Het differentiëren van de boerenbulkproductie wordt in België als een deel van de oplossing van de boerencrisis gezien. Het is echter niet de enige oplossing. Dat schrijft Vilt.

De Vlaamse varkenshouderij kampt met schommelende prijzen en kosten, terwijl de structureel hoge voederkosten invreten op het familiaal arbeidsinkomen en de rendabiliteit van de bedrijven. De bedrijfsleiders hebben volop ingezet op lage kosten, schaalvergroting en een verbetering van de technische resultaten, maar dat heeft het tij nog niet kunnen keren. Bovendien is de exportgerichtheid van de sector niet alleen een economische sterkte. Ze maakt de sector ook kwetsbaar, zoals blijkt uit het Russische embargo.

Een alternatieve strategie is differentiatie, zo blijkt uit het rapport ‘Weg met de eenheidsworst’. Daarin oppert het Departement Landbouw en Visserij dat varkenshouders zich meer kunnen richten op het afleveren van een product met een hogere meerwaarde op het vlak van kwaliteit. Het huidige aanbod gedifferentieerd varkensvlees, inclusief biologisch en Certus-gelabeld varkensvlees, bedraagt naar schatting 26 procent van de Belgische varkensproductie. Laat je Certus en het biolabel buiten beschouwing, dan gaat het maar om zo’n vier procent van het totale aantal slachtingen. Dat verraadt de kleinschaligheid van veel van de 17 bestudeerde soorten ‘labelvlees.


Boeren hebben meer opties door te differentiëren voor met name klanten in eigen land, maar zullen zich ook op export moeten blijven richten, volgens het rapport. Daarnaast zou een verplichte verhoogde vergoeding voor bovenwettelijke eisen lucht moeten bieden aan varkenshouders.
VILT
Reageer
  • Deel
Druk af