loopt zo het risico het probleem te verplaatsen. In algemene zin zou ik adviseren gebruik van colistine bij dieren en bij mensen kritisch te heroverwegen. Gebruik het alleen als het niet anders kan. Op die manier kunnen we zo lang mogelijk over dit middel beschikken om mensen te behandelen die het echt nodig hebben.”
Dit artikel afdrukken
Een Chinees onderzoek maakte eind 2015 duidelijk dat veterinair gebruik van het middel vermoedelijk heeft gezorgd voor resistentie bij mensen tegen het middel. De ontdekking ging als een schokgolf door de wereld omdat het plasmidale resistentie betreft. ‘Plasmidaal’ betekent dat de resistentie via kleine stukjes DNA tussen verschillende bacteriën kan worden overgedragen. Hoewel nooit aangetoond, is denkbaar dat het middel via mest in het milieu belandt en zich zo verder verspreidt.
Door de snel toenemende resistentie tegen andere middelen zijn we nu dus steeds vaker afhankelijk van dit voorheen nauwelijks gebruikte antibioticum'Verschillende honderden'
Colistine was tot tien jaar geleden een weinig gebruikt antibioticum. Daar is een goede reden voor. Het middel is toxisch als het via de bloedbaan wordt toegediend. In ziekenhuizen was het daarom een middel dat alleen in uiterste gevallen werd gebruikt. In de VS, zegt dr. Paul Auwaerter in een videoblog op de website van Johns Hopkins, is het aantal behandelingen met colistine van 10-15 per jaar inmiddels is gestegen naar ‘verschillende honderden’ in zijn ziekenhuis. Door de snel toenemende resistentie tegen andere middelen zijn we nu dus steeds vaker afhankelijk van dit voorheen nauwelijks gebruikte antibioticum.
Auwaerter luidt de noodklok omdat colistine functioneert als ‘de kanarie in de kolenmijn’. Het feit dat het gebruikt moet worden, laat zien dat andere antibiotica versneld hun effectiviteit verliezen. Als zich echter tegelijkertijd ook resistentie tegen colistine opbouwt, verliezen we ook nog eens een van de belangrijkste last resort middelen.
Ik sprak gistermorgen met de bekende microbioloog Jan Kluytmans die in Nederland jaren geleden al waarschuwde voor het gevaar van resistentie dat werd veroorzaakt door het liberale gebruik van antibiotica in vooral de kippen- en varkenshouderij.
Hoe moeten we vanuit een Nederlands perspectief tegen de dreiging van colistine-resistentie aankijken?
We hebben niet één geval van deze plasmidale resistentie kunnen vindenNederland eerder wakker dan VS
Kluytmans: “Het lijkt er op dat de VS wat laat wakker wordt. Het Chinese onderzoek werd in november 2015 gepubliceerd en zorgde voor een wereldwijde reactie die aan paniek grensde. In Nederland hebben we daarop snel een aantal bestaande collecties van bacteriën nagekeken op de aanwezigheid van dit gen. We hebben zo’n 2.000 bacteriestammen afkomstig van mensen uit een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen in onze database via sequencing heel precies genetisch onderzocht. We hebben daarin niet één geval van deze plasmidale resistentie kunnen vinden. Op basis daarvan concluderen we dat er in Nederland op dit moment geen reden voor paniek is. Wel is extra waakzaamheid geboden.”
Kluytmans vertelt me voorts dat het Chinese onderzoek aanleiding is geweest voor een studie naar het gebruik van colistine in Europa. Het Europese onderzoek is uitgevoerd door de European Medicines Agency (EMA). Spanje en Portugal blijken grote gebruikers van colistine te zijn. Denemarken gebruikt daarentegen vrijwel niets. Nederland heeft een heel laag gebruik. Deze onverklaarbare verschillen moeten aanleiding zijn om het gebruik van colistine bij dieren kritisch onder ogen te nemen.
Colistine-resistentie is ook in de Nederlandse voedselketen aanwezig, maar heeft zich niet op grote schaal onder mensen verspreidColistine op drie kipfilets
Kluytmans blijkt bekend met een zeer beperkt aantal humane gevallen waarin colistine-resistentie is vastgesteld in Nederland. Een aantal daarvan werd gevonden in reizigers en hebben vermoedelijk te maken met bacteriële besmettingen die mensen elders in de wereld hadden opgelopen.
Wel heeft Kluytmans colistine-resistentie kunnen vaststellen op drie kipfilets in onderzoeken die hij reeds in 2009 en 2014 heeft gedaan. Die ontdekkingen zijn niet zo eenvoudig te duiden. In Nederland ligt het door de EMA vastgestelde gebruik van colistine in de dierhouderij uiterst laag. Of desondanks een Nederlandse kip toch voor resistentie heeft kunnen zorgen, is onbekend omdat niet duidelijk is uit welk land het betreffende kipmonster afkomstig was. De etiketten in de supermarkt geven daarover onvoldoende informatie.
