"De maatregelen in het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij moeten er toe leiden dat varkenshouders binnen 5 jaar een rendement op hun geïnvesteerd vermogen halen van 6 tot 8%", constateert Boerderij.

Minder vrijgevochten
De varkenshouders van Nederland moeten gaan samenwerken in een integratie die Vitaliseringsmaatschappij Varkenshouderij heet (VMV). Die regelt vele infrastructurele managementtaken en zorgt voor een strakke samenwerking van de vrijgevochten Nederlandse sector. Anders dan de zogenaamde 'groupements' in Frankrijk denken in Nederland varkenshouders voor zichzelf en zijn samenwerkingsverbanden de uitzondering. Het huidige plan probeert daar klaarblijkelijk een einde aan te maken.

Het plan toont op geen enkele manier aan hoe het zich kan onderscheiden door goede argumenten te bieden voor zakelijke partners om er meer omzet of marge mee te boeken dan een ander varken
Culturele moeilijkheid
De VMV moet de herstructurering van de varkenshouderij - het saneren van bedrijven en ontwikkelen van kansrijke - op zich nemen. De boer heeft dat te ondergaan, ondanks de slogan van de POV 'de boer aan het roer'. Dat geeft de culturele moeilijkheid van het plan weer.

Geen afzetplan
Wat echter vooral opvalt in het plan is het ontbreken van een afzetplan. Dat blijkt geheel afhankelijk te worden gelaten van ketenpartners en dus uiteindelijk van de supermarkten die het leeuwendeel van het vlees verkopen.

Op pagina 10, 11 en 12 van het Vitaliseringsplan valt te lezen dat ketenpartners worden benaderd voor de ontwikkeling van de daadwerkelijke proposities waarmee de plannen betaald moeten worden. Het plan blijkt zelfs geen aanzet te bevatten voor een business plan.
Het zogenaamde Holland Varken dat de POV wil gaan maken, blijft daarmee in de lucht hangen. Het plan toont op geen enkele manier aan hoe het zich kan onderscheiden door goede argumenten te bieden voor zakelijke partners om er meer omzet of marge mee te boeken dan met een ander varken. Wel laat het zien wie de ongedekte kosten van het Holland Varken moet betalen. Dat de boeren dat niet meer kunnen, is echter geen nieuws.

Maar of overheden en retailers daar in willen stappen? Zij hebben geen enkel motief om hun kop in een financiële verplichting te stoppen met een volledig onzeker resultaat
Bank wil uitzettingen afdekken
Rabobank keurde het plan onlangs goed. Van de nationale, provinciale en gemeentelijke overheden is het standpunt nog onbekend. Ook zij moeten zich garant stellen voor iets dat in essentie niet meer is dan het idee dat een samenwerkende Nederlandse varkenshouderij mogelijk meer toekomst heeft, dan een sector waarin ieder voor zich optrad.

Va retailers wordt gevraagd dat ze zich daaraan committeren door middel van langjarige afspraken over een onduidelijk maar financieel buitengewoon risicovol plan. Dat de banken daarmee hun uitzettingen hopen terug te krijgen, is logisch. Maar of overheden en retailers daar in willen stappen? Zij hebben geen enkel motief om hun kop in een financiële verplichting te stoppen met een volledig onzeker resultaat. Mij lijkt de haalbaarheid van het plan dan ook minder dan gering. Dat het toch gepubliceerd is, is een teken van de werkelijke uitdaging waar de Nederlandse varkensboeren voor staan: eerst door het diepe dal gaan.

Kijk naar de foto van de Franse vleesaanbieding hierboven. Ruim zeventig procent van onze varkens moet in het buitenland concurreren met lokaal vlees dat vanwege de nationaliteit van het vlees een meerwaarde heeft. Kom daar zonder voor consumenten noemenswaardige andere aantrekkelijkheid maar eens voorbij in prijs.
Dit artikel afdrukken