Dat zegt Jan Brok van de Nederlandse Vakbond voor Pluimveehouders. Na het nieuws over de eerste Oost-Europese kip die ons land dit najaar zal bereiken en de BN'ers campagne van Wakker Dier tegen de plofkip treedt de in de media doorgaans stille kipsector voor het eerst naar buiten.
In een opinie-artikel in boerenkrant Boerderij Vandaag zegt Brok onomwonden dat de Nederlandse pluimveesector de beste van de wereld is. Sinds vijf jaar geleden de één-ster-kip (Volwaard) werd ingevoerd, zijn kippenhouders gaan investeren in betere leefomstandigheden en stallen. Inmiddels zijn 45 van de 650 kippenbedrijven in Nederland 'om', zij produceren sterrenkip, slechts 2 procent van de totale Nederlandse kippenvleesproductie. Maar zelfs de 'gewone' plofkip heeft een prima leven zegt Blok. Daarom stoort hij zich aan de acties van Wakker Dier met de BN'ers Guido Weijers (cabaretier) en Nicolette Kluijver (BNN) tegen de plofkip die hij een bofkip noemt. Inmiddels gaan ook grote verwerkers over op één-stervlees, maar het is volgens Brok te makkelijk om te denken dat als Unilever op stervlees omschakelt, de hele kipsector meteen kan volgen.
Nog steeds is één-sterrenkip niet de regel, maar de uitzondering, stelt Brok. Hij legt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de consument, die nog altijd op basis van zijn portemonnee kiest. Sterrenvlees is duurder dan regulier vlees, door de grotere investeringen in de stallen en omdat er 2 stallen dieren per jaar minder geproduceerd kunnen worden als gevolg van het langere leven van sterkip. Als de consument daadwerkelijk voor dierwelzijn staat, dan moet hij daar ook de prijs voor betalen. Nu de eerste sterkip uit Roemenië eraan komt ziet Brok daar het ultieme bewijs in dat de consument niet wil betalen voor dierwelzijn.
Hij zegt het zo: De Nederlandse consument heeft de sleutel voor de toekomst in handen, kopen is betalen en betalen is bepalen. [...] Een Nederlands vleeskuiken is een bofkip, hij boft dat hij in een Nederlandse stal mag groeien. Hij boft omdat hij de hele dag door de hele stal kan scharrelen. Hij boft met zo'n pluimveehouder die alle dagen zorgt voor een goed stalklimaat en verzorging. Wat goed is voor zijn bofkip, is ook goed voor zijn portemonnee.
Een beter leven? Ja, voor iedereen, eerst de pluimveehouder, dan het dier als de consument ervoor betaalt.
Aan zijn betoog voegt hij toe dat als de sterkip uit Roemenië komt, Nederland zijn prima vleeskuikens wel allemaal naar het buitenland zal exporteren. Nu ligt de export op 60% van de productie van 'onze' 400 miljoen vleeskuikens.
Brok gaat in zijn artikel niet in op het punt dat een bijdehante journalist hem voor zou kunnen leggen: en als de bofkip nou ook eens uit Roemenië of een andere Oost-Europese lidstaat gaat komen? Daar is immers voor weinig geld en snel prachtige nieuwbouw te plegen, groeit het voer om de hoek en kan voor minder geld dan in Nederland kip worden gemaakt.
Fotocredits: Kitty Terwolbeck, Chicken in White
Dit artikel afdrukken
Nog steeds is één-sterrenkip niet de regel, maar de uitzondering, stelt Brok. Hij legt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de consument, die nog altijd op basis van zijn portemonnee kiest. Sterrenvlees is duurder dan regulier vlees, door de grotere investeringen in de stallen en omdat er 2 stallen dieren per jaar minder geproduceerd kunnen worden als gevolg van het langere leven van sterkip. Als de consument daadwerkelijk voor dierwelzijn staat, dan moet hij daar ook de prijs voor betalen. Nu de eerste sterkip uit Roemenië eraan komt ziet Brok daar het ultieme bewijs in dat de consument niet wil betalen voor dierwelzijn.
Hij zegt het zo: De Nederlandse consument heeft de sleutel voor de toekomst in handen, kopen is betalen en betalen is bepalen. [...] Een Nederlands vleeskuiken is een bofkip, hij boft dat hij in een Nederlandse stal mag groeien. Hij boft omdat hij de hele dag door de hele stal kan scharrelen. Hij boft met zo'n pluimveehouder die alle dagen zorgt voor een goed stalklimaat en verzorging. Wat goed is voor zijn bofkip, is ook goed voor zijn portemonnee.
Een beter leven? Ja, voor iedereen, eerst de pluimveehouder, dan het dier als de consument ervoor betaalt.
Aan zijn betoog voegt hij toe dat als de sterkip uit Roemenië komt, Nederland zijn prima vleeskuikens wel allemaal naar het buitenland zal exporteren. Nu ligt de export op 60% van de productie van 'onze' 400 miljoen vleeskuikens.
Brok gaat in zijn artikel niet in op het punt dat een bijdehante journalist hem voor zou kunnen leggen: en als de bofkip nou ook eens uit Roemenië of een andere Oost-Europese lidstaat gaat komen? Daar is immers voor weinig geld en snel prachtige nieuwbouw te plegen, groeit het voer om de hoek en kan voor minder geld dan in Nederland kip worden gemaakt.
Fotocredits: Kitty Terwolbeck, Chicken in White
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Het feit dat 1 ster kippen nu en straks ook uit het buitenland komen zou Brok moeten opvatten als een duidelijk signaal dat zijn spoor harstikke doodloopt. Er moet massaal in robuuste ketens geinvesteerd worden en in de afzet van bijzondere producten die niet uitwisselbaar zijn. Er is veel te lang naar de belangen van de agro-industrie (bijvoorbeeld rondom kippen en varkens) gekeken en die is ook uitermate succesvol, maar die werken al decennia lang wereldwijd en exporteren het "plof of bofkiphouderijsysteem" ...dus daar blijft de NL boer geen boer mee. Tenzij die boer mede aandeelhouder is, maar dan krijg je een situatie als wat ik verwacht van een FrieslandCampina over 10 jaar: het geld van de multinational word verdiend in Azie met het trucje wat hier vastloopt...en in Nederland kan de gangbare boer zijn melk beter laten weglopen want daar kan de fabriek toch niks aan verdienen. Kortom investeren in hoogwaardige toegevoegde waarde producten en ketens die niet uitwisselbaar zijn!
Brok moet trouwens oppassen dat Jack van Messel hier niet stiekem meeluistert, want die legt volgens mij binnen een half jaar de Nederlandse schappen vol met 3 sterren bio kip uit Uruguay!
Waarom denk je aan Uruguay?
Ik deel de mening van Frank, het gaat om hogere toegevoegde waarde producten. Niet inwisselbaar en met echte toegevoegde waarde voor de consument. Denken dat sterrenvlees tot hogere prijs en/of betere concurrentie zal leiden is dom. Wel investeren niet renderen heet dat. Het Interchicken-Roemenie voorbeeld geeft aan dat ook sterrenvlees gewoon uit het buitenland gaat komen. Brok denkt ik termen van internationale concurrentie, zo zit ik overigens persoonlijk ook in elkaar, maar het resultaat gaat zijn : "ook de kipsector heeft geen toekomst in NL". Ga vooral door met plat produceren denk ik dan. Textiel zit niet meer in Nederland, en de grote scheepvaart ook niet.
=http://www.autoriteitdiergeneesmiddelen.nl/Userfiles/rapportage--sda-expertpanel-dataanalyse-2011-en-benchmarkindicatoren-2012.pdf
zolang iedere kip gemiddeld zo'n twee keer behandeld moet worden om de gezondheid op een aanvaardbaar niveau te houden vind ik in ieder geval de gezondheid van de kip niet op een aanvaardbaar niveau. Bij mij is mijn gezondheid van grote invloed op mijn welbevinden, wellicht voor een kip niet. Hoewel ik snap hoe de sector hiernaartoe gegroeid is vindt ik de huidige situatie nog niet aanvaardbaar want het zou stellen dat bij geen antibioticagebruik het welzijnsniveau te laag of het sterftecijfer te hoog zou liggen.