Kluytmans concludeert dat de colistine-resistentie ook in de Nederlandse voedselketen aanwezig is, maar zich niet op grote schaal onder mensen heeft verspreid. Wat Kluytmans betreft, is er daarom op dit moment geen reden voor grote zorgen. Wel ziet hij aanleiding om deze vorm van resistentie nauwkeurig te bewaken.
Gebruik het alleen als het niet anders kan. Op die manier kunnen we zo lang mogelijk over dit middel beschikken om mensen te behandelen die het echt nodig hebbenBezint eer ge begint
Wat moet er gebeuren om colistine niet kwijt te raken als last resort middel?
Kluytmans: “In het zuiden van Europa denken dierenartsen en boeren dat ze colistine nodig hebben. Als het in andere landen met intensieve veehouderij helemaal niet gebruikt wordt, is het zaak om bijvoorbeeld in Italië te vragen om onderbouwing van die vermeende noodzaak. Sowieso zou de dosering al kritisch heroverwogen moeten worden. Mogelijk zal blijken dat het volledig achterwege kan blijven.”
Een aantal experts roept dat er nu acuut een algeheel verbod op het gebruik van colistine moet komen. Kluytmans vindt dat niet verstandig: “In dat geval wordt er waarschijnlijk naar andere middelen gegrepen zodat er mogelijk ook weer negatieve gevolgen optreden. Je loopt zo het risico het probleem te verplaatsen. In algemene zin zou ik adviseren gebruik van colistine bij dieren en bij mensen kritisch te heroverwegen. Gebruik het alleen als het niet anders kan. Op die manier kunnen we zo lang mogelijk over dit middel beschikken om mensen te behandelen die het echt nodig hebben.”
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
In Nature wordt de noodklok geluid:"
Resistance to last-ditch antibiotic has spread farther than anticipated"
"Emergence of colistin resistance in farm animals around the world takes researchers by surprise."
"In some places, nearly 100% of farm animals carry mcr-1, and an increasing number of people do as well. The gene’s spread is one of the clearest examples of how antibiotic use on farms can lead to resistance in human infections, says Lance Price, an antibiotic researcher at George Washington University in Washington DC."
"It’s a crappy drug and I think this is a sign of our desperation that we are so concerned about the loss of a toxic antibiotic,” says Price."
"He hopes that the mcr-1 case can serve as a wake-up call about the overuse of all antibiotics in farm animals"
Professor Fink-Gremmels meldt dat de veehouderij zeker zonder colistine kan.
60% van de Braziliaanse kip is MCR-1 besmet, 98% van de Portugese varkens:
Ook in de schappen van AH en Jumbo ligt al kip met MCR-1 Colistineresistente Salmonella.
Hoever verder laten we het in Nederland komen?
De koers van AH implodeerde nu Amazon Whole Foods gaat overnemen.
Dit is het "NAE"-beleid van Whole Foods qua vlees: GEEN antibiotica, NOOIT:
"No Antibiotics, Ever
Farm animals are given antibiotics for different reasons. Some producers administer them regularly to prevent disease and promote growth. This is an unnecessary practice that we have always prohibited. In 2002, we deepened our meat standards to also prohibit antibiotics for treating disease or infection. The health of livestock is maintained by good management, including innovative practices and alternative remedies found effective in treating animals. To ensure that sick animals do not suffer, if an injury or illness does not respond to alternative methods, we require that the animal is treated; however, the meat from that animal cannot be sold to Whole Foods Market."
Wanneer stellen supers als AH en Jumbo TENMINSTE een Colistineverbod als inkoopeis?
Correct! Dat moest minimum zijn en is aangepast. Dank!
Heren, graag even oog voor detail s.v.p.:
- in Dick V's # 6 staat "beperken tot een maximum".
Dat moet neem ik aan zijn: minimum
- in Dick B's #7 staat "colistine-resistente kippen...." etc.
Niet de kippen zijn resistent maar de bacteriën die ze bij zich dragen.
Dick, je hebt het over het voorzorgsprincipe bij het bestrijden van infectieziekten. Ik deed daarover een boeiend - zowel wetenschapsfilosofisch als heel praktisch - interview met voormalige GGD-arts Jos van de Sande. Het verschijnt hier binnenkort.
Voorts wil ik er op vertrouwen dat Kluytmans weet waar hij het over heeft. Net zo goed als ik daar de veterinairen Dik Mevius en Johanna Fink-Gremmels daarop vertrouw.
Dick, we hebben in Nederland colistineresistente kippen, kalkoenen, varkens en kalveren.
Hoe waarschijnlijk acht je het, dat die resistentie NIET met de mest in het milieu belandt?
Wat heeft zoiets met "stapelen" te maken?
Hoe denk je dat die zilvermeeuwen resistent geworden zijn? Van duivenmelkers?