Fink-Gremmels studeerde af als dierenarts aan de universiteit van Hannover en specialiseerde zich na haar promotie in de veterinaire farmacologie en toxicologie (Diplomate ECVPT). Zij stond van 1986-1991 aan het hoofd van het instituut voor microbiologie en voedseltoxicologie van het huidige instituut voor voedselkwaliteit en consumentenveiligheid in Kulmbach, en was vanaf 1991-2014 hoogleraar aan de universiteit Utrecht.
Resistentie 'natuurlijk fenomeen'
Wat zijn nu de gevolgen van de antibiotica in de dierlijke producten voor de mens? Volgens Fink-Gremmels is antibioticaresistentie een natuurlijk mechanisme. In de natuur heb je een wisselwerking tussen schimmels en bacteriën. Dat natuurlijke fenomeen moet je afzetten tegen de veranderingen van de laatste jaren, die voortkomen uit een overmatig antibioticagebruik wereldwijd.
Kantelpunt: nieuwe middelen uit VS kwamen Europese markt op
We hebben in Nederland bij de mens een restrictief antibioticabeleid gehandhaafd. Het landbouwhuisdier kreeg echter antibiotica toegevoegd in zijn voeding om de gezondheid en “productiezekerheid” te verbeteren. We hadden oorspronkelijk tot eind 60 ‘er jaren in Europa goede wetgeving voor bepaalde antibiotica, die uitsluitend als veevoederadditieven toegepast werden, maar niet gebruikelijk waren in de therapie van infectieziekten bij mens en dier. Tot het moment kwam waarop een aantal internationale (Amerikaanse, red) farmaceutische bedrijven de Europese mededingingsautoriteit dwongen ook afwijkende middelen toe te laten op de Europese markt.
Laat de boer niet economisch ploeteren en kreperen én maak zichtbaar dat we als Nederland kennis kunnen genereren, die voor andere landen toepasbaar en waardevol is. Dat is met zoveel woorden, de boodschap van Fink-GremmelsEconomisch experimenteren liet het misgaan
Dat was het kantelpunt dat goede en stringente Europese wetgeving liet verwateren. Amerikaanse leveranciers brachten groeiverbeteraars in de diervoeding op een wijze die niet voldeed aan de oorspronkelijke strenge Europese regels. Daar kwam nog eens bij dat Nederlandse boeren vooral economisch zijn gaan experimenteren met onze op intensieve productie gerichte houderijsystemen. Daarmee heeft Nederland het risico op ziekte en ziekteverspreiding onder dieren vergroot en, zegt Fink-Gremmels, "daar is het mis gegaan." Sindsdien is een toename van het gebruik van antibiotica-middelen zichtbaar geworden, die we nu weer proberen terug te dringen.
Gidsland Nederland
Fink-Gremmels gelooft in Nederland als agrarisch gidsland in de wereld. De boer ziet ze als een essentieel onderdeel van de samenleving. Als we daar teveel een ondernemer van willen maken, gaat het mis. De boer heeft als voedselproducent een rol als vakman, waarin de samenleving hem moet steunen. Nederland heeft in de wereld een rol als kennisbrenger vanuit de ontwikkelplek Nederland die niet de wereld moet willen voeden met eten, maar met kennis!
Laat de boer niet economisch ploeteren en kreperen én maak zichtbaar dat we als Nederland kennis kunnen genereren, die voor andere landen toepasbaar en waardevol is. Dat is met zoveel woorden, de boodschap van Fink-Gremmels.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Op 53.40 min in het verkiezingsdebat over de veehouderij 9 maart jl. in Deurne - waar
ALLE 80 VVD-kamerkandidaten en het volledige college van Deurne schitterden door afwezigheid - vertelt viroloog Zaaijer dat "zijn" AMC elk jaar regelmatig patiënten krijgt voor wie dat
Colistine het enige nog werkzame antibioticum is.
Merkwaardig dat we van Colistine, dat laatste redmiddel voor ons mensen dan nog 1.400 kilo blijven gebruiken voor kippen, kalkoenen en gespeende biggen, terwijl een expert als mevrouw Remmelts hieronder meldt dat de veehouderij zeker zonder Colistine zou kunnen.
Met alle gevolgen van verdergaande MCR-1 Colistineresistentie van dien: inmiddels ligt er ook al
MCR-1 resistente kip in onze schappen.
Als ook ú haar die boodschap #96 overbracht, mevrouw Johanna Fink-Gremmels,
hoe zou mevrouw Simone Hertzberger dan colistinevrij AH-vlees nog als
koninklijke inkoopeis kunnen weigeren ;-)
Helemaal me eens, de veehouderij zou zeker zonder Colistine kunnen leven. Maar het blijft goedkoop en effectief en dan kan alleen door “druk” iets bereikt worden. Er is dus nog veel werk te verzetten!
Dank voor uw snelle reactie, mevrouw Johanna Fink-Gremmels .
In de VS is inmiddels al de 4e patiënt met MCR-1 resistentie beschreven. Gezien de problematiek om deze resistentie überhaupt te detecteren zal dat nog een forse onderregistratie zijn.
Gelukkig bleken hun infecties nog gevoelig voor andere antibiotica. Onderzoekers daar achten, evenals die in China, verspreiding via de voedselketen waarschijnlijk.
