Daags voor de publicatie van de nieuwe richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad die morgen wordt verwacht, stelt de Groningse onderzoeker Esther Nederhof (UMCG) zichzelf de vraag: wat is de laatste stand van kennis over vetten. Welke moet je mijden, welke kiezen? Haar analyse.
Is verzadigd vet nou wel of niet ongezond? En hoe zit het met onverzadigd vet uit zaadolie? Ik blijf vetzuren ingewikkeld vinden. Daarom ben ik mijzelf laatst weer een beetje gaan bijspijkeren en kwam daarbij dit nuttige overzichtsonderzoek tegen. De in 2014 gepubliceerde meta-analyse toont aan dat vetconsumptie niet gerelateerd is aan hart- en vaatziekten. Zowel verzadigde vetten als onverzadigde vetten in het dieet zijn geen voorspellers van hart- en vaatziekten. Deze uitspraak werd gedaan nadat gegevens bekeken werden van meer dan 500.000 mensen. Transvetten zijn dat wél.
Geen verschil
Maar in de nieuwste meta-analyse zijn zelfs onverzadigde vetten niet gerelateerd aan hart- en vaatziekten. Het voornaamste verschil met de meta-analyse uit 2010 is de manier van vergelijken. In de eerdere meta-analyse werd onverzadigd vetconsumptie vergeleken met koolhydraatconsumptie, in de nieuwe meta-analyse werd het risico op hart- en vaatziekten van mensen in de hoogste 33% onverzadigd vetconsumptie vergeleken et die van mensen in de laagste 33%. Hieruit blijkt dat er geen verschil is in het risico op hart- en vaatziekten tussen mensen die veel en weinig plantaardige oliën consumeerden. En dat geldt dus ook voor mensen die veel en weinig verzadigd vet consumeerden.
In deze nieuwe meta-analyse werd ook gekeken naar de relatie tussen bloedwaardes en hart- en vaatziekten. Daar komt een genuanceerd beeld uit naar voren. De concentratie van verzadigde vetten in het bloed was over het algemeen niet gerelateerd aan het risico op hart- en vaatziekten, behalve voor een speciaal verzadigd vetzuur dat niet door het menselijk lichaam aangemaakt wordt, maar afkomstig is uit het vet van grazers inclusief zuivel. Hoe meer van dat verzadigde vet in het bloed, hoe lager het risico op hart- en vaatziekten.
Lange keten onverzadigde vetzuren
Hoe meer lange keten onverzadigde vetzuren, omega-3 (EPA en DHA) en omega-6 (Arachidonzuur), in het bloed, hoe lager het risico op hart- en vaatziekten. Die lange keten onverzadigde vetzuren zijn vetzuren die we gebruiken om lichaamscellen van te bouwen. We kunnen lange keten onverzadigde vetzuren uit ons eten halen. Niet uit plantaardige olie, maar uit dierlijke producten, voornamelijk uit vis. Het lichaam maakt ze deels ook zelf aan door korte onverzadigde vetzuren, zoals die uit plantaardige olie, te verlengen en nóg onverzadigder te maken.
(van korte, plantaardige omega-3 en omega-6 naar lange omega-3 en omega-6 die gebruikt kunnen worden in onze lichaamscellen)
In de figuur hierboven kun je schematisch zien hoe dat gaat. Een interessant aspect in dat proces is het feit dat het enzym voor het verlengen van korte omega-3 vetzuren (alfa-linoleenzuur) hetzelfde enzym is als dat nodig is voor het verlengen van korte omega-6 vetzuren (linolzuur). Het lijkt erop, dat de korte omega-6 vetzuren dat enzym inpikken van de korte omega-3 vetzuren. Bij een onevenwichte consumptie van omega-3 versus omega-6 kan het daarom gebeuren, dat er te weinig korte omega-3 verlengd kan worden tot de hart-gunstige lange keten omega-3 vetzuren. En zo kan consumptie van omega-6 rijke plantaardige olie, zoals zonnebloemolie, arachideolie en sojaolie, het risico op hart- en vaatziekten dus verhogen. Jammer genoeg werd in deze nieuwe meta-analyse consumptie van korte, plantaardige omega-6 vetzuren niet onderscheiden van lange, dierlijke omega-6 vetzuren.
Geharde vetten laten staan
Het verhaal voor transvetten is heel makkelijk, alhoewel de Europese regels het iets ingewikkelder maken dan nodig is. Van transvetten wordt keer op keer aangetoond dat ze ongezond zijn, ook in de meta-analyse die ik hierboven bespreek. Gek genoeg mogen transvetten in Europa niet vermeld worden op verpakkingen van voedingsmiddelen. In plaats daarvan moeten de geharde en gedeeltelijk geharde vetten vermeld worden. Geharde vetten bevatten transvetten. Het is dus verstandig om in ieder geval alle producten die (gedeeltelijk) geharde vetten bevatten te laten staan. Dus check de komende maand de ingrediëntenlijst van alle kruidnootjes, voordat je ze in je mond stopt!
Deze analyse en opinie verscheen gisteren op het blog van Esther Nederhof onder de titel 'Aanbevelingen vetconsumptie ontkracht?'
Fotocredits: 'de dikste vrouw op aarde', Stéfan
Dit artikel afdrukken
Ingewikkeld? Onthoud dat verzadigd vet niet slecht is en dat je onverzadigd vet het beste uit vis kunt halen, terwijl je zonnebloemolie en andere producten rijk aan linolzuur beter kunt laten staan.Aan de relatie tussen inname van verzadigd vet en het risico op hart- en vaatziekten wordt al langer getwijfeld. In een eerdere meta-analyse werd aangetoond dat de consumptie van verzadigd vet geen voorspeller is voor hart- en vaatziekten. Over het algemeen werd aangenomen dat onverzadigde vetten, zoals olijfolie en zonnebloemolie, beschermen tegen hart- en vaatziekten.
Geen verschil
Maar in de nieuwste meta-analyse zijn zelfs onverzadigde vetten niet gerelateerd aan hart- en vaatziekten. Het voornaamste verschil met de meta-analyse uit 2010 is de manier van vergelijken. In de eerdere meta-analyse werd onverzadigd vetconsumptie vergeleken met koolhydraatconsumptie, in de nieuwe meta-analyse werd het risico op hart- en vaatziekten van mensen in de hoogste 33% onverzadigd vetconsumptie vergeleken et die van mensen in de laagste 33%. Hieruit blijkt dat er geen verschil is in het risico op hart- en vaatziekten tussen mensen die veel en weinig plantaardige oliën consumeerden. En dat geldt dus ook voor mensen die veel en weinig verzadigd vet consumeerden.
In deze nieuwe meta-analyse werd ook gekeken naar de relatie tussen bloedwaardes en hart- en vaatziekten. Daar komt een genuanceerd beeld uit naar voren. De concentratie van verzadigde vetten in het bloed was over het algemeen niet gerelateerd aan het risico op hart- en vaatziekten, behalve voor een speciaal verzadigd vetzuur dat niet door het menselijk lichaam aangemaakt wordt, maar afkomstig is uit het vet van grazers inclusief zuivel. Hoe meer van dat verzadigde vet in het bloed, hoe lager het risico op hart- en vaatziekten.
Lange keten onverzadigde vetzuren
Hoe meer lange keten onverzadigde vetzuren, omega-3 (EPA en DHA) en omega-6 (Arachidonzuur), in het bloed, hoe lager het risico op hart- en vaatziekten. Die lange keten onverzadigde vetzuren zijn vetzuren die we gebruiken om lichaamscellen van te bouwen. We kunnen lange keten onverzadigde vetzuren uit ons eten halen. Niet uit plantaardige olie, maar uit dierlijke producten, voornamelijk uit vis. Het lichaam maakt ze deels ook zelf aan door korte onverzadigde vetzuren, zoals die uit plantaardige olie, te verlengen en nóg onverzadigder te maken.
(van korte, plantaardige omega-3 en omega-6 naar lange omega-3 en omega-6 die gebruikt kunnen worden in onze lichaamscellen)
In de figuur hierboven kun je schematisch zien hoe dat gaat. Een interessant aspect in dat proces is het feit dat het enzym voor het verlengen van korte omega-3 vetzuren (alfa-linoleenzuur) hetzelfde enzym is als dat nodig is voor het verlengen van korte omega-6 vetzuren (linolzuur). Het lijkt erop, dat de korte omega-6 vetzuren dat enzym inpikken van de korte omega-3 vetzuren. Bij een onevenwichte consumptie van omega-3 versus omega-6 kan het daarom gebeuren, dat er te weinig korte omega-3 verlengd kan worden tot de hart-gunstige lange keten omega-3 vetzuren. En zo kan consumptie van omega-6 rijke plantaardige olie, zoals zonnebloemolie, arachideolie en sojaolie, het risico op hart- en vaatziekten dus verhogen. Jammer genoeg werd in deze nieuwe meta-analyse consumptie van korte, plantaardige omega-6 vetzuren niet onderscheiden van lange, dierlijke omega-6 vetzuren.
Gek genoeg mogen transvetten in Europa niet vermeld worden op verpakkingen van voedingsmiddelen.Ingewikkeld? Onthoud dat verzadigd vet niet slecht is en dat je onverzadigd vet het beste uit vis kunt halen, terwijl je zonnebloemolie en andere producten rijk aan linolzuur beter kunt laten staan.
Geharde vetten laten staan
Het verhaal voor transvetten is heel makkelijk, alhoewel de Europese regels het iets ingewikkelder maken dan nodig is. Van transvetten wordt keer op keer aangetoond dat ze ongezond zijn, ook in de meta-analyse die ik hierboven bespreek. Gek genoeg mogen transvetten in Europa niet vermeld worden op verpakkingen van voedingsmiddelen. In plaats daarvan moeten de geharde en gedeeltelijk geharde vetten vermeld worden. Geharde vetten bevatten transvetten. Het is dus verstandig om in ieder geval alle producten die (gedeeltelijk) geharde vetten bevatten te laten staan. Dus check de komende maand de ingrediëntenlijst van alle kruidnootjes, voordat je ze in je mond stopt!
Deze analyse en opinie verscheen gisteren op het blog van Esther Nederhof onder de titel 'Aanbevelingen vetconsumptie ontkracht?'
Fotocredits: 'de dikste vrouw op aarde', Stéfan
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Mooier en bondiger heb ik de ontmanteling van de vetdoctrine niet eerder gelezen. Verzadigd vet houdt geen verband met hart- en vaatziekten. Teveel omega 6 vetten, relatief te veel ten opzichte van omega 3 om precies te zijn, heeft dat verband wel. Dit zijn twee constateringen die volledig ingaan tegen wat we altijd te horen hebben gekregen, en niet alleen van de voedingsmiddelenindustrie.
Ik heb nog twee vragen:
- Is nu ook vastgesteld dat cholesterol (los van hoeveelheid en type) niet gerelateerd is aan HVZ, omdat het verband met verzadigd vet er niet is?
- Hoe zit het met het type vet dat het lichaam zelf aanmaakt? Een koolhydraatrijk dieet levert veel nieuw gemaakt verzadigd vet op, heb ik begrepen (oa van Phinney en Volek). Kan dat überhaupt onderscheiden worden van het vet uit voeding?
@Huib: wat bedoel je met 'omdat het verband [van cholesterol] met verzadigd vet er niet is?' Meer verzadigd vet zorgt voor meer cholesterol, dat is voor zover ik weet met grote bewijskracht wetenschappelijk vastgesteld. Of dat dan weer voor meer HVZ zorgt, is een andere vraag.
Het gehalte aan industriële transvetzuren is de afgelopen jaren gedaald tot zeer lage niveaus.
In Nederland komen transvetzuren vrijwel niet meer in de voeding voor. 95-99% van alle Nederlanders voldoet aan de norm van de Gezondheidsraad om per dag niet meer dan 1 energieprocent transvetzuren in te nemen. Van de hoeveelheid transvetzuren in de Nederlandse voeding (0,5 energieprocent) is iets meer dan de helft van dierlijke oorsprong. Dierlijke transvetzuren komen in kleine hoeveelheden voor in melkvet, kaas, roomboter en vlees van herkauwers (rund- en lamsvlees). Industriële transvetzuren kunnen ontstaan bij het gedeeltelijk harden van plantaardige oliën. (Info gebaseerd op gegevens uit VCP)
Het Voedingscentrum en de Gezondheidsraad maken geen onderscheid in de schadelijkheid van enerzijds industrieel en anderzijds natuurlijk transvet.
Dat dit onderscheid er niet is, is echter omstreden. De (onlangs overleden) voedingswetenschapper Mary Enig, die een groot deel van haar leven aan onderzoek aan transvetten heeft besteed, stelt dat er wél een duidelijk onderscheid is. Er bestaat in ieder geval een objectief chemisch onderscheid, en hoogstwaarschijnlijk ook een verschil in gezondheidseffecten, al hoeft dat niet betrekking te hebben op het HVZ-risico. Op pagina 39 van haar bekende 'publiekswerk' (hoewel het taaie kost is) Know your fats staat:
Actually the kinds of trans fatty acids found in ruminant fats
differ considerably from those found in partially hydrogenated vegetable
oils because of the average placement of the trans double bonds. The
major trans fatty acids in ruminant fats have the double bond in the A-ll
position. This 18 carbon fatty acid has been given the name of trans-
vaccenic acid and it is a precursor to conjugated linoleic acid (CLA),
which is reported to be anticarcinogenic (Chin et al 1992). (See section
on conjugated linoleic acid below.)
The major trans fatty acids in the partially hydrogenated
vegetable fats have their double bonds in the delta(A)-8,-9 / -10,-ll / and -12
positions. The trans Д-9 position has been identified as a health problem
fatty acid by much research. The common name given this 18 carbon
trans fatty acid is elaidic acid. Health questions about the trans A-10 and
trans A-12 have also been raised. The combined trans A-9,-10, and -12
usually make up half or more of the total trans in partially hydrogenated
vegetable oils. These same trans usually make up about one fifth of the
total trans in ruminant fats.
Terechte aanvulling Hans, maar dan nog is het voor het grootste deel van de Nederlanders geen belangrijk aspect meer vanwege de geringe inname.
PS Hans ik bedoelde 'geringe'