Mevius detecteerde zelfs al Hollands kippen- en kalkoenvlees met MCR-1 resistente Salmonella.
Ik mag hopen dat de heer Marc Jansen niet staat te popelen om net als 6 jaar geleden bij de eerste gedocumenteerde dode door ESBL-kip, op Nieuwsuur te komen melden als door donderslag bij heldere hemel getroffen te zijn door de eerste Hollandse MCR-1-dode, om vervolgens wederom te benadrukken dat volksgezondheid hem boven verkoopcijfers zou gaan?
Het blijkt in Australië, Finland, Noorwegen en IJsland mogelijk om vee te houden zonder Colistine.
Waarom dan niet tenminste een einddatum prikken, en in de tussentijd hier de WVAB-klassificatiesystematiek niet consequent toepassen en colistine als een 3e keuze antibioticum bestempelen? Kunt u dat aankaarten bij de WVAB?
Dan kan de leghennenhouderij zich daar ook op instellen.
Uiteraard moet ook internationaal aan beperking van colistinegebruik gewerkt worden.
Dat ontslaat ons - zeker gezien Mevius' bevindingen - evenwel niet van de dure plicht om ook in Nederland aan een gezondere dierhouderij te werken, die net als een aantal andere landen zonder colistine toe kan. Daarmee zou Nederland dan weer gidsland kunnen worden voor andere landen.
De eventuele kosten van een colistineban dienen in de keten te kunnen worden verrekend.
Vandaar dat ik er - tot op heden helaas zonder enige reactie - herhaaldelijk bij mevrouw Simone Hertzberger op heb aangedrongen een colistineverbod als koninklijke inkoopeis te stellen.
(Hoe snel zelfs zonder plasmide-overdracht resistentie opgebouwd kan worden, is op Harvard middels het MEGA-plate geïllustreerd)
AH zou daarin - net zoals bij het sterrenvlees - een voortrekkersrol kunnen, en m.i. ook dienen te spelen. Evenals bij de introductie van antibioticavrije kip.
Dick – dank voor de reacties #92,#93 – en sorry voor een late reactie. Eerst even een kleine correctie: Colistine werd in het verleden inderdaad beschouwd als een prettig middel, met name bij biggen, waar het oraal toegediend, alleen in de darm werkt (de toepassing bij pluimvee is minder relevant, want het werkt niet goed tegen colibacillose, omdat dit een ander ziektebeeld is). Deze inschatting veranderde als colistine in de humane gezondheidszorg, waar het vele decennia geen rol speelde, een last resort middel werd door de toename van resistenties tegen andere middelen. In de humane geneeskunde wordt dit middel voornamelijk intraveneus toegediend. Recent kwam dan het bericht, dat er ook voor colistine resistentie-genen (mcr1, mcr2 en waarschijnlijk ook een mcr 3 ) aangetoond kunnen worden, bij mens, dier, en trekvogels. Inmiddels heeft onderzoek uit Duitsland aangetoond (ik was net op en internationaal Congres waar deze resultaten gepresenteerd werden), dat deze genen (met name mcr1) al zeker sinds 2010 bij varkens optraden. Dit heeft onderzoek van opgeslagen bacteriestammen uit deze tijd duidelijk gemaakt. Ondanks de aanwezigheid van deze genen, is klinisch geen verandering in de effectiviteit van colistine waargenomen. Voor de onderzoekers stelt zich nu de vraag, wat de relatie is tussen het aantonen van een gen op een plasmide, en de daadwerkelijk meetbare verandering in de gevoeligheid van ziekteverwekkers voor dit antibioticum. Deze vraag moet eerst beantwoord worden, en zolang dit verband niet bekend is, zal colistine inderdaad als 3e keuze middel in de diergeneeskunde geclassificeerd moeten worden, gezien zijn betekenis als last-resort middel in de humane geneeskunde. Heel goed in het artikel van prof. Collignon vond ik wel, dat ook hij duidelijk maakt dat maatregelen zoals het verbod van colistine in een land, of zelfs in heel Europa niet als een oplossing kan worden gezien. Zolang colistine in andere landen op grote schaal wordt toegepast zullen plasmiden met mcr-genen in het milieu aanwezig blijven en door trekvogels over de hele wereld verspreid worden. Een eenzijdig (lokaal) verbod is dus inderdaad geen echte oplossing.
Persoonlijk denk ik, dat wij inderdaad de krachten moeten bundelen, om in de veehouderij zo min mogelijk antibiotica te gebruiken en ziekteproblemen zoals diarree (waarvoor colistine voornamelijk gebruikt werd) op een andere manier moeten oplossen, bijvoorbeeld door betere inzicht in de ontwikkeling van het dier en zijn maag-darm stelsel, door aangepaste voeding en door stimulatie van de natuurlijke afweermechanismen tegen ziekteverwekkers. Maar alle deze opties en maatregelen zijn op dit moment nog duur en zo blijven antibiotica de meest goedkope oplossing. Vandaar mijn betoog, dat wij hier ook als maatschappij onze verantwoordelijkheid moeten nemen, niet alleen in Europa maar ook elders (zie mijn stelling “Nederland als gidsland